Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
acta iure imperii– en niet voor gevallen waarin de vreemde Staat op voet van gelijkheid rechtsbetrekkingen is aangegaan met particulieren, de zogenoemde
acta iure gestionis. Dat laatste doet zich voor bij commerciële (overheids)activiteiten wanneer een staat als privaatrechtelijk rechtssubject deelneemt aan het rechtsverkeer. Verder geniet een vreemde staat geen immuniteit indien moet worden aangenomen dat hij de rechtsmacht van de rechter (stilzwijgend) heeft erkend.
acta iure imperii), die op geen enkele manier gelijk is te stellen met een situatie dat een staat op de voet van gelijkheid een rechtsbetrekking is aangegaan met een particulier of met een geval waarin sprake is van een commerciële (overheids)activiteit. Voor dit onderscheid tussen publiekrechtelijk en privaatrechtelijke handelingen is niet van belang of de handelingen door de Russische Federatie worden aangemerkt als krijgshandelingen of handelingen ter uitvoering van een ‘speciale militaire operatie’.
acta iure gestionisen/of dat de aard van de onderliggende handelingen kan worden weggedacht. De Nederlandse rechter is niet gebonden aan het oordeel van de rechtbank in Kyiv over immuniteit. Zoals hiervoor in 4.4 is overwogen dient de rechtbank ter zake haar eigen oordeel te vormen.
5.De beslissing
WJ