ECLI:NL:RBDHA:2025:6421

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 april 2025
Publicatiedatum
16 april 2025
Zaaknummer
C/09/620330 / HA ZA 21-980
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding en maatregelen bij stormschade aan kas

In deze civiele zaak heeft eiser schadevergoeding gevorderd van gedaagden, die eigenaar zijn van een kas. Eiser stelt dat hij schade heeft geleden doordat bij zware stormen glas van de kas op zijn perceel is terechtgekomen. De rechtbank heeft in haar vonnis van 16 april 2025 geoordeeld dat gedaagde 2, de eigenaar van de kas, verplicht is om bij stormachtige wind de zijwanden van de kas te sluiten en gesloten te houden. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat gedaagde 2 aansprakelijk is voor de schade die eiser heeft geleden tijdens een storm in 2018, en heeft gedaagde 2 veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 4.307,63, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 18 januari 2018. Daarnaast is gedaagde 2 verplicht om de sloot tussen de percelen van partijen glasvrij te maken. De overige vorderingen van eiser zijn afgewezen, waaronder de vordering tot het uitvoeren van een Castaberekening en het treffen van andere maatregelen. De rechtbank heeft het deskundigenbericht van G.R. van Straaten als uitgangspunt genomen voor haar beoordeling, en heeft geoordeeld dat de kans op schade bij eiser groter is als de zijwanden van de kas open zijn tijdens stormachtige omstandigheden. De rechtbank heeft de proceskosten verdeeld, waarbij gedaagde 2 grotendeels in het ongelijk is gesteld en de kosten van eiser moet vergoeden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/620330 / HA ZA 21-980
Vonnis van 16 april 2025
in de zaak van
[eiser] ,
eiser,
handelend onder de naam [handelsnaam] te [vestigingsplaats] ,
advocaat mr. A. Stretton-Tjahjadi te Leiden,
tegen

1.MURBO HOLDING B.V. te Hazerswoude-Dorp,

2.
[gedaagde, sub 2] B.V.te [vestigingsplaats] ,
gedaagden,
advocaat mr. E.H. Verweij te Apeldoorn.
Eiser wordt hierna [eiser] genoemd. Gedaagden worden gezamenlijk Murbo c.s. en afzonderlijk Murbo en [gedaagde, sub 2] (mannelijk enkelvoud) genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het procesdossier bestaat uit de volgende stukken:
  • het tussenvonnis van 31 mei 2023 en de daarin genoemde stukken;
  • het deskundigenbericht van 31 oktober 2024, gedeponeerd ter griffie op 13 november 2024;
  • de conclusie na deskundigenbericht van de zijde van [eiser] ;
  • de conclusie na deskundigenbericht van de zijde van Murbo c.s., met producties 21 tot en met 24;
  • de akte uitlaten producties van de zijde van [eiser] .
1.2.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
[eiser] vordert na wijziging/vermeerdering van eis, samengevat, dat de rechtbank, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. Murbo c.s., op straffe van een dwangsom, beveelt om een Castaberekening van de kas uit te laten voeren, waarbij de berekening gemaakt moet worden op basis van zowel een open kas als een gesloten kas; en deze berekening aan de rechtbank te overleggen binnen 21 dagen na het vonnis;
Indien uit deze Castaberekening volgt dat de kas van Murbo c.s. niet voldoet aan de geldende constructieve kwaliteits- en veiligheidseisen:
II. Murbo c.s., op straffe van een dwangsom, beveelt om de kas binnen drie maanden na betekening van dat vonnis bouwkundig aan te (laten) passen zodat deze wel aan de kwaliteits- en veiligheidseisen voldoet;
III. Murbo c.s., op straffe van een dwangsom, beveelt om bij stormachtige wind - windkracht 8 Beaufort of harder - de folie zijwanden van de kas te sluiten en gesloten te houden;
IIIa. Murbo c.s. beveelt om - geadviseerd door een ter zake deskundige - de nodige maatregelen te nemen om te voorkomen dat bij stormschade, gebroken glas vanuit de kas van [gedaagde, sub 2] op het perceel van [eiser] terechtkomt;
IV. Murbo c.s. hoofdelijk veroordeelt tot het betalen van een schadevergoeding aan [eiser] van € 5.892,86, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 18 januari 2018;
V. Murbo c.s. veroordeelt tot het op hun kosten reinigen en glasvrij maken van de sloot tussen de percelen van partijen;
een en ander met veroordeling van Murbo c.s. in de kosten van de procedure.
2.2.
In het tussenvonnis van 31 mei 2023 heeft de rechtbank G.R. van Straaten (hierna: Van Straaten) tot deskundige benoemd en verzocht onderzoek in te stellen en een antwoord te geven op de volgende vragen:
Wat is uw oordeel over het advies van [naam 1] en [naam 2] om de oprolbare folie zijwanden van de kas open te zetten bij hoge windsnelheden om stormschade te voorkomen? Is dit advies logisch, technisch houdbaar en voldoende onderbouwd?
Zijn er volgens u aanpassingen en maatregelen mogelijk om de oprolbare folie zijwanden in gesloten toestand stormbestendiger te maken? Zo ja, welke aanpassingen en maatregelen? In hoeverre verkleinen deze de kans dat de oprolbare folie zijwanden beschadigd raken en wind de kas inwaait en de kas zichzelf ‘opblaast’?
Heeft u andere adviezen of aanbevelingen voor partijen om te voorkomen dat er glasscherven uit de kas van [gedaagde, sub 2] op het perceel van [eiser] terechtkomen?
Welke opmerkingen zijn verder van belang ten behoeve van de door de rechtbank te nemen beslissing?
2.3.
Van Straaten heeft in het deskundigenbericht deze vragen, samengevat, als volgt beantwoord:
1. Het advies om de oprolbare folie zijwanden open te zetten bij hoge windsnelheden is niet logisch. De kans op stormschade aan het kasdek bij een situatie met geopende wanden is groter dan bij gesloten wanden. Het advies is alleen logisch om het risico op stormschade aan de oprolbare folie zijwanden te verminderen.
Het advies is ook technisch niet houdbaar. De vermelding dat bij geopende oprolbare folie zijwanden de kans op overdruk nihil is klopt niet. Dynamische krachten die optreden bij wind op, met name, de kapconstructie van meerdere zadelkappen zorgen voor overdruk en onderdruk die elkaar op verschillende plekken kunnen versterken of verzwakken. Bij het advies zijn voor zover aangegeven geen aerodynamische beginselen betrokken, zoals bijvoorbeeld de wet van Bernoulli, die de resultaten van over- en onderdruk verklaren.
Het advies is technisch onvoldoende onderbouwd. Er is geen enkele berekening of nadere verklaring verstrekt.
In een artikel over windbelasting van VMRG wordt onder meer een beschrijving gegeven over een gesloten of een open kap. Hierbij staat dat bij een open kap de optredende over- en onderdrukken groter zijn.
2. Na de storm van 2007 is er ten behoeve van de acceptatie van de verzekering door Interpolis een inspectie geweest, waarbij nadere eisen zijn gesteld aan de uitvoering en borging van de foliewanden en aan de uitvoering en de bevestigingen van de schoren.
Voor andere maatregelen om de oprolbare folie zijwanden stormbestendiger te maken zou gedacht kunnen worden aan het plaatsen van extra profielen aan binnen- en buitenzijde van de foliewanden om de bewegingen van het folie in het geval van harde wind te beperken.
Er is pas sprake van het risico voor het ‘opblazen’ van de kas bij een ernstige stormschade aan één van de oprolbare folie zijwanden.
3. Ook bij een gesloten kas is het risico op stormschade aan het glasdek een realistisch scenario. Dat is een risico dat hoort bij het uitoefenen van een tuinbouwbedrijf in een gebied met tuinbouwkassen. Daarbij kunnen ook ruiten of delen ervan door de wind verplaatst worden naar belendende percelen. Het risico daarop is, bij volharding van het beleid van [gedaagde, sub 2] om bij harde wind de oprolbare folie wanden omhoog te halen, groter, zoals ook het risico op een grotere omvang van schade groter is.
Ik zie geen realistische aanpassing om in het geval van stormschade het rondvliegende glas op het perceel van [gedaagde, sub 2] op te vangen. Het vervangen van het gehele dek door een dek waarbij het glas, zoals bij raamkozijnen, aan vier zijden vastzit, leidt tot een dusdanige verzwaring van de constructie dat het open deel in feite in zijn geheel vervangen zou moeten worden.
In het geval dat [gedaagde, sub 2] in verband met de leeftijd van de oprolbare folie zijwanden tot vervanging ervan overgaat, zou overwogen kunnen worden de wanden te vervangen door verplaatsbare zijwanden van aluminium en glas. Hierdoor kan het voor de teelt open karakter behouden worden en kan de kas in het geval van harde wind gesloten worden.
1. Bij de schadevaststelling van de vergoeding voor schade aan het kunststof folie wordt bij Interpolis uitgegaan van een omhullingswaarde (in de polis genoemd bedrag per m² folie) waarbij reparatie, waardevermindering of vervanging een bedrag in mindering wordt gebracht voor ouderdom en slijtage. Bij een oudere folie kan dan uiteindelijk sprake zijn van een maximale vergoeding van 20% van de omhullingswaarde, en dus een hogere eigen schadepost voor [gedaagde, sub 2] .
2. Bij de door weersdeskundigen geschetste klimaatscenario’s zal er in de toekomst meer kans zijn op meer en zwaardere stormen. Het is daarom minder de vraag of bij het ongewijzigde beleid van [gedaagde, sub 2] (het omhooghalen van de zijwanden bij harde wind) er kans is op herhaling van overwaaien van glas naar het perceel van [eiser] , dan wanneer dat zal gebeuren.
3. Uit de Castaberekeningen van [naam 1] en [naam 2] blijkt dat de kas in het geval van sneeuwdruk niet voldoet. Dat zou geen invloed hebben op de belasting op de tralieligger bij storm. De vraag blijft wat de invloed is van de combinatie van sneeuwdruk en storm op de tralieligger.
2.4.
De rechtbank zal met inachtneming van het deskundigenbericht de vorderingen van [eiser] beoordelen. Bij die beoordeling is van belang dat in het geval van een door de rechtbank bevolen deskundigenbericht, zoals dat van Van Straaten, de rechtbank het oordeel van de deskundige in het algemeen niet snel naast zich zal neerleggen. Dit is anders indien zwaarwegende en steekhoudende bezwaren over de wijze van totstandkoming of de inhoud van het betreffende deskundigenbericht naar voren worden gebracht. Uit de door Murbo c.s. naar voren gebrachte omstandigheid dat het lang heeft geduurd voordat Van Straaten het deskundigenbericht heeft uitgebracht, leidt de rechtbank niet af dat Van Straaten niet als voldoende deskundig kan worden beschouwd. De rechtbank zal het deskundigenbericht van Van Straaten tot uitgangspunt nemen bij de verdere beoordeling van de vorderingen. Wel zal de rechtbank, waar partijen inhoudelijke bezwaren tegen het deskundigenbericht hebben gemaakt, in dit vonnis ingaan op deze bezwaren.
Castaberekening / bouwkundige aanpassing (vorderingen I en II)
2.5.
Zoals de rechtbank heeft overwogen in het tussenvonnis van 31 mei 2023, heeft Murbo c.s. bij conclusie van antwoord de Castaberekening overgelegd van [naam 1] en [naam 2] van 20 december 2021. Murbo c.s. heeft zich op het standpunt gesteld dat [eiser] geen belang meer had bij de vordering in zijn inleidende dagvaarding om een Castaberekening van de kas uit te laten voeren.
2.6.
[eiser] heeft vervolgens zijn eis gewijzigd in die zin dat de Castaberekening moet worden gemaakt op basis van zowel een open kas als een gesloten kas. Tijdens de zitting heeft [eiser] toegelicht dat hij wil dat de Castaberekening door een onafhankelijke deskundige wordt gemaakt.
2.7.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [eiser] onvoldoende belang bij vordering I, voor zover deze betrekking heeft op een Castaberekening op basis van een gesloten kas. Deze is immers al gemaakt door [naam 1] en [naam 2] . Niet gevorderd is dat deze berekening zou moeten worden gemaakt door een onafhankelijke deskundige. Bij toewijzing van vordering I zou de Castaberekening eveneens worden uitgevoerd door een deskundige in opdracht van (en op kosten van) Murbo c.s., zodat [eiser] ook dan vraagtekens bij de onafhankelijkheid van die deskundige zou kunnen zetten.
2.8.
De rechtbank gaat hierna in op vordering I, voor zover deze betrekking heeft op het laten uitvoeren van een Castaberekening op basis van een open kas.
2.9.
Het is aan [eiser] om feiten en omstandigheden te stellen waaruit het bestaan van een verplichting voor Murbo c.s. om een Castaberekening (op basis van een open kas) uit te laten voeren kan worden afgeleid.
2.10.
[eiser] stelt naar aanleiding van het deskundigenbericht dat nog steeds onduidelijk is of de kas voldoet aan de geldende bouwnormen en veiligheidseisen. Hij wijst erop dat onduidelijk is of de sterkte van de kasconstructie voldoet bij een combinatie van sneeuwdruk en storm. Verder heeft Van Straaten aangegeven dat niet kan worden gesteld dat de kas voldoet aan de eisen die volgens ISSO-publicatie 88 kwaliteitseisen voor tuinbouwkassen en de NEN-norm 3859 3e druk 2004 worden gesteld als de oprolbare folie zijwanden omhoog zijn en sprake is van een open kas. De Castaberekening van [naam 1] en [naam 2] is immers gebaseerd op belastingen berekend op een gesloten kas.
2.11.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [eiser] geen concrete aanwijzingen naar voren gebracht dat de kas niet voldoet aan de constructieve kwaliteits- en veiligheidseisen, althans dat een verband bestaat met te verwachten schade. Ook uit het rapport van Van Straaten komen niet zulke aanwijzingen naar voren. Dat er onduidelijkheid bestaat, kan niet als zo’n concrete aanwijzing worden beschouwd. Tijdens de zitting heeft [eiser] naar voren gebracht dat [gedaagde, sub 2] de kas heeft gebouwd in afwijking van de daarvoor verleende bouwvergunning, maar gesteld noch gebleken is dat dit, als dit al het geval zou zijn, heeft geleid tot een kasconstructie die niet voldoet aan de geldende constructieve kwaliteits- en veiligheidseisen en tot een grotere kans op schade bij [eiser] zou leiden.
2.12.
Gelet op het voorgaande, zal de rechtbank vordering I afwijzen. De daarmee samenhangende vordering II treft hetzelfde lot. Dit geldt eveneens voor het verzoek van [eiser] (in de conclusie na deskundigenbericht) om een onafhankelijke deskundige te vragen onderzoek te doen naar het voldoen van de kas aan de geldende bouwnormen en veiligheidseisen.
Sluiten en gesloten houden zijwanden bij stormachtige wind (vordering III)
2.13.
Van belang bij de vraag of het gevorderde bevel kan worden toegewezen is of sprake is van een reële dreiging van een onrechtmatige daad wegens (dreigend) handelen in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm. Doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, kan bestaan uit het in het leven roepen of laten voortbestaan van een gevaarlijke situatie (gevaarzetting). Of gevaarzetting onrechtmatig is hangt af van alle omstandigheden van het geval.
2.14.
Zoals in het tussenvonnis van 31 mei 2023 is overwogen, is op 18 januari 2007 en 18 januari 2018 tijdens zware stormen, toen de heer [gedaagde, sub 2] de oprolbare folie zijwanden van de kas had opengezet, glas van de kas terechtgekomen op het perceel van [eiser] . Dit heeft geleid tot schade aan de eigendommen van [eiser] .
2.15.
Niet in geschil is dat zich vaker stormen voordoen en dat vergelijkbare schade kan ontstaan. [eiser] heeft erop gewezen dat er, naast een risico op schade aan eigendommen, ook een risico bestaat op letselschade voor hem en zijn medewerkers.
2.16.
Zoals is weergegeven onder 2.3, is volgens Van Straaten de kans op stormschade aan het kasdek bij een situatie met geopende wanden groter dan bij gesloten wanden. Gelet hierop, is het openen van de oprolbare folie zijwanden bij stormachtige wind naar het oordeel van de rechtbank aan te merken als handelen in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm en dus onrechtmatig. Dit leidt immers tot een grotere kans op schade bij [eiser] , terwijl het sluiten van de oprolbare folie zijwanden niet zodanig ingrijpend is dat dit niet van [gedaagde, sub 2] kan worden gevergd.
2.17.
Murbo c.s. is het niet eens met het deskundigenbericht. Zij voert aan dat uit het feit dat de kas in bijna achttien jaar slechts tweemaal beperkt beschadigd raakte als gevolg van een zeer zware storm blijkt dat [gedaagde, sub 2] de juiste beslissing neemt door de oprolbare folie zijwanden bij windkracht 8 en hoger te openen. Van Straaten gaat uit van onjuiste feiten en onderbouwt zijn advies onvoldoende, aldus Murbo c.s. Van Straaten heeft verwezen naar de e-mail van Van der Knaap van 6 juli 2018, terwijl Van der Knaap geen gericht advies heeft gegeven, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de kas.
2.18.
De rechtbank volgt Murbo c.s. niet in haar standpunt. Voor zover de schade op de storm van 18 januari 2018 ziet, blijkt uit het door [eiser] overgelegde transcript van een interview van het Algemeen Dagblad met (de bestuurder van) [gedaagde, sub 2] van 20 januari 2018 dat tussen de 100 en 150 ruiten van de kas zijn gesneuveld, terwijl dit bij andere kwekers ging om één of twee ruiten. Murbo c.s. heeft met betrekking tot het schadebedrag aangevoerd dat de ruitschade aan de kas € 6.020,00 exclusief btw bedroeg. Uit door [eiser] overgelegde verklaringen van kwekers in de directe omgeving met een glazen kas blijkt echter dat zij op 18 januari 2018 geen of (zeer) beperkte schade hadden (maximaal een paar honderd euro). De rechtbank concludeert dan ook dat niet kan worden gesproken van een beperkte beschadiging van de kas.
2.19.
Of de storm van 18 februari 2022 heeft geleid tot schade bij [eiser] , is tussen partijen in geschil. In ieder geval heeft deze storm geleid tot schade bij Murbo c.s.
2.20.
In het ontbreken van schade bij andere stormen ziet de rechtbank geen zwaarwegend argument tegen de conclusie van Van Straaten dat de kans op schade bij [eiser] kleiner is als de oprolbare folie zijwanden worden gesloten bij stormachtige wind. Zoals [eiser] naar voren heeft gebracht in de akte uitlaten producties, zou hiervoor op zijn minst meer informatie nodig zijn over de wijze waarop deze stormen zich hebben gemanifesteerd op de plek waar [eiser] en Murbo c.s. zijn gevestigd.
2.21.
Ook ziet de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat Van Straaten zich op onjuiste feiten heeft gebaseerd. Weliswaar heeft Van Straaten op pagina 3 van het deskundigenbericht vermeld dat de schade op 18 januari 2018 alleen het deel van de kas betrof met de rolgevels, maar dit heeft hij op pagina 7 van het deskundigenbericht genuanceerd. Hier staat dat de schade zich voornamelijk heeft voorgedaan in het open deel van de kas en niet of nauwelijks in het gesloten, voorste deel. Verder heeft Van Straaten weliswaar opgemerkt dat bij de storm van 18 februari 2022 glasdelen op het perceel van [eiser] zijn terechtgekomen, maar hij heeft ook opgemerkt dat dit volgens [eiser] het geval was (pagina 3 deskundigenbericht). Van Straaten is hierop niet expliciet ingegaan naar aanleiding van het commentaar van Murbo c.s. op het conceptrapport, maar op de feiten is hij wel ingegaan in het deskundigenbericht.
2.22.
De rechtbank ziet ook geen aanleiding voor het oordeel dat het deskundigenbericht onvoldoende is onderbouwd. Van Straaten is ingegaan op het advies van [naam 1] en [naam 2] , zoals de rechtbank hem bij tussenvonnis van 31 mei 2023 heeft gevraagd. Hoewel uitgebreider onderzoek mogelijk is door bijvoorbeeld TNO of Peutz, wil dat niet zeggen dat het deskundigenbericht onvoldoende is om de vorderingen te beoordelen.
2.23.
Anders dan Murbo c.s. aanvoert, heeft Van Straaten het deskundigenbericht niet uitsluitend op de e-mail van Van der Knaap van 6 juli 2018 gebaseerd. Zo heeft Van Straaten zich ook gebaseerd op een artikel over windbelasting van VMRG, de brancheorganisatie op onder andere het gebied van ramen. Het raadplegen van bronnen kan zonder meer onderdeel zijn van een zelfstandig onderzoek. Het advies van Van der Knaap is, zoals Murbo c.s. aanvoert, niet toegespitst op de kas, maar dat wil niet zeggen dat Van Straaten hieraan geen enkele waarde heeft mogen toekennen. Uit het deskundigenbericht blijkt dat Van Straaten heeft onderkend om wat voor kas het hier gaat. Van Straaten heeft de kas omschreven en rekening gehouden met de vorm daarvan. Zo heeft Van Straaten aangegeven dat met name door de vorm van de Venlokas met een serie zadelkappen aan de windzijde druk zal optreden en aan de lijzijde trek.
2.24.
De rechtbank zal vordering III, gelet op het voorgaande, toewijzen ten aanzien van [gedaagde, sub 2] . De rechtbank zal, zoals gevorderd, aan de uit te spreken veroordeling een dwangsom verbinden. De gevorderde dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd op de wijze zoals in het dictum is vermeld.
2.25.
Ten aanzien van Murbo zal de rechtbank vordering III afwijzen. [eiser] heeft onvoldoende onderbouwd dat Murbo, die eigenaar van de kas is, de oprolbare folie zijwanden dreigt te openen tijdens stormachtige wind.
Nodige maatregelen (vordering IIIa)
2.26.
De rechtbank zal wat betreft het niet treffen van andere maatregelen dan het sluiten van de oprolbare folie zijwanden eveneens beoordelen of sprake is van een reële dreiging van een onrechtmatige daad wegens (dreigend) handelen in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm.
2.27.
Zoals onder 2.24 overwogen, zal de rechtbank [gedaagde, sub 2] bevelen om bij stormachtige wind de oprolbare folie zijwanden van de kas te sluiten en gesloten te houden. Van Straaten heeft desgevraagd andere maatregelen genoemd waaraan gedacht zou kunnen worden, zoals het plaatsen van extra profielen aan binnen- en buitenzijde van de foliewanden en het vervangen van de wanden door verplaatsbare zijwanden van aluminium en glas.
2.28.
[eiser] heeft echter niet onderbouwd dat Murbo c.s., door na te laten deze maatregelen te treffen, dreigen onrechtmatig te handelen. Wat betreft de extra profielen is voorts onvoldoende duidelijk waar deze geplaatst moeten worden, hoeveel het er zouden moeten zijn en welk effect deze profielen zouden hebben. Wat betreft de vervanging van de wanden heeft Van Straaten dit geadviseerd voor de situatie dat [gedaagde, sub 2] in verband met de leeftijd van de oprolbare folie zijwanden tot vervanging ervan overgaat. Gesteld noch gebleken is dat die situatie zich voordoet.
2.29.
De rechtbank zal vordering IIIa afwijzen.
Schadevergoeding (vordering IV)
Aansprakelijkheid opstal
2.30.
Zoals is vermeld in het tussenvonnis van 31 mei 2023, heeft [eiser] vordering IV primair gebaseerd op artikel 6:174 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW). In dat artikel staat dat de bezitter van een opstal die niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert aansprakelijk is wanneer het gevaar zich heeft verwezenlijkt.
2.31.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [eiser] onvoldoende onderbouwd dat de kas niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen en als gevolg daarvan op 18 januari 2018 de door [eiser] gestelde schade is ontstaan. De rechtbank verwijst naar 2.11.
Aansprakelijkheid onrechtmatige daad
2.32.
Subsidiair heeft [eiser] , zoals tevens is vermeld in het tussenvonnis van 31 mei 2023, vordering IV gebaseerd op artikel 6:162 BW.
2.33.
De rechtbank is van oordeel dat [gedaagde, sub 2] in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm en dus onrechtmatig heeft gehandeld door de oprolbare folie zijwanden open te zetten tijdens de storm van 18 januari 2018. Zij verwijst daartoe naar 2.16 in combinatie met 2.24.
2.34.
Volgens Van Straaten is er, ook als [gedaagde, sub 2] de oprolbare folie zijwanden sluit, een realistisch risico dat [eiser] schade lijdt bij stormachtige wind als gevolg van de aanwezigheid van de kas. Ook heeft Van Straaten opgemerkt dat er bij de door weersdeskundigen geschetste klimaatscenario’s meer kans zal zijn op meer en zwaardere stormen.
2.35.
Waar het risico op schade zich verwezenlijkt, kan naar het oordeel van de rechtbank niet zonder meer worden aanvaard dat [eiser] de schade dient te dragen. Hierbij is van belang dat de aanwezigheid van de kas voor [eiser] geen voordeel oplevert, dat glas op het perceel niet zonder meer behoort tot hetgeen door een derde in het maatschappelijk verkeer moet worden geduld en dat het veeleer op de weg van [gedaagde, sub 2] ligt om zich tegen aansprakelijkheid voor het toebrengen aan schade aan derden te verzekeren. Ook als onjuist is dat de kans op stormschade bij [eiser] groter is bij het openen van de oprolbare folie zijwanden dan bij het sluiten daarvan, is dus niet uitgesloten dat sprake was van een onrechtmatige daad. [1]
2.36.
Murbo c.s. hebben zich op een rechtvaardigingsgrond beroepen. Gezien de uitzonderlijke weersomstandigheden op 18 januari 2018 zijn zij van mening dat sprake was van overmacht. Dit beroep gaat niet op. Niet gesteld is dat [gedaagde, sub 2] niet in staat was de oprolbare folie zijwanden te sluiten en daarmee, naar valt aan te nemen, de schade van [eiser] had kunnen worden voorkomen of beperkt.
2.37.
Ten aanzien van Murbo heeft [eiser] gesteld dat zij onrechtmatig heeft gehandeld door niet de volgende maatregelen te treffen na de storm van 18 januari 2007:
1. het onderzoeken en waar nodig verbeteren van de constructieve veiligheid van de kas;
2. het vervangen van de oprolbare folie zijwanden door normale glazen wanden; en
3. het onderzoeken hoe Murbo rondvliegend glas zou kunnen opvangen.
2.38.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [eiser] onvoldoende onderbouwd dat Murbo onrechtmatig heeft gehandeld. De rechtbank verwijst wat betreft maatregel 1 naar 2.11. Wat betreft maatregel 2 wijst de rechtbank erop dat het vervangen van het gehele dek door een dek waarbij het glas aan vier zijden vastzit volgens Van Straaten leidt tot een dusdanige verzwaring van de constructie dat het open deel in feite in zijn geheel vervangen zou moeten worden. Naar het oordeel van de rechtbank kon dit niet van Murbo worden gevergd, te meer niet nu na de storm van 18 januari 2007 nog maar eenmaal schade was ontstaan bij [eiser] . De rechtbank neemt voorts in aanmerking dat na deze storm wél maatregelen aan de oprolbare folie zijwanden zijn getroffen die verzekeraar Interpolis had verplicht. Wat betreft maatregel 3 wijst de rechtbank erop dat Van Straaten geen realistische aanpassing heeft gezien om bij storm het rondvliegende glas op het perceel van Murbo op te vangen. Van Murbo kon naar het oordeel van de rechtbank niet worden gevergd dit te onderzoeken.
2.39.
De rechtbank zal vordering IV daarom afwijzen, voor zover deze betrekking heeft op Murbo. De rechtbank zal de overige verweren van Murbo c.s. behandelen als verweren van [gedaagde, sub 2] .
Eigen schuld
2.40.
[gedaagde, sub 2] stelt dat sprake is van eigen schuld van [eiser] . [eiser] heeft de zijde van zijn perceel die grenst aan het perceel van Murbo c.s. bebouwd met tunnelkassen op circa twee meter van de erfgrens, terwijl het perceel van [eiser] genoeg mogelijkheden biedt om de tunnelkassen elders te plaatsen. Navraag bij de gemeente leerde [gedaagde, sub 2] dat er bij de bouw van tunnelkassen niet binnen drie meter van de erfgrens mag worden gebouwd.
2.41.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [eiser] zich door tunnelkassen op circa twee meter van de erfgrens te bouwen niet (zodanig) anders gedragen dan een redelijk mens onder de gegeven omstandigheden zou doen, dat sprake is van eigen schuld. De stelling dat dit in strijd is met een gemeentelijke norm, maakt dit niet anders. Gesteld noch gebleken is dat deze norm is opgesteld met het oog op het voorkomen van schade aan eigen bouwwerken of dat [eiser] dat uit deze norm had moeten afleiden.
2.42.
[gedaagde, sub 2] stelt verder dat [eiser] niet heeft voldaan aan zijn schadebeperkingsplicht. [eiser] heeft namelijk vergoeding gevorderd voor het rapen van glas, uitgaande van € 33,00 per uur, terwijl [gedaagde, sub 2] heeft aangeboden om het glas op eigen kosten te laten rapen door een uitzendkracht à circa € 20,00 per uur.
2.43.
[eiser] heeft tijdens de zitting betwist dat [gedaagde, sub 2] hem dit aanbod heeft gedaan. Het was naar het oordeel van de rechtbank aan [gedaagde, sub 2] om het door hem gestelde aanbod nader te onderbouwen, bijvoorbeeld door een e-mail of appbericht over te leggen waaruit dit aanbod blijkt. Nu [gedaagde, sub 2] dit heeft nagelaten, ziet de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat van [eiser] kon worden gevergd om de kosten voor het rapen van glas te beperken.
Schade
2.44.
[gedaagde, sub 2] voert verder aan dat de gevorderde kosten voor het vervangen van het folie van de tunnelkas niet geheel moeten worden vergoed. Volgens [gedaagde, sub 2] is algemeen bekend dat folie slechts vijf jaar meegaat en [eiser] had de folie volgens hem al vijf jaar. Bovendien was slechts één zijde van de folie van de tunnelkas beschadigd.
2.45.
Dit verweer slaagt niet. [eiser] heeft een verklaring overgelegd van Roel van der Haven van 26 juli 2022 waarin staat dat zijn ervaring is dat de meeste folie van tunnelkassen na negen tot twaalf jaar moet worden vervangen. Voorts heeft [gedaagde, sub 2] niet onderbouwd dat de folie van de tunnelkas slechts aan één zijde was beschadigd. [eiser] heeft tijdens de zitting gesteld dat aan de oostzijde van de tunnelkas - de zijde die niet is gelegen aan de kant van [gedaagde, sub 2] - een scheur zat van 1,5 m. Dit komt overeen met de offerte van Roel van der Haven van 8 februari 2018 waarin staat dat de folie was gescheurd en reparatie niet mogelijk was. De rechtbank wijst de gevorderde kosten voor de reparatie van de tunnelkas dan ook toe.
2.46.
Ten aanzien van de kosten die [eiser] vordert voor het leegmaken van de tunnelkas in mei 2018 voert [gedaagde, sub 2] aan dat de tunnelkas op dat moment al leeg stond. De planten worden namelijk in het najaar in de tunnelkas geplaatst en in het voorjaar in de volle grond gezet. [eiser] heeft tijdens de zitting echter toegelicht dat in de tunnelkas niet alleen planten stonden, maar ook andere spullen, zoals elektra. [gedaagde, sub 2] heeft dit niet weersproken. De rechtbank wijst de gevorderde kosten voor het leegmaken van de tunnelkas dan ook toe.
2.47.
De rechtbank zal ook de gevorderde kosten voor reiniging van de teeltgrond toewijzen, nu [eiser] deze voldoende heeft onderbouwd.
2.48.
De rechtbank zal echter vordering IV afwijzen, voor zover [eiser] btw heeft gevorderd. [gedaagde, sub 2] heeft aangevoerd dat [eiser] btw kan verrekenen, hetgeen [eiser] tijdens de zitting heeft bevestigd.
2.49.
Ook zal de rechtbank vordering IV afwijzen, voor zover het kosten voor het rapport van De Bakker betreft. Op grond van artikel 6:96 lid 2, onder b, BW komen alleen redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid als vermogensschade voor vergoeding in aanmerking komen voor zover voldaan is aan de dubbele redelijkheidstoets. Dat wil zeggen dat moet worden beoordeeld of de door [eiser] gemaakte kosten in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs noodzakelijk waren om vergoeding van de door hem geleden schade te verkrijgen én of de omvang van de door De Bakker voor die werkzaamheden in rekening gebrachte kosten redelijk is.
2.50.
De Bakker heeft zich, zoals [gedaagde, sub 2] naar voren heeft gebracht, wat betreft de herstelkosten van de kas gebaseerd op de offerte van Roel van der Haven van 8 februari 2018 die hij van [eiser] heeft verkregen. Van een beoordeling van deze offerte door De Bakker blijkt niet. Naar het oordeel van de rechtbank kon ter vaststelling van de schade worden volstaan met de offerte van Roel van der Haven. Verder heeft De Bakker een inschatting gemaakt van de opruimkosten van het glas. [eiser] heeft echter niet de door De Bakker ingeschatte kosten gevorderd, maar zijn vordering gebaseerd op een door hemzelf gemaakt overzicht van uren en loonkosten.
2.51.
Gelet op het voorgaande, is de rechtbank van oordeel dat de door [eiser] gemaakte kosten voor het rapport van De Bakker niet noodzakelijk waren.
2.52.
De rechtbank zal vordering IV deels toewijzen ten aanzien van [gedaagde, sub 2] . Concluderend zal de gevorderde schade als volgt worden toegewezen.
Post
Gevorderd bedrag
Toegewezen
Herstel van de tunnelkas
€ 3.774,75
(€ 2.496,99 + € 1.277,76)
€ 3.119,63
(€ 2.063,63 + € 1.056,00)
Reiniging van teeltgrond
€ 1.437,78
€ 1.188,00
Onderzoek schade-expert
€ 680,63
€ 0,00
Totaal
€ 5.892,86
€ 4.307,63
2.53.
De rechtbank zal de wettelijke rente toewijzen met ingang van 18 januari 2018, zoals gevorderd.
Reinigen en glasvrij maken sloot (vordering V)
2.54.
De rechtbank zal beoordelen of schadevergoeding kan worden toegekend in de vorm van een veroordeling tot het op kosten van Murbo c.s. reinigen en glasvrij maken van de sloot tussen de percelen van partijen.
2.55.
Ten aanzien van Murbo zal de rechtbank deze vordering afwijzen, onder verwijzing naar 2.39, nu Murbo niet wordt veroordeeld tot vergoeding van schade. De rechtbank zal de verweren van Murbo c.s. behandelen als verweren van [gedaagde, sub 2] .
2.56.
[gedaagde, sub 2] voert aan dat hij de vervuiling van de sloot met glas uit de kas niet heeft waargenomen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [gedaagde, sub 2] de aanwezigheid van glas in de sloot daarmee onvoldoende betwist. Niet in geschil is dat glas van de kas is terechtgekomen op het perceel van [eiser] bij de storm van 18 januari 2018. Zoals [eiser] tijdens de zitting naar voren heeft gebracht, ligt niet voor de hand dat het glas uit de kas alleen op het perceel van [eiser] is terechtgekomen en niet in de tussenliggende sloot. Voor zover [gedaagde, sub 2] meent dat dit anders is, lag het op zijn weg om dit te onderbouwen met bijvoorbeeld een onderzoek naar de aanwezigheid van glas in de sloot. Nu hij dit niet heeft gedaan, beschouwt de rechtbank de aanwezigheid van glas in de sloot als een vaststaand gegeven.
2.57.
Verder voert [gedaagde, sub 2] aan dat partijen geen gebruik maken van de sloot en dat glasscherven in de sloot geen kwaad kunnen. Voor zover [gedaagde, sub 2] beoogt te betogen dat [eiser] onvoldoende belang heeft bij vordering V, volgt de rechtbank dit niet. Tijdens de zitting heeft [eiser] erop gewezen dat hij (als mede-eigenaar) een onderhoudsplicht heeft. Dit heeft [gedaagde, sub 2] niet betwist. [gedaagde, sub 2] heeft aangevoerd dat er nog geen bevel is gekomen van de gemeente dat onderhoud nodig is, maar dit maakt het oordeel van de rechtbank niet anders. Ook als daartoe nog geen bevel is gegeven, dienen eigenaren aan hun wettelijke plichten te voldoen.
2.58.
Ten aanzien van [gedaagde, sub 2] zal de rechtbank vordering V toewijzen, voor zover het het glasvrij maken van de sloot tussen de percelen van partijen betreft.
2.59.
[eiser] heeft echter onvoldoende onderbouwd op grond waarvan [gedaagde, sub 2] gehouden zou zijn de sloot voor het overige (volledig) op zijn kosten te reinigen. Tijdens de zitting heeft [gedaagde, sub 2] aangevoerd dat [eiser] elzenhagen heeft naast de sloot en dat takken daarvan in de sloot vallen en dat het aan partijen gezamenlijk is om de sloot te onderhouden. Behalve het glas in de sloot is gesteld noch gebleken van vervuiling van de sloot als gevolg van het openen van de oprolbare folie zijwanden door [gedaagde, sub 2] tijdens de storm van 18 januari 2018. De rechtbank zal vordering V afwijzen, voor zover het het op kosten van [gedaagde, sub 2] reinigen van de sloot tussen de percelen van partijen betreft.
Proceskosten
2.60.
[gedaagde, sub 2] wordt grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) van [eiser] betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
  • dagvaarding € 108,24
  • griffierecht € 661,00
  • salaris advocaat € 2.763,00 (4,5 punten, tarief II)
  • nakosten € 178,00
  • voorlopig deskundigenbericht € 3.146,00
  • deskundigenbericht € 4.993,31
Totaal € 11.849,55
2.61.
Voor zover de zaak betrekking heeft op Murbo, is [eiser] de in het ongelijk gestelde partij. Zij moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) van Murbo betalen. De proceskosten van Murbo worden begroot op:
  • griffierecht € 1.473,00
  • salaris advocaat € 2.149,00 (3,5 punten, tarief II)
  • nakosten € 178,00
Totaal € 3.800,00

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
beveelt [gedaagde, sub 2] om bij stormachtige wind - windkracht 8 Beaufort of harder - de folie zijwanden van de kas te sluiten en gesloten te houden, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per overtreding van dit bevel, met een maximum van € 50.000,00;
3.2.
veroordeelt [gedaagde, sub 2] tot het betalen van een schadevergoeding aan [eiser] , groot € 4.307,63, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 januari 2018;
3.3.
veroordeelt [gedaagde, sub 2] tot het op zijn kosten glasvrij maken van de sloot tussen de percelen van partijen;
3.4.
veroordeelt [gedaagde, sub 2] in de proceskosten van [eiser] , begroot op € 11.849,55, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde, sub 2] niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, moet [gedaagde, sub 2] € 92,00 aan nakosten betalen, plus de kosten van betekening;
3.5.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van Murbo, begroot op € 3.800,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [eiser] niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, moet [eiser] € 92,00 aan nakosten betalen, plus de kosten van betekening;
3.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. de Bruijn en in het openbaar uitgesproken op 16 april 2025.
type: 3053

Voetnoten

1.Vgl. HR 12 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:17.