ECLI:NL:RBDHA:2025:6245

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 april 2025
Publicatiedatum
15 april 2025
Zaaknummer
C/09/659625 / HA ZA 24-46
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op model- en auteursrechten door Boombrush op de Diamondclean-tandenborstel van Philips

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 april 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Koninklijke Philips N.V. en Boombrush B.V. over inbreuk op model- en auteursrechten. Philips, eiseres, stelt dat Boombrush inbreuk maakt op haar modelregistraties en auteursrechten met betrekking tot de Sonicare Diamondclean-tandenborstel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Boombrush-tandenborstel bij de geïnformeerde gebruiker een andere algemene indruk wekt dan de Diamondclean-modellen, mede door de beperkte beschermingsomvang van de modellen. De rechtbank heeft de vorderingen van Philips afgewezen, omdat er geen sprake was van modelrechtinbreuk of auteursrechtinbreuk. Philips had vorderingen ingesteld voor een verklaring voor recht en een inbreukverbod, maar de rechtbank oordeelde dat de verschillen tussen de producten voldoende waren om aan te nemen dat er geen inbreuk was. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat Philips in de proceskosten moest worden veroordeeld, omdat zij in het ongelijk was gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Team Handel
Zaaknummer / rolnummer: C/09/659625 / HA ZA 24-46
Vonnis van 23 april 2025
in de zaak van
KONINKLIJKE PHILIPS N.V.,
te Eindhoven,
eiseres,
advocaat: mr. S.L.H. Bergsma te Amsterdam,
tegen
BOOMBRUSH B.V.,
te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam.
De zaak is voor Philips inhoudelijk behandeld door mr. Bergsma voornoemd en mrs. N. Spekman, J. Dikker en F.J.P.M. Haverhals, advocaten te Amsterdam, en voor Boombrush door mrs. A.P. Groen en J. Visser, advocaten te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Philips en Boombrush worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van Philips van 28 december 2023;
- de akte houdende overlegging producties EP01 t/m EP15 van Philips van 10 januari 2024;
- de conclusie van antwoord van Boombrush van 21 februari 2024 met producties GP01 t/m GP14;
- de conclusie van repliek van Philips tevens akte houdende vermindering van eis tevens houdende overlegging producties EP16 t/m EP33 van Philips van 19 juni 2024;
- de conclusie van dupliek van Boombrush van 31 juli 2024;
- het tussenvonnis van 30 oktober 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald op
7 februari 2025;
- de akte overlegging aanvullende producties van Boombrush van 28 januari 2025 met producties GP15 t/m GP20;
- het proceskostenoverzicht van Philips van 27 januari 2025;
- het aanvullende proceskostenoverzicht van Philips van 6 februari 2025;
- de mondelinge behandeling van 7 februari 2025 waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en waarbij partijen spreekaantekeningen hebben voorgedragen en overgelegd en verschillende producten hebben getoond ter onderbouwing van hun standpunten.
1.2.
Na afloop van de mondelinge behandeling is de zaak aangehouden tot 19 februari 2025 om Philips in de gelegenheid te stellen aanvullende producties in het geding te brengen Bij akte van 19 februari 2025 heeft Philips aanvullende producties EP34.01 t/m EP34.04 ingediend.
1.3.
Ten slotte is vonnis (nader) bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Philips is een Nederlandse onderneming die zich wereldwijd bezighoudt met het ontwikkelen en verkopen van elektronische producten. Philips brengt onder meer sonische elektrische tandenborstels [1] op de markt onder de merklijn “Sonicare”. Eén van de sonische tandenborstels uit de Sonicare-lijn is de “Sonicare Diamondclean”, die in 2011 is ontworpen en voor het eerst is gepubliceerd in het Verenigd Koninkrijk. De Sonicare Diamondclean is sindsdien in verschillende (doorontwikkelde) varianten op de markt gebracht en is verkrijgbaar in het zwart en in het wit. Ter illustratie zijn hieronder een aantal afbeeldingen weergegeven van het vooraanzicht van de Sonicare Diamondclean uit 2011 (hierna: de Diamondclean), in zowel de witte als de zwarte uitvoering:
2.2.
Philips is – voor zover hier van belang – houdster van de volgende modelregistraties
(hierna de Diamondclean-modellen):
- het op 30 november 2010 gedeponeerde en op 3 december 2010 onder nummer 001787714-0003 voor de klasse ‘Tandenborstels (elektrisch) (deel van -)’ ingeschreven Gemeenschapsmodel, waartoe de volgende afbeeldingen behoren:
- het op 30 november 2010 gedeponeerde en op 3 december 2010 onder nummer 001787714-0004 voor de klasse ‘Tandenborstels (elektrisch)’ ingeschreven Gemeenschapsmodel, waartoe de volgende afbeeldingen behoren:
2.3.
Boombrush is een Nederlandse onderneming die sinds 2019 sonische elektrische tandenborstels en andere mondverzorgingsproducten verhandelt. Boombrush brengt onder meer een sonische elektrische tandenborstel op de markt onder de naam “Boombrush” of “brush” (hierna: de Boombrush) die verkrijgbaar is in het zwart en in het wit. Boombrush verkoopt haar producten alleen online via haar eigen website, Coolblue en Bol.com. Boombrush is actief in Nederland, België, Duitsland en Spanje. Hieronder zijn ter illustratie een aantal afbeeldingen van de Boombrush weergegeven, in zowel de witte als de zwarte uitvoering:
2.4.
Bij brief van 19 mei 2020 heeft Philips Boombrush (destijds Toot B.V. genaamd) gesommeerd de auteursrechtinbreuk op de Diamondclean te staken. Bij brief van 29 mei 2020 heeft Boombrush betwist dat sprake is van inbreuk, heeft zij gevraagd om extra informatie om de auteursrechtelijke aanspraak van Philips te kunnen vaststellen en heeft Boombrush aangegeven open te staan voor overleg. Bij e-mail van 8 juni 2020 heeft Philips Boombrush verzocht originele afbeeldingen van het vormgevingserfgoed te overleggen en aangegeven telefonisch contact op te nemen voor overleg. Bij e-mail van 8 juni 2020 heeft Boombrush aangegeven dat verstrekking van de originele afbeeldingen van het vormgevingserfgoed niets toevoegt en heeft zij nogmaals aangegeven open te staan voor overleg. Daarna hebben partijen een aantal jaren geen contact met elkaar gehad en is Boombrush doorgegaan met het verhandelen van de Boombrush.
2.5.
Bij brief van 12 oktober 2023 heeft Philips Boombrush gesommeerd de inbreuk op haar model- en auteursrechten op de Diamondclean te staken en verzocht een onthoudingsverklaring te tekenen, onder toezending van een concept-dagvaarding. Bij brief van 20 oktober 2023 heeft Boombrush erop gewezen dat Philips in 2020 niet in overleg is getreden en de kwestie vervolgens 3,5 jaar heeft laten rusten. Boombrush heeft opnieuw verzocht om de informatie waar zij in 2020 om had verzocht en heeft voorgesteld in overleg te treden. Vervolgens hebben partijen tot en met december 2023 gecorrespondeerd, hetgeen niet heeft geleid tot een oplossing. Bij dagvaarding van 28 december 2023 heeft Philips de onderhavige procedure ingeleid.
2.6.
Boombrush heeft eind december 2024 een vordering tot nietigverklaring van de Diamondclean-modellen ingediend bij het EUIPO [2] . Het EUIPO heeft hierop nog niet beslist.

3.Het geschil

3.1.
Philips vordert – samengevat en na vermindering van eis – bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
een verklaring voor recht dat Boombrush inbreuk maakt op de Diamondclean-modellen;
een verklaring voor recht dat Boombrush inbreuk maakt op de auteursrechten van Philips op de Diamondclean;
een inbreukverbod op de Diamondclean-modellen in de Europese Unie, in het bijzonder een verbod op het vervaardigen, aanbieden, in de handel brengen, invoeren, uitvoeren en/of in voorraad hebben van de Boombrush;
een inbreukverbod op de auteursrechten van Philips op de Diamondclean in Nederland, België, Duitsland en Spanje, in het bijzonder een verbod op het verveelvoudigen, distribueren en/of anderszins verhandelen van de Boombrush;
oplegging van een dwangsom van € 50.000,- voor ieder(e) dag(deel) dat Boombrush het verbod onder c) en/of d) overtreedt, met een maximum van € 1.000.000,-;
veroordeling van Boombrush in de proceskosten op grond van artikel 1019h Rv [3] vermeerderd met de nakosten en wettelijke rente.
3.2.
Philips legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Boombrush met het verhandelen van haar Boombrush inbreuk maakt op de Diamondclean-modellen in de zin van artikel 10 lid 1 GModVo [4] , omdat het uiterlijk van de Boombrush bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt dan de Diamondclean-modellen. Daarnaast stelt Philips dat Boombrush inbreuk maakt op de auteursrechten van Philips op de Diamondclean in de zin van artikel 13 Aw [5] , omdat de Diamondclean een auteursrechtelijk beschermd werk is waarvan Philips de rechthebbende is en de Boombrush daarvan een ongeoorloofde verveelvoudiging vormt, nu deze dezelfde totaalindruk wekt als de Diamondclean.
3.3.
Boombrush heeft zich op het standpunt gesteld, zo begrijpt de rechtbank uit hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling, dat de rechtbank de beoordeling van de zaak om twee redenen zou moeten aanhouden. Ten eerste heeft Boombrush gewezen op de prejudiciële vragen die zijn gesteld aan het HvJ EU [6] in de Zweedse zaak Mio en in de Duitse zaak Konektra [7] over – kort gezegd – de harmonisatie van het bewerkingsrecht. Zolang die vragen niet zijn beantwoord is volgens Boombrush niet duidelijk of de nationale rechter bevoegd is te beslissen op verbodsvorderingen die mede zijn gebaseerd op auteursrechten buiten zijn territoir. Ten tweede heeft Boombrush betoogd dat de rechtbank de beslissing van het EUIPO op de door haar ingestelde nietigheidsprocedures ten aanzien van de Diamondclean-modellen zou moeten afwachten, alvorens in deze zaak te beslissen.
3.4.
Boombrush voert ook inhoudelijk verweer, strekkende tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Philips in de volledige proceskosten in de zin van artikel 1019h Rv, uitvoerbaar bij voorraad.
3.5.
Boombrush betwist dat sprake is van modelrechtinbreuk, omdat de Diamondclean-modellen nietig zijn wegens gebrek aan nieuwheid en eigen karakter en omdat de Boombrush bij de geïnformeerde gebruiker een andere algemene indruk wekt dan de Diamondclean-modellen. Het uiterlijk van de Boombrush verschilt voldoende van de Diamondclean-modellen, mede in het licht van de beperkte beschermingsomvang van de modellen, aldus Boombrush. Daarnaast betwist Boombrush dat sprake is van auteursrechtinbreuk, omdat Philips geen auteursrechthebbende is, Philips in Nederland geen beroep kan doen op buitenlandse auteursrechten, de Diamondclean geen zelfstandig auteursrechtelijk beschermd werk is, maar een doorontwikkeling van eerdere Philips-producten en de Boombrush zodanig verschilt van de Diamondclean dat zij een andere totaalindruk wekt. Verder voert Boombrush aan dat Philips haar recht om tegen de vermeende inbreuken op te treden heeft verwerkt door na de eerste sommatie 3,5 jaar niets te doen om de vermeende inbreuk te stoppen.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Bevoegdheid
4.1.
Voor zover de vorderingen zijn gegrond op de Diamondclean-modellen is deze rechtbank internationaal en relatief bevoegd daarvan kennis te nemen op grond van de artikelen 80 lid 1, 81 aanhef en onder a en 82 lid 1 GModVo, in samenhang met artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-verordening betreffende Gemeenschapsmodellen, aangezien Boombrush in Nederland is gevestigd. Deze bevoegdheid strekt zich op grond van artikel 83 lid 1 GModVo uit tot inbreuk op het grondgebied van de Europese Unie.
4.2.
Voor zover de vorderingen zijn gebaseerd op auteursrecht is deze rechtbank internationaal bevoegd daarvan kennis te nemen op grond van artikel 4 lid 1 Brussel I bis-Vo [8] , aangezien Boombrush in Nederland is gevestigd. De rechtbank is relatief bevoegd op grond van artikel 102 Rv, aangezien de vermeende inbreuk via internet, en dus ook in het arrondissement Den Haag, plaatsvindt.
4.3.
Boombrush heeft aangevoerd dat de bevoegdheid van de rechtbank zich niet uitstrekt tot auteursrechtinbreuk buiten Nederland, omdat het Europese recht ten aanzien van de auteursrechtelijke bewerking (de verveelvoudiging van een werk in gewijzigde vorm) niet is geharmoniseerd. Een (eventueel) vastgestelde auteursrechtinbreuk in Nederland betekent daarom niet automatisch ook een inbreuk naar het nationale recht van de andere landen waarvoor Philips een verbod vordert. Boombrush heeft daarom, zoals gezegd, verzocht om de zaak aan te houden in afwachting van de beantwoording van prejudiciële vragen die hierover zijn gesteld aan het HvJ EU. [9]
4.4.
Philips heeft aan haar grensoverschrijdende verbodsvordering ten grondslag gelegd dat het auteursrecht Europeesrechtelijk is geharmoniseerd voor wat betreft de vragen of iets kan worden aangemerkt als een werk en of een vermeende kopie daarvan een ongeoorloofde bewerking is. Nu de rechtbank in het hiernavolgende tot het oordeel komt dat geen sprake is van auteursrechtinbreuk naar Nederlands recht en zij voor Nederland dus geen verbodsvordering zal opleggen aan Boombrush, zal zij dat ook niet doen in de andere landen waarvoor Philips dat heeft gevorderd. De rechtbank ziet om die reden geen aanleiding om de behandeling van de zaak aan te houden in afwachting van de antwoorden van het HvJ EU over voormelde kwestie en gaat dan ook aan dat verzoek van Boombrush voorbij.
Rechtsverwerking
4.5.
Boombrush heeft aangevoerd dat Philips haar rechten heeft verwerkt door na de eerste sommatie 3,5 jaar lang niet op te treden tegen de vermeende model- en auteursrechtinbreuk door Boombrush. Dit standpunt kan verder onbesproken blijven omdat, ook als er veronderstellenderwijs vanuit wordt gegaan dat Philips haar rechten niet heeft verwerkt, naar het oordeel van de rechtbank geen sprake is van inbreuk, zoals hierna zal worden besproken.
Modelrechtinbreuk
4.6.
Boombrush heeft als meest verstrekkend verweer tegen de gestelde modelrechtinbreuk betoogd dat de Diamondclean-modellen niet geldig zijn. Ook dit verweer kan onbesproken blijven, omdat de rechtbank van oordeel is dat, indien en voor zover de modellen geldig zijn, Boombrush daarop geen inbreuk maakt. Om dezelfde reden dient de verzochte aanhouding in afwachting op de beslissing van het EUIPO op de door Boombrush ingestelde nietigheidsacties geen redelijk doel en gaat de rechtbank ook aan dat verzoek van Boombrush voorbij.
4.7.
Bij beoordeling van de gestelde inbreuk moet het volgende in aanmerking
worden genomen. Volgens artikel 10 lid 1 GModVo omvat de beschermingsomvang van een Gemeenschapsmodel elk model dat bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt. Volgens lid 2 wordt bij het beoordelen van de draagwijdte van de bescherming rekening gehouden met de mate van vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van het model. Tussen de beantwoording van de vragen of een model geldig is, en wat de beschermingsomvang daarvan is, bestaat in die zin een verband dat, als vaststaat dat een model geldig is, de beschermingsomvang daarvan (i) afhankelijk is van de afstand die bestaat tussen het model en eerdere soortgelijke modellen, en (ii) ten opzichte van latere modellen niet groter is dan de afstand die bestaat tussen het model en eerdere soortgelijke modellen. [10]
4.8.
De ‘geïnformeerde gebruiker’, de maatpersoon in het modellenrecht, is een gebruiker die niet slechts gemiddeld, maar in hoge mate aandachtig is, hetzij door zijn persoonlijke ervaring, hetzij door zijn uitgebreide kennis van de betrokken sector. Deze gebruiker is gepositioneerd tussen enerzijds de – in het merkenrecht gehanteerde – maatpersoon de ‘gemiddelde consument’, van wie geen enkele specifieke kennis wordt verwacht en die strijdige merken in de regel niet rechtstreeks vergelijkt, en anderzijds de maatpersoon ‘vakpersoon’ met grondige technische deskundigheid die in het octrooirecht als uitgangspunt geldt. Voor wat betreft het aandachtsniveau van deze geïnformeerde gebruiker geldt dat deze niet de gemiddelde consument is die een model gewoonlijk als een geheel waarneemt en niet op de verschillende details ervan let, en dat het evenmin gaat om de vakpersoon die in detail de minieme verschillen die mogelijkerwijs tussen de conflicterende modellen bestaan, kan onderscheiden. Het betreft de gebruiker die, zonder een ontwerper of een technisch deskundige te zijn, de in de betrokken sector bestaande verschillende modellen kent, een zekere kennis bezit met betrekking tot de elementen die deze modellen over het algemeen bevatten, en door zijn belangstelling voor de betrokken voortbrengselen blijk geeft van een vrij hoog aandachtsniveau bij gebruik ervan. [11] Deze regel heeft tot consequentie dat eerder moet worden aangenomen dat het vermeend inbreukmakende voortbrengsel een andere algemene indruk wekt, dan bij een maatpersoon met een lager aandachtsniveau, zoals in het merkenrecht; ook detailverschillen moeten in het modellenrecht immers worden meegewogen. [12]
4.9.
In dit geval bestaat de ‘geïnformeerde gebruiker’ uit een persoon die, bijvoorbeeld als inkoper, sonische elektrische tandenborstels koopt en verkoopt. Aangenomen kan worden dat deze geïnformeerde gebruiker de verschillende modellen kent die in deze branche beschikbaar zijn en vanuit zijn kennis en belangstelling voor het type product – mede gelet op gebruiksgemak, doeltreffendheid en hygiëne die bij het gebruik van een sonische elektronische tandenborstel gewenst zijn – in hoge mate aandachtig zal zijn en oog zal hebben voor details.
4.10.
De rechtbank stelt voorop dat de geïnformeerde gebruiker bekend zal zijn met het feit dat het ontwerp van een (sonische) elektrische tandenborstel vanaf de introductie van de eerste elektrische tandenborstel in 1956 een bekende ‘basisvorm’ heeft, namelijk een langwerping, smal handvat dat makkelijk in de hand kan worden gehouden maar waarin ook een batterij en een motor passen, dat taps toeloopt naar een trompetvormige opzetborstel die smal genoeg is om in de mond te passen, en met een aan- en uitknop op het handvat die met de duim kan worden ingedrukt. Beide partijen hebben verwezen naar eerdere soortgelijke modellen waarbij steeds deze basisvorm werd toegepast, zoals:
1956 1964 2002 2009
4.11.
Philips heeft gewezen op de grote verschillen binnen het vormgevingserfgoed, waarbinnen tandenborstels voorkomen met zowel grove als fijne structuurelementen, drukke dan wel strakke ontwerpen en opvallende of juist geen details. Zij heeft daarmee betoogd dat de ontwerpvrijheid bij (sonische) elektrische tandenborstels op geen enkele wijze is beperkt. Boombrush heeft daarentegen juist betoogd dat de uitgangspunten van voornoemde basisvorm, zeker in een minimalistische stijl, automatisch leiden tot een sonische elektrische tandenborstel met een uiterlijk zoals dat van de Diamondclean en de Boombrush en vele soortgelijke modellen. De beschermingsomvang van de modellen is volgens Boombrush dan ook zeer klein of geheel afwezig. Boombrush heeft erop gewezen dat dit wordt onderstreept door het feit dat Philips voor vijf opvolgende ontwerpen uit de Sonicare-lijn modelregistraties heeft gedeponeerd op de grond dat deze ‘nieuw’ zijn en een ‘eigen karakter’ hebben ten opzichte van de oudere (ook eigen) modellen.
4.12.
De rechtbank is van oordeel dat de omstandigheid dat er verschillen bestaan in het uiterlijk van verschillende (sonische) elektrische tandenborstels, er niet aan af doet dat de basisvorm daarvan een gegeven is. Het feit dat er variaties mogelijk zijn in bijvoorbeeld structuur, vorm en positionering van knoppen, betekent dat deze kennelijk niet geheel technisch bepaald zijn en dat er wel enige ontwerpvrijheid is. Echter, door de technisch ingegeven basisvorm waarvan bij alle (sonische) elektrische tandenborstels gebruik wordt gemaakt, zal de afstand tussen een model en eerdere soortgelijke modellen automatisch klein zijn. Dit betekent dat de beschermingsomvang ten opzichte van latere modellen even klein zal zijn. De hoog aandachtige geïnformeerde gebruiker zal, gelet daarop, nog beter in staat zijn om verschillen tussen ontwerpen waar te nemen.
4.13.
De conclusie uit het voorgaande is dan ook dat de beschermingsomvang van de Diamondclean-modellen beperkt is.
4.14.
Indien de Boombrush, met het voorgaande in gedachten, wordt vergeleken met de Diamondclean-modellen, ontstaat het volgende beeld:
Diamondclean-model (handvat)
Boombrush (handvat) (zwarte en witte uitvoering)
Diamondclean-model (handvat en opzetborstel)
Boombrush (handvat en opzetborstel) (zwarte en witte uitvoering)
4.15.
De meest opvallende verschillen tussen de Boombrush en de Diamondclean-modellen (al dan niet met opzetborstel) zijn de volgende elementen:
- de ring aan de bovenkant van het handvat van de Diamondclean-modellen (de “trouwring”) die aanzienlijk smaller is bij de Boombrush:
- de licht naar voren gebogen vorm van de modellen (de “bochel”) die ontbreekt bij de Boombrush, waarbij het handvat in een rechte lijn naar de opzetborstel doorloopt:
- het handvat van de Diamondclean-modellen loopt vanaf een “vierkante” onderzijde overwegend “balkvormig” door en loopt pas bovenaan toe in een cilindervorm (het handvat “rolt” niet), terwijl het handvat van de Boombrush vanaf een “ronde/driehoekige” onderzijde overwegend cilindrisch is (hij “rolt”), hetgeen ook bepaalt hoe de tandenborstel in de hand ligt:
4.16.
Naar het oordeel van de rechtbank leiden voornoemde verschillen, mede gelet op de beperkte beschermingsomvang van de Diamondclean-modellen, ertoe dat de Boombrush bij de geïnformeerde gebruiker een andere algemene indruk wekt dan de Diamondclean-modellen, zodat geen sprake is van modelrechtinbreuk. De rechtbank zal de vorderingen onder a) en c) (en de daarmee samenhangende dwangsommen) dan ook afwijzen.
Auteursrechtinbreuk
4.17.
Boombrush heeft als meest verstrekkende verweren tegen de gestelde auteursrechtinbreuk aangevoerd dat Philips niet de auteursrechthebbende op de Diamondclean is, dat Philips in Nederland geen beroep kan doen op buitenlandse auteursrechten en dat de Diamondclean geen auteursrechtelijk beschermd werk is. Deze verweren kunnen onbesproken blijven, omdat, veronderstellenderwijs aangenomen dat Philips een beroep kan doen op auteursrechten op de Diamondclean, daar naar het oordeel van de rechtbank geen inbreuk op wordt gemaakt door Boombrush. Daartoe is het volgende redengevend.
4.18.
Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van inbreuk op een auteursrecht op een gebruiksvoorwerp, moet naar Nederlands recht worden beoordeeld of het vermeend inbreukmakende voorwerp dezelfde algemene indruk (ook wel ’totaalindruk’ genoemd) wekt als het auteursrechtelijk beschermde werk. [13] De auteursrechtelijk beschermde trekken of elementen van het werk zijn daarbij bepalend, met dien verstande dat ook een verzameling of bepaalde selectie van op zichzelf niet beschermde elementen, een (oorspronkelijk) werk kan zijn in de zin van de Auteurswet, mits die selectie een eigen intellectuele schepping van de auteur is. Bij de vergelijking van de algemene indrukken moeten dus ook onbeschermde elementen in aanmerking te worden genomen, voor zover de combinatie van al deze elementen in het beweerdelijk nagebootste werk aan de ‘
werktoets’ beantwoordt. Voorts geldt dat de enkele omstandigheid dat het werk of bepaalde elementen daarvan, passen binnen een bepaalde mode, stijl of trend niet betekent dat het werk of deze elementen zonder meer onbeschermd zijn. Onderzocht moet worden of de vormgeving van de (combinatie van de) verschillende elementen zodanig is, dat aangenomen kan worden dat met het ontwerp door de maker op een voldoende eigen wijze uiting is gegeven aan de vigerende stijl, trend of mode. [14]
4.19.
Voor de beoordeling van de vraag of de Boombrush dezelfde algemene indruk wekt als de Diamondclean, geldt – anders dan bij het modelrecht waarbij de vergelijking wordt gemaakt met (de afbeeldingen van) het model zoals dat is ingeschreven – dat de vergelijking moet worden gemaakt tussen de Boombrush en het Diamondclean-product zoals dat door Philips op de markt is gebracht:
Diamondclean (zwarte en witte uitvoering)
Boombrush (zwarte en witte uitvoering)
4.20.
De rechtbank is van oordeel dat de Boombrush een andere algemene indruk wekt dan de Diamondclean en verwijst daarbij kortheidshalve naar de drie belangrijkste verschillen die hiervoor zijn besproken in het kader van de beoordeling van de gestelde modelrechtinbreuk. Ook bij de beoordeling van de gestelde auteursrechtinbreuk gaat de rechtbank uit van het bestaan van een basisvorm van de (sonische) elektrische tandenborstel en van het bestaan van diverse ontwerpen met een soortgelijk uiterlijk. Dat in aanmerking nemende bestaan er naar het oordeel van de rechtbank tussen de Boombrush en de Diamondclean voldoende verschillen, waardoor deze een andere algemene indruk (een andere ‘totaalindruk’) wekken. Daarbij geldt in het kader van het auteursecht als extra verschil ten opzichte van de beoordeling van de gestelde modelrechtinbreuk dat de Boombrush zwarte borstelharen heeft en dat de bovenkant van de opzetborstel van de Boombrush grijs is, terwijl de opzetborstel van de Diamondclean geheel wit/zwart is en borstelharen van de Diamondclean wit, blauw en groen zijn.
4.21.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van auteursrechtinbreuk. De vorderingen onder b) en d) (en de daarmee samenhangede dwangsommen) zullen dan ook worden afgewezen.
Proceskosten
4.22.
Philips zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van Boombrush. Boombrush maakt aanspraak op vergoeding van de volledige proceskosten zoals bedoeld in artikel 1019h Rv. Boombrush heeft specificaties van haar advocaatkosten van in totaal € 104.575,67 overgelegd.
4.23.
De onderhavige zaak is een zaak ter handhaving van intellectuele eigendomsrechten in de zin van artikel 1019 Rv. Teneinde de redelijkheid en evenredigheid van de opgevoerde advocaatkosten te kunnen beoordelen, wordt aansluiting gezocht bij de Indicatietarieven in IE-zaken (versie april 2017). De daarin vermelde tarieven worden geacht redelijk en evenredig te zijn. De onderhavige zaak valt naar het oordeel van de rechtbank onder de categorie ‘complexe bodemzaak na aanvullende conclusiewisseling’ met een maximumtarief van € 40.000,-, mede gelet op de standpunten die partijen daarover hebben ingenomen en gezien het aantal onderwerpen waarover partijen hebben gedebatteerd. Dit bedrag zal worden toegewezen; het meer gevorderde wordt afgewezen. Het bedrag voor salaris advocaat van € 40.000,- wordt verhoogd met € 676,- aan griffierecht, waarmee het totaalbedrag uitkomt op € 40.676,-.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt Philips in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van Boombrush begroot op € 40.676,-;
5.3.
verklaart dit vonnis ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Kelkensberg, rechter, bijgestaan door mr. J.M.N. van Limpt-Schrover, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 23 april 2025.

Voetnoten

1.Een sonische tandenborstel is een elektrische tandenborstel die, in tegenstelling tot een roterende elektrische tandenborstel, geen ronde, maar een langwerpige opzetborstel heeft (vergelijkbaar met die van een handtandenborstel). De borstelharen van een sonische tandenborstel worden aangedreven door een sonische golftechnologie die duizenden trillingen per minuut produceert.
2.European Union Intellectual Property Office
3.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
4.Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende Gemeenschapsmodellen (Gemeenschapsmodellenverordening)
5.Auteurswet
6.Het Hof van Justitie van de Europese Unie
7.Zaak C-580/23, Mio e.a. en zaak C-795/23, Konektra
8.​Verordening (EU) 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
9.Zaak C-580/23, Mio e.a. en zaak C-795/23, Konektra
10.Hoge Raad, 31 mei 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1983 (Apple/Samsung), r.o. 4.3
11.HvJ EU 20 oktober 2011, ECLI:EU:C:2011:679, (PepsiCo & Grupo Promer/BHIM), r.o. 53 en 59
12.Vgl. gerechtshof ‘s-Gravenhage 24 januari 2012, ECLI:NL:GHSGR:2012:BV1612, r.o. 9.2
13.De rechtbank houdt de terminologie van het HvJ EU aan, zie onder meer zaak C-580/23 (Mio e.a. / Asplund)
14.HR 12 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1533 (Hauck/Stokke) en Gerechtshof Den Haag 14 juli 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:1218, r.o. 169 (Vitra/Kwantum)