ECLI:NL:RBDHA:2025:657

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 januari 2025
Publicatiedatum
21 januari 2025
Zaaknummer
NL24.40803
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag en overdracht aan Spanje onder de Dublinverordening

Op 21 januari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, van Tunesische nationaliteit, in beroep ging tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De minister van Asiel en Migratie had de aanvraag afgewezen op basis van de Dublinverordening, omdat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk ongegrond was, omdat de eiser niet was verschenen op het aanmeldgehoor en niet had aangetoond dat er in Spanje structurele tekortkomingen waren die een overdracht aan Spanje onwenselijk zouden maken. De rechtbank concludeerde dat de minister voldoende gemotiveerd had waarom de asielaanvraag niet in behandeling werd genomen en dat de eiser mocht worden overgedragen aan Spanje. De uitspraak benadrukt het interstatelijk vertrouwensbeginsel en de noodzaak voor concrete aanwijzingen van tekortkomingen in de opvang van asielzoekers in Spanje, wat de eiser niet had kunnen aantonen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees vergoeding van proceskosten af.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.40803

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser,

V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. M. Pater),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister.

Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eiser stelt van Tunesische nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum]. De minister heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 16 oktober 2024 niet in behandeling genomen omdat Spanje verantwoordelijk is voor de aanvraag.
1.2.
De minister heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt het niet in behandeling nemen van de asielaanvraag van eiser. Zij doet dat aan de hand van de argumenten die eiser heeft aangevoerd, de beroepsgronden.
3. De rechtbank is van oordeel dat de beroepsgronden van eiser niet slagen en dat het beroep kennelijk ongegrond is. Dat betekent dat eiser ongelijk krijgt en het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag in stand blijft. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Totstandkoming van het besluit
4. De Europese Unie heeft gezamenlijke regelgeving over het in behandeling nemen van asielaanvragen. Die staat in de Dublinverordening. Op grond van de Dublinverordening neemt de minister een asielaanvraag niet in behandeling als is vastgesteld dat een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. In deze zaak heeft Nederland op 15 augustus 2024 bij Spanje een verzoek om overname gedaan. Spanje heeft dit verzoek op 1 oktober 2024, op grond van artikel 13, eerste lid van de Dublinverordening aanvaard. De minister ziet verder geen aanknopingspunten om op grond van artikel 3, tweede lid of artikel 17 van de Dublinverordening eiser niet aan Spanje over te dragen.
Aanmeldgehoor
5. Eiser betoogt dat hij ten onrechte geen aanmeldgehoor heeft gehad. Eiser stelt dat de uitnodigingen voor het gehoor niet op de juiste wijze aan hem zijn uitgereikt en hij ten onrechte niet in de gelegenheid is gesteld om tijdens een gehoor zijn bezwaren tegen een overdracht naar Spanje kenbaar te maken.
5.1.
De beroepsgrond slaagt niet. Uit het dossier blijkt dat er geen aanmeldgehoor Dublin heeft plaatsgevonden, omdat eiser meermaals niet is verschenen. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij daar een goede reden voor had. Uit het rapport ‘niet verschijnen voor gehoor’ van 7 oktober 2024 blijkt dat eiser is uitgenodigd voor een aanmeldgehoor Dublin in Ter Apel op diezelfde datum, maar daar niet is verschenen. In het verweerschrift heeft de minister verder toegelicht dat eiser op 3 september 2024 naar de IND is begeleid en vervolgens is vertrokken, voordat met het gehoor kon worden begonnen. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat ervan uit kan worden gegaan dat eiser op de hoogte had kunnen en moeten zijn van het tijdstip van de aanmeldgehoren. Bovendien heeft eiser door middel van de zienswijze de mogelijkheid gehad om zijn bezwaren, tegen het voornemen om zijn asielaanvraag niet in behandeling te nemen, naar voren te brengen. De rechtbank stelt vast dat eiser hier geen gebruik van heeft gemaakt.
Artikelen 3, tweede lid, en 17 van de Dublinverordening
6. Eiser betoogt verder dat de minister ten onrechte uitgaat van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Spanje en ten onrechte zijn asielaanvraag niet aan zich heeft getrokken op grond van artikel 17 van de Dublinverordening. Hiertoe voert eiser aan dat het wegens humanitaire redenen niet wenselijk is dat hij wordt overgedragen. Volgens eiser zijn er concrete aanwijzingen dat Spanje zijn internationale verplichtingen niet nakomt en dat eiser geen mogelijkheid heeft hierover te klagen bij de autoriteiten van Spanje. Eiser voert aan dat er ernstige vrees bestaat dat de asielprocedure en/of de opvangvoorzieningen in Spanje systeemfouten bevatten die resulteren in een behandeling die in strijd is met artikel 4 van het EU-Handvest en artikel 3 van het EVRM. Ter onderbouwing verwijst eiser naar het International Report 2022/23 van Amnesty International betreffende Spanje, de AIDA-rapporten van 10 juli 2024, 21 april 2023 en 25 maart 2021, de uitspraak van deze rechtbank en deze zittingsplaats van 9 april 2024 [1] , een artikel op Vluchtelingenwerk.nl [2] , een artikel van RTL-nieuws [3] , de Inbreukprocedure die de Europese Commissie tegen Spanje is gestart [4] en het World Report 2024 van Human Rights Watch. [5]
6.1.
Ook deze beroepsgrond slaagt niet. Eiser heeft naar het oordeel van de rechtbank niet met concrete aanwijzingen aannemelijk gemaakt dat er in Spanje structurele tekortkomingen zijn, die zo zwaarwegend zijn, dat sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Dublinverordening. Uit de rapportages waar eiser naar verwijst, volgt dat in Spanje sprake is van problemen ten aanzien van de opvang van asielzoekers en Dublinclaimanten, maar die problemen zijn niet zodanig dat sprake is van structurele tekortkomingen in de zin van het Jawo-arrest. [6] Bovendien heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) recent bevestigd dat ten aanzien van Spanje van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan. [7] Verder heeft de Afdeling in die uitspraak geoordeeld dat het AIDA-rapport niet wezenlijk verschilt van eerdere versies daarvan. De verwijzingen van eiser naar de nieuwsartikelen, de uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats en het World Report van de Human Rights Watch maken dat oordeel niet anders. De rechtbank overweegt dat hoewel de Afdeling in haar uitspraak niet expliciet op die stukken ingaat, dit niet betekent dat de inhoud ervan onbekend was, of dat dit had kunnen leiden tot een ander oordeel. In de door eiser beschikbaar gestelde informatie ziet de rechtbank dan ook geen aanleiding om anders te oordelen. Ook is de rechtbank niet gebleken dat klagen bij de hogere Spaanse autoriteiten bij voorbaat zinloos of onmogelijk is.
6.2.
Dat de Europese Commissie een inbreukprocedure tegen Spanje is gestart wegens het niet volledig conform omzetten van alle bepalingen van de Opvangrichtlijn, leidt evenmin tot een ander oordeel. Het starten van een inbreukprocedure is op zichzelf onvoldoende voor het oordeel dat ten aanzien van Spanje sprake is van structurele tekortkomingen in de opvangvoorzieningen. Bovendien heeft eiser niet toegelicht welke Unierechtelijke opvangnormen door Spanje niet goed in het nationale recht zijn geïmplementeerd en welke uitwerking dit heeft voor de feitelijke situatie in de Spaanse opvangvoorzieningen. Het voorgaande biedt naar het oordeel van de rechtbank geen concreet aanknopingspunt, dat ten aanzien van Spanje sprake is van een situatie als omschreven in artikel 3, tweede lid, van de Dublinverdening.
6.3.
Uitgaande van de terughoudende toets is de rechtbank eveneens van oordeel dat de minister voldoende heeft gemotiveerd waarom zij in de door eiser naar voren gebracht feiten en omstandigheden geen reden ziet de asielaanvraag van eiser op grond van artikel 17 van de Dublinverordening in behandeling te nemen.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is kennelijk ongegrond. Dat betekent dat eiser ongelijk krijgt en mag worden overgedragen aan Spanje. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, rechter, in aanwezigheid van mr. K.E. Mulder, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

2.Vluchtelingenwerk.nl, ‘Samen tegen pushbacks Spanje’, 19 mei 2022.
3.RTL nieuws, ‘Toestroom migranten Zuid-Europese kusten: “Weinig perspectief door corona”, 11 mei 2021.
4.De Europese Commissie is een inbreukprocedure gestart tegen Spanje wegens het niet volledig implementeren van alle bepalingen van de Opvangrichtlijn, INF(2022)2158.
5.Human Rights Watch heeft een klacht ingediend tegen Spanje bij de Europese Commissie dat Spanje zich niet aan de internationale verplichtingen houdt, p. 579-580.
6.Het arrest van het Hof van Justitie van 19 maart 2019, ECLI:EU:C:2019:218 (Jawo).
7.Uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 24 juni 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2548.