Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 27 september 2024 met producties 1 tot en met 23;
- de conclusie van antwoord met producties 1 en 2;
- het tussenvonnis van 24 december 2024 waarin de mondelinge behandeling is bevolen;
- de akte overlegging productie van de kant van [eiser] met productie 24.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Het lot is een recht aan toonder
deelgenomen, wil nog niet zeggen dat daarin ook wordt bepaald wie als
deelnemerof
aanbieder van een deelnamebewijsmoet worden aangemerkt. De door [eiser] voorgestane uitleg zou er bovendien toe leiden dat een lot feitelijk slechts in beperkte mate overdraagbaar is, omdat uiteindelijk alleen de oorspronkelijke koper van het winnende lot de prijs zou kunnen opeisen. De rechtbank acht dit, mede gelet op de omstandigheid dat de Staatsloterij onweersproken heeft gesteld dat het in (familiaire verhoudingen) regelmatig voorkomt dat loten worden geschonken, een onaannemelijk rechtsgevolg. De rechtbank gaat daarom aan de door [eiser] voorgestane uitleg voorbij.
€ 178,- (plus de verhoging vermeld in de beslissing)