ECLI:NL:RBDHA:2025:6217
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Syrische eiser in verband met Dublinverordening en opvang in Spanje
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 april 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij een Syrische eiser in beroep ging tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie. De eiser had op 10 januari 2025 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd niet in behandeling genomen omdat Spanje verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Dit besluit was gebaseerd op de Dublinverordening, die bepaalt welk land verantwoordelijk is voor de behandeling van asielaanvragen binnen de EU. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet voldoende had aangetoond dat hij in Spanje geen toegang had tot de asielprocedure of opvangvoorzieningen. De rechtbank wees erop dat het aan de eiser was om aan te tonen dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet van toepassing was in zijn geval. De rechtbank concludeerde dat de minister in redelijkheid had kunnen besluiten om de asielaanvraag niet in behandeling te nemen en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op de overdracht aan Spanje rechtvaardigden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.