In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie, omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar nareisaanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister niet binnen de door de rechtbank gestelde termijn van vier weken een besluit heeft genomen. Hierdoor is het beroep van eiseres ontvankelijk en gegrond verklaard. De rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen vier weken na ontvangst van een reactie op het herstel verzuim een besluit te nemen, tenzij nader onderzoek nodig is. In dat geval moet de minister binnen zestien weken na ontvangst van de reactie een besluit nemen. De rechtbank heeft tevens een dwangsom van € 250,- per dag opgelegd voor elke dag dat de minister de termijn overschrijdt, met een maximum van € 37.500,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van haar proceskosten, die zijn vastgesteld op € 453,50, en het griffierecht van € 194,- moet door de minister worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman en is openbaar gemaakt op 22 april 2025.