ECLI:NL:RBDHA:2025:6763
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de maatregel van bewaring en verzoek om schadevergoeding in het bestuursrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 18 april 2025, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel, opgelegd op 9 januari 2025, is eerder getoetst in een uitspraak van 27 januari 2025. De minister van Asiel en Migratie heeft de rechtbank op 4 april 2025 geïnformeerd over het voortduren van de maatregel, wat door de rechtbank wordt gezien als een beroep van eiser. Eiser verzoekt tevens om schadevergoeding.
De rechtbank heeft het vooronderzoek op 11 april 2025 gesloten en beslist dat de zaak niet op zitting wordt behandeld. De rechtbank overweegt dat als de maatregel van bewaring in strijd is met de Vreemdelingenwet 2000 of niet gerechtvaardigd is, het beroep gegrond verklaard moet worden en de maatregel opgeheven of gewijzigd moet worden. De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring tot het sluiten van het onderzoek op 21 januari 2025 rechtmatig was en beoordeelt nu of deze maatregel sindsdien rechtmatig is.
Eiser stelt dat de minister onvoldoende voortvarend werkt aan zijn uitzetting naar Tunesië. De rechtbank oordeelt echter dat de minister voldoende voortvarend heeft gehandeld, gezien de meerdere rappels en vertrekgesprekken die zijn gevoerd. De rechtbank wijst het beroep van eiser af en verklaart het verzoek om schadevergoeding ongegrond. De uitspraak is gedaan door mr. S.A. van Hoof, rechter, in aanwezigheid van mr. I.S. Pruijn, griffier, en is openbaar gemaakt op 23 april 2025.