ECLI:NL:RBDHA:2025:6716
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielberoepen wegens niet tijdig beslissen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt geoordeeld over de beroepen van twee eisers tegen het niet tijdig beslissen op hun asielaanvragen. De eisers hebben op 5 maart 2024 afzonderlijk een asielaanvraag ingediend. De wettelijke beslistermijn van zes maanden zou eindigen op 5 september 2024. Echter, de minister van Asiel en Migratie heeft de beslistermijn met negen maanden verlengd vanwege een groot aantal aanvragen, zoals toegestaan onder artikel 42, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft eerder in een andere uitspraak geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig is. Hierdoor zijn de ingebrekestellingen van de eisers, die op 27 februari 2025 zijn ingediend, prematuur. De rechtbank concludeert dat de beroepen niet voldoen aan de vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen, zoals vastgelegd in artikel 6:12, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).