Uitspraak
1.De procedure
- het verzoekschrift tot toekenning billijke vergoeding, transitievergoeding en vergoeding wegens onregelmatige opzegging, ingekomen op 29 november 2024;
- het verweerschrift met tegenverzoek en producties, ingekomen op 27 januari 2025;
- de bij brief van 30 januari 2025 ingezonden producties 26 en 27 afkomstig van werknemer;
- de bij brief van 31 januari 2025 aangevulde productie 26 afkomstig van werknemer;
- de zittingsaantekeningen van de griffier;
- de bij brief van 10 februari 2025 door partijen overgelegd audiobestand en bijbehorende transcriptie van het ontslaggesprek.
2.De feiten
probeer nu 50% mee te lopen en kijk hoe dat gaat evalueer over 2 weken[met [naam 4] ] en dan opboeien kwa uren ..taken”.
Ik adviseer aanvullende fysieke hulp om te leren omgaan met spanningsklachten en verder leefstijl advies gegeven: bewegen structuur dagritme. En richting werk: rijden is nog niet verantwoord, maar probeer om:3 keer:3 max 4 uur /dag, op locatie wat mee toe lopen, zonder dat er druk ontstaat[het kan helpend zijn om bezig te zijn”.
Ik heb aangegeven dat ik denk dat hij nog steeds niet de juiste hulp heeft[revalidatie traject?] en dan hij toch moet proberen om meer naar het werk te gaan, structuur regelmaat en werkritme oppakken. Maandag en vrijdag 4 uur/dag en op dinsdag en donderdag: start met 2 uur en pak er elke week 2 uur bij met als doen naar 4 keer 4 te komen. […] Het is belangrijk nu te richten op werkcontact en ritme : mee lopen”.
3.Het geschil; het verzoek en het verweer
€ 4.153,74 bruto;
4.Het geschil; het tegenverzoek
5.De beoordeling
ultimum remedium. Dit betekent dat ontslag op staande voet vanwege haar ingrijpende gevolgen slechts mag worden verleend als een mindere maatregel, zoals een loonsanctie of ontbinding van de arbeidsovereenkomst, niet volstaat.
€ 4.153,74 op de inkomensschade in mindering brengen. De transitievergoeding van
€ 8.699,00 zal niet op de billijke vergoeding in mindering worden gebracht omdat aannemelijk is dat werknemer een (substantieel) deel daarvan nodig heeft voor begeleiding naar (ander) werk. Als billijke vergoeding zal al met al worden toegewezen een bedrag van
€ 35.846,26 (bruto). De verzochte wettelijke rente over de billijke vergoeding is toewijsbaar vanaf het moment van toekenning ervan, en dat is heden.
€ 815,00 elk) en € 135,00 aan nakosten.
6.De beoordeling van het tegenverzoek
7.De beslissing
€ 8.699,00 (bruto), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 23 november 2024 tot aan de dag van volledige voldoening,
€ 35.846,26 (bruto), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf heden tot aan de dag van volledige voldoening,