Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiser,
de Minister van Asiel en Migratie, de minister
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Blijkens informatie van de minister is eiser op 2 april 2025 met onbekende bestemming vertrokken. Uit vaste rechtspraak van de Afdeling [2] volgt dat wanneer een vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken zonder de minister te laten weten waar hij verblijft, er in beginsel van uit wordt gegaan dat die vreemdeling geen prijs meer stelt op de door hem aanvankelijk verzochte bescherming in Nederland. In dat geval heeft de vreemdeling geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van het ingestelde beroep. De Afdeling heeft daarbij overwogen dat dit slechts anders is als de vreemdeling laat weten dat hij contact onderhoudt met zijn gemachtigde. Dit impliceert dat de gemachtigde weet dat de vreemdeling nog in Nederland verblijft, waar hij verblijft en met de vreemdeling contact heeft over de verdere voortgang van de procedure en de keuzes die in dit kader moeten worden gemaakt. [3]