3.3.Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar. Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer IOZDH-235596, van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 49).
1. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , opgemaakt op 9 februari 2023, voor zover inhoudende (p. 6-7):
Ik wil aangifte van mishandeling doen. Ik heb daar zwaar lichamelijk letsel aan overgehouden. Overigens las ik dat er een verkeerde datum staat vermeld. Dit moet zijn 28 september 2021.
Van mijn rechterschouder is een pees gescheurd. De spieren zijn ook beschadigd. lk doe aangifte tegen [verdachte] , een collega die mij het letsel heeft toegebracht. Ik ben ernstig beperkt in het huishouden en mijn dagelijkse bezigheden.
Na het afleggen van mijn eerdere verklaring is mijn pijn toegenomen. Mijn medicatie is verder opgevoerd. Ik heb ook een cortizone prik gehad in mijn schouder. Uiteindelijk ben ik geopereerd.
[verdachte] heeft geweld gebruikt in een oefensituatie terwijl dat niet nodig was. Met zijn sportachtergrond had hij kunnen weten dat dit gevolgen voor mij zou kunnen hebben. [verdachte] had kunnen weten dat het verschil tussen zijn en mijn lichaamsbouw niet in verhouding stond tot het door hem op mij toegepaste geweld.
Nadat [verdachte] zich los had gerukt deed ik een stap terug. Vervolgens kwam hij op mij af. Hoe hij het gedaan heeft weet ik niet maar hij pakte mij bij mijn rechterarm en draaide mijn arm op mijn rug. Hij riep daarbij “Niet ik maar jij bent aangehouden.” Hij drukte mij naar beneden terwijl mijn arm op mijn rug was gedraaid.
2. Het geschrift, te weten het rapport hoorgesprek getuige tevens politieambtenaar [getuige 1] , opgemaakt op 7 juli 2022, voor zover inhoudende (p. 17-18):
V: Kun je vertellen hoe de toets AZ, duoprocedure, afgenomen op 28 september 2021 verlopen is?
A: Wij moesten een woning binnen gaan waar een verdachte zou zijn. Deze moesten wij aanhouden. Ik weet nog dat wij allebei aan een arm hingen, maar we kregen hem niet onder controle. Ik werd aan de kant geduwd. [naam 1] bleef wel aan zijn arm hangen. Ik zag dat hij met zijn vrije arm [naam 1] vastpakte. In mijn herinnering pakte hij haar arm om een controletechniek aan te brengen. Hij had [naam 1] zodanig vast dat zij geen kant meer op kon. Ik weet dat ik [naam 1] ineens hard hoorde schreeuwen. Toen [naam 1] hard begon te schreeuwen stopte het meteen.
3. Het geschrift, te weten het rapport hoorgesprek getuige tevens politieambtenaar [getuige 2] , opgemaakt op 8 juli 2022, voor zover inhoudende (p. 31-33):
V: Welke afspraken heb je bij de eerste casussen met [verdachte] gemaakt?
A: Standaard afspraak die ik met elke verdachte maak is wat hij moet doen en in welke volgorde. Ik heb deze afspraak ook met [verdachte] gemaakt. Ik zeg standaard dat hij mag bewegen totdat er een controletechniek is aangelegd of dat je gefixeerd bent. Als je een controletechniek voelt stop je met bewegen. Als ze merken dat de controle weg is mogen ze weer bewegen totdat er weer controle is. Ik bedoel dan bewegen, met je handen heen en weer of je trekt je handen in.
V: Kun je de casus omschrijven, wat ze zouden moeten gaan doen?
A: Er waren twee verdachten. Die zouden [naam 1] en [getuige 1] gaan belagen. Een van de verdachten vluchtte dan de woning in. Dit was [verdachte] . Daarna moesten ze de hem aanhouden.
V: Hoe is deze casus verlopen?
A: Als ik me goed herinner zat [verdachte] in een stoel. Ze hebben toen allebei een arm vastgepakt hem uit de stoel gehaald en tegen de muur aan gezet. Daarna ging het fout. Hij draaide zich om. Volgens mij waren [naam 1] en [getuige 1] aan weerzijden van [verdachte] . [verdachte] liep weg van de muur. [verdachte] riep toen iets. Ik weet niet meer wat. [verdachte] heeft toen [naam 1] in een soort schouderklem gehouden. Dit is wel gek voor een verdachte. Ik heb nog nooit gezien dat een verdachte de aanval overneemt. [verdachte] draaide de rollen om. Het paste hier niet. [verdachte] draaide haar arm op haar rug. [naam 1] draaide zich uit deze klem. Zij riep toen nog dat dit niet ging gebeuren.
Gelijk hierop hoorde ik [naam 1] schelden. Ik zag dat haar schouder lager hing dan de andere. Ik wist meteen dat dit niet goed was. Ik zag dat [naam 1] heel veel pijn had. Ik heb de meldkamer gebeld en een ambulance gevraagd.
V: Is jou op enig moment gebleken dat het uit de hand zou kunnen gaan lopen?
A: Toen ze van de muur afgingen. Achteraf denk ik dat ik eerder had moeten stoppen. Ik had nooit gedacht dat een verdachte een klem zou gaan aanleggen bij een collega die een toets aan het afnemen is.
4. Het geschrift, te weten de brief van P.E. Flikweert, orthopeed bij Reinier Haga Orthopedisch Centrum, opgemaakt op 24 maart 2023, voor zover inhoudende (p. 8-9):
Ik heb mevrouw [naam 1] 05-10-2021 voor de eerste maal op onze polikliniek gezien in verband met pijn een week daarvoor opgelopen van de rechter dominante schouder. Uitwendig vallen een forse spierspanning van de schouderspieren en pijn bij bewegen op. Op een echo werd direct een partiële ruptuur gezien in de supraspinatuspees (een van de schouder pezen). Er is een heel intensief conservatief traject gestart met fysiotherapie bij verschillende schouder gespecialiseerde therapeuten. Ze heeft een echogeleide infiltratie in de bicepspees gehad.
Uiteindelijk is patiënte geopereerd d.d. 28-09-2022 waarbij een arthroscopie van de rechter schouder heeft plaatsgevonden en een bicepstenotomie is verricht. Er is een niet te repareren scheur in de spierbuik van de supraspinatuspees gevonden, welke derhalve niet verholpen kon worden. Patiënte heeft hier persisterende pijnklachten van, ook functioneel is de schouder beperkt. Ik heb haar vanwege de invaliderende pijn inmiddels ook verwezen naar de pijnpoli in het Haga ziekenhuis.