In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 21 maart 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet tijdig had beslist op haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf nareis asiel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit door de verweerder is overschreden en dat eiseres rechtsgeldig in gebreke is gesteld. Hierdoor was het beroep terecht ingediend.
De rechtbank heeft bepaald dat de verweerder alsnog binnen bepaalde termijnen een besluit moet nemen. Indien de verweerder geen herstel verzuim biedt en geen nader onderzoek nodig is, moet dit binnen vier weken na verzending van de uitspraak gebeuren. Bij andere scenario's, zoals het bieden van herstel verzuim of het nodig hebben van nader onderzoek, zijn er langere termijnen vastgesteld. De rechtbank heeft ook een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-.
Daarnaast is de verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 437,50, en het griffierecht van € 184,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en de rechtbank heeft de betrokken partijen geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.