In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 31 maart 2025, wordt het recht op een WIA-uitkering van eiseres beoordeeld. Eiseres is het niet eens met het arbeidsongeschiktheidspercentage dat door verweerder, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), is vastgesteld. De rechtbank oordeelt dat het medisch onderzoek dat door verweerder is uitgevoerd niet zorgvuldig is geweest. Verweerder heeft ter zitting erkend dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep eiseres ten onrechte niet heeft gezien op een spreekuur, wat heeft geleid tot een onjuiste vaststelling van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit van het Uwv en draagt hen op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Eiseres krijgt gelijk en het beroep is gegrond. De rechtbank bepaalt dat het Uwv het griffierecht en de proceskosten aan eiseres moet vergoeden.