ECLI:NL:RBDHA:2025:5435
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een dwangakkoord in een schuldregeling bij problematische schulden
In deze zaak heeft de heer [naam 1] een verzoek ingediend bij de Rechtbank Den Haag om een dwangakkoord op te leggen aan zijn schuldeiser, [bedrijf], omdat deze niet akkoord ging met zijn schuldregeling. De heer [naam 1] heeft een aanzienlijke schuldenlast van € 131.388,00 opgebouwd bij zes schuldeisers, waarvan [bedrijf] de enige is die niet instemt met het voorstel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [naam 1] met hulp van de gemeente Den Haag een saneringsakkoord heeft aangeboden, waarbij een deel van de vorderingen wordt voldaan en het resterende deel wordt kwijtgescholden. De rechtbank heeft op 24 maart 2025 geoordeeld dat het verzoek om een dwangakkoord toewijsbaar is, omdat de schuldbemiddeling op de juiste wijze is uitgevoerd en de belangenafweging in het voordeel van de heer [naam 1] uitvalt. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de heer [naam 1], waaronder zijn leeftijd, arbeidsongeschiktheid en de stabiliteit van zijn financiële situatie. De meerderheid van de schuldeisers heeft ingestemd met het voorstel, wat de rechtbank als een belangrijk argument heeft meegewogen. De rechtbank heeft [bedrijf] opgedragen om in te stemmen met de schuldregeling en het verzoek om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) afgewezen, omdat dit verzoek niet meer relevant was na de toewijzing van het dwangakkoord.