In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 18 april 2025, gaat het om een beroep dat eiseres heeft ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiseres stelt dat de minister niet tijdig heeft beslist op haar asielaanvraag, ingediend op 2 oktober 2023. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld en vastgesteld dat de minister de wettelijke beslistermijn van zes maanden met negen maanden heeft overschreden. Eiseres heeft de minister verzocht om alsnog binnen twee weken te beslissen, maar dit verzoek is genegeerd, wat heeft geleid tot het indienen van beroep.
De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De minister wordt opgedragen om binnen zestien weken na de uitspraak een besluit te nemen op de aanvraag, rekening houdend met het '8+8 wekenmodel'. Indien de minister deze termijn overschrijdt, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 7.500,-. Daarnaast wordt de minister veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden ingezien op rechtspraak.nl.