ECLI:NL:RBDHA:2025:6892

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 april 2025
Publicatiedatum
24 april 2025
Zaaknummer
C/09/676228 / FA RK 24-8455
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelbeschikking inzake zorg- en opvoedingstaken voor minderjarigen

In deze herstelbeschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 18 april 2025, wordt een eerdere beschikking van 30 januari 2025 verbeterd. De zaak betreft de zorg- en opvoedingstaken van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De vader heeft verzocht om herstel van de beschikking, met name om de zorgregeling uitvoerbaar bij voorraad te verklaren en om correcties aan te brengen in de geboortedatum van [minderjarige 2] en de zittingsdatum. De rechtbank heeft de verzoeken beoordeeld op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), dat voorziet in het herstel van kennelijke fouten. De rechtbank heeft vastgesteld dat er inderdaad sprake is van enkele kennelijke fouten, zoals de verkeerde zittingsdatum en de geboortedatum van [minderjarige 2]. De rechtbank heeft de beschikking verbeterd door de juiste data en zorgregeling op te nemen. De moeder heeft verweer gevoerd tegen sommige verzoeken van de vader, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat niet alle verzoeken tot herstel gegrond zijn. De verbeterde beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank heeft de overige verzochte verbeteringen afgewezen. De uitspraak is gedaan door kinderrechter mr. H.M. Boone, bijgestaan door griffier mr. E.M. van Middelkoop, en is openbaar uitgesproken op 18 april 2025.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 24-8455
Zaaknummer: C/09/676228
Datum verbetering: 18 april 2025

Verbetering van een beschikking

Bijlage bij de beschikking van 30 januari 2025,gegeven op 18 april 2025
in de zaak waarin op 30 januari 2025 een beschikking is gegeven en uitgesproken, op verzoek van:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. M. Erkens te Wateringen.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. A.H. Haga te ’s-Gravenhage.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het F9-formulier van 19 februari 2025 van de zijde van de moeder;
  • het F9-formulier van 26 februari 2025 van de zijde van de vader, met bijlage;
  • het F9-formulier van 4 maart 2025 van de zijde van de vader;
  • het F9-formulier van 6 maart 2025 van de zijde van de moeder.

Verzoek en verweer

In het bericht van 19 februari 2025 wordt namens de moeder verzocht om de beschikking te herstellen, in die zin dat de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken voor de minderjarige [minderjarige 1] uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard.
De vader is in de gelegenheid gesteld te reageren op voormeld verzoek. Hij heeft verweer gevoerd tegen het verzoek, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.
In de brief van 26 februari 2025 wordt namens de vader verzocht tot herstel ex artikel 31 Rv, op de volgende punten:
- onder het kopje procedure staat dat de zitting was op 2 januari 2024, terwijl dit 2
januari 2025 moet zijn;
- onder het kopje feiten staat bij [minderjarige 2] als geboortedatum 16 juni 2012 vermeld,
terwijl dit [geboortedatum] 2012 moet zijn;
- in plaats van ‘de minderjarigen verblijven bij de moeder’ opnemen wat de
hoofdverblijfplaats is en waar de kinderen feitelijk verblijven;
- de zorgregeling anders formuleren waarbij het onderscheid tussen de even en de
oneven weken correct gemaakt wordt, en waarbij de woensdagmiddag de ene week bij de moeder is en de andere week bij de vader.
De moeder is in de gelegenheid gesteld te reageren op voormeld verzoek. Zij heeft verweer gevoerd tegen een deel van het verzoek, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.

Beoordeling

Op grond van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) verbetert de rechtbank te allen tijde op verzoek van een partij of ambtshalve een in de beschikking opgenomen kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent. De rechtbank zal per verzochte verbetering beoordelen of hiervan sprake is.
Uitvoerbaarverklaring bij voorraad
De moeder verzoekt herstel van de beschikking, in die zin dat zij vraagt de zorgregeling ten aanzien van [minderjarige 1] alsnog uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. De vader verweert zich hier tegen.
De rechtbank stelt voorop dat zij een beslissing in het kader van 1:253a BW ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad kan verklaren. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de inhoud van de beschikking, waaronder de zinsneden “
Afwijking van het stramien van wisselen om 14.00 uur kan tot (onnodige) verwarring leiden.” en “
De rechtbank vindt het van belang dat er zo min mogelijk afwijkingen zijn in de reguliere regeling.”, voldoende duidelijk dat de regeling direct ingang moet vinden en dat de rechtbank een vergissing heeft begaan door de beschikking niet ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
De rechtbank constateert daarom dat sprake is van een kennelijke fout in de zin van artikel 31 Rv, die zich leent voor herstel. De rechtbank zal de beschikking verbeteren zoals onder de beslissing is weergegeven.
Datum zitting
De vader verzoekt de opgenomen zittingsdatum 2 januari 2024 te wijzigen in 2 januari 2025. De moeder stemt hiermee in.
Nu gebleken is dat de beschikking van 30 januari 2025 een kennelijke, ook voor partijen kenbare en voor eenvoudig herstel vatbare schrijffout bevat, dient de beschikking op dit punt te worden verbeterd zoals onder de beslissing is weergegeven.
Geboortedatum [minderjarige 2]
In de beschikking is opgenomen dat de geboortedatum van [minderjarige 2] 16 juni 2012 is. De vader verzoekt dit te verbeteren en op te nemen dat haar geboortedatum [geboortedatum] 2012 is. De moeder stemt hiermee in.
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent, nu de geboortedatum ten onrechte verkeerd in de beschikking is opgenomen. De rechtbank zal de beschikking verbeteren zoals onder de beslissing is weergegeven.
Verblijfplaats
Onder feiten staat op dit moment in de beschikking vermeld ‘de minderjarigen verblijven bij de moeder’. Volgens de vader moet dit gewijzigd worden in ‘de kinderen hebben de hoofdverblijfplaats bij de vader’, en ‘ [minderjarige 2] verblijft feitelijk bij de moeder en [minderjarige 1] verblijft bij zowel de vader als de moeder’.
De moeder verweert zich tegen dit verzoek tot herstel. Volgens haar gaat het niet om een verbetering, maar om een aanvulling. Hetgeen dat door de rechtbank is opgenomen is correct. Als de feiten al aangevuld zouden moeten worden, kan dit volgens de moeder niet op de door de vader verzochte manier, en dit is ook niet in lijn met artikel 31 Rv.
De rechtbank overweegt dat de door de vader verzochte verbetering van de feiten met betrekking tot het verblijven van de kinderen, niet een kennelijke, ook voor partijen kenbare en voor eenvoudig herstel vatbare fout omvat. De rechtbank weigert daarom de verzochte verbetering.
Zorgregeling
Ten aanzien van de in de beschikking opgenomen beschrijving van de zorgregeling tussen de vader en [minderjarige 1] verzoekt de vader herstel op twee punten. Allereerst staat er twee keer opgenomen de ‘oneven weken’, dit klopt niet. Ten tweede klopt volgens de vader ook de verdeling niet, omdat er nu opgenomen staat dat [minderjarige 1] elke woensdagmiddag bij de moeder is. Dit moet de ene week bij de moeder en de andere week bij de vader zijn.
De moeder betwist het verzochte herstel. Volgens haar is het herstel niet eenvoudig en is het een poging om de beslissing die de rechtbank genomen heeft ten aanzien van de woensdagmiddag te wijzigen.
De rechtbank constateert dat zij in het dictum inderdaad ten onrechte twee keer het woord ‘oneven’ heeft opgenomen bij de vaststelling van de zorgregeling. Dit is een kennelijke, voor eenvoudig herstel vatbare fout, die de rechtbank zal verbeteren zoals hierna opgenomen.
Ten aanzien van de woensdagmiddag oordeelt de rechtbank dat de passage waar de vader verbetering van verzoekt, ziet op een beschrijving van de situatie zoals de rechtbank die uit het debat tussen partijen heeft begrepen. Alleen daarom als is geen sprake van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent.
Beschikkingsdatum
De rechtbank constateert dat als datum van de openbare zitting ten onrechte is vermeld 30 januari 2024, terwijl dit 30 januari 2025 moet zijn.
Ambtshalve verbetert de rechtbank de in het dictum vermelde datum van de openbare zitting, nu dit een kennelijke fout betreft die zich voor eenvoudig herstel leent.

Beslissing

De rechtbank:
verbetert voormelde beschikking van 30 januari 2025 in die zin dat onder ‘Procedure’ komt te staan:
Op 2 januari 2025 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld;
verbetert voormelde beschikking van 30 januari 2025 in die zin dat onder ‘Feiten’ komt te staan:
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] 2012 te [geboorteplaats] ;
verbetert voormelde beschikking van 30 januari 2025 in die zin dat onder ‘Beslissing’ komt te staan:
Tussen de vader en [minderjarige 1] is er op dit moment sprake van een zorgregeling waarbij [minderjarige 1] de oneven weken van vrijdag 14.00 uur uit school tot en met woensdag 14.00 uur bij de vader is en in de even weken van maandag 14.00 uur uit school tot en met woensdag 14.00 uur;
verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
Deze beschikking is gegeven door mr. H.M. Boone, kinderrechter, bijgestaan door mr. E.M. van Middelkoop als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 30 januari 2025;
weigert de overige verzochte verbeteringen;
handhaaft de beschikking d.d. 30 januari 2025 voor het overige.
De beschikking d.d. 30 januari 2025 is hersteld door mr. H.M. Boone, rechter, tevens kinderrechter, bijgestaan door mr. E.M. van Middelkoop als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 18 april 2025.
[afbeeldingen van de oorspronkelijke uitspraak verwijderd i.v.m. privacygevoelige informatie - zie voor oorspronkelijke uitspraak ECLI:NL:RBDHA:2025:1409]