ECLI:NL:RBDHA:2025:5418

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 maart 2025
Publicatiedatum
1 april 2025
Zaaknummer
C/09/678326 / FA RK 25-156
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot vervangende toestemming voor verhuizing van een minderjarige naar Polen

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 18 maart 2025 uitspraak gedaan in een verzoek van de vader om vervangende toestemming te verlenen voor verhuizing met zijn minderjarige kind naar Polen. De vader heeft aangevoerd dat hij vanwege financiële redenen en de taalontwikkeling van het kind naar Polen wil verhuizen. De moeder heeft verweer gevoerd en betoogd dat de verhuizing in het belang van het kind niet wenselijk is, omdat het contact met haar ernstig zou belemmeren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader niet voldoende heeft onderbouwd dat er een noodzaak is voor de verhuizing en dat de verhuizing negatieve gevolgen zou hebben voor het contact tussen het kind en de moeder. De rechtbank heeft daarom het verzoek van de vader afgewezen en bepaald dat de hoofdverblijfplaats van het kind bij de moeder zal zijn, met ingang van 15 april 2025. Tevens is een zorgregeling vastgesteld voor contact tussen het kind en de vader, inclusief videobelcontact en vakanties.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 25-156
Zaaknummer: C/09/678326
Datum beschikking: 18 maart 2025
Vervangende toestemming verhuizing en verdeling van de zorg- en opvoedingstaken

Beschikking op het op 8 januari 2025 ingekomen verzoek van:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. T. Kahya-Ekinci in Rijswijk.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. N.E. de Vries in Alphen aan den Rijn.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
  • het verzoekschrift;
  • het bericht van 13 januari 2025, met bijlagen, namens de vader;
  • het bericht van 14 januari 2025, met bijlage, namens de vader;
  • het verweerschrift, met zelfstandige verzoeken;
  • de brief van 19 februari 2025, met bijlagen, namens de moeder.
Op 25 februari 2025 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de vader met zijn advocaat en tolk N. Klein, de moeder met haar advocaat en [naam 1] namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad).

Feiten

  • De vader en de moeder hebben een affectieve relatie gehad.
  • Zij zijn de ouders van het volgende nu nog minderjarige kind:
  • [de minderjarige] , geboren op [geboortedatum 1] 2016 in [geboorteplaats 1] .
  • De vader en de moeder oefenen het gezamenlijk gezag over [de minderjarige] uit. Dit blijkt uit een aantekening in het gezagsregister van 12 december 2016.
  • Bij beschikking van 21 juli 2021 van deze rechtbank – voor zover hier van belang – :
  • is de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] bij de vader bepaald;
  • is een zorgregeling vastgesteld waarbij [de minderjarige] bij de moeder zal zijn met ingang van 18 september 2021:
- iedere woensdag na school tot 17.15 uur, waarbij de moeder [de minderjarige] uit school haalt en de vader [de minderjarige] bij de moeder ophaalt;
- om de week van zaterdag 08.15 uur (indien de vader moet werken) of 10.00 uur (indien de vader vrij is) tot zondag 17.00 uur, waarbij de vader [de minderjarige] naar de moeder brengt en de moeder [de minderjarige] weer terugbrengt;
  • zijn de ouders verwezen naar Enver voor deelname aan het traject Ouderschap Blijft.
  • Bij beschikking van 23 augustus 2023 van het gerechtshof Den Haag is – voor zover hier van belang – :
  • de voormelde beschikking bekrachtigd voor zover daarbij de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] bij de vader is bepaald;
  • de voormelde beschikking vernietigd ten aanzien van de daarbij vastgestelde zorgregeling en is bepaald dat [de minderjarige] bij de moeder verblijft:
- iedere woensdagmiddag uit school tot 18.00 uur, waarbij de moeder [de minderjarige] uit school ophaalt en de vader [de minderjarige] bij de moeder om 18.00 uur ophaalt;
- om de week van vrijdag uit school/BSO tot zondagavond 18.00 uur, waarbij de moeder [de minderjarige] van school/BSO ophaalt en de vader [de minderjarige] zondagavond bij de moeder ophaalt.
- Volgens de Basisregistratie Personen hebben de ouders en [de minderjarige] in ieder geval de Poolse nationaliteit.

Verzoek en verweer

De vader verzoekt – na aanvulling op de zitting –:
  • hem vervangende toestemming te verlenen om met [de minderjarige] te verhuizen naar Polen;
  • een zorgregeling vast te stellen aan de hand van de door de vader voorgestelde mogelijkheden voor de compensatie van de zorgregeling op de woensdag en één keer in de twee weken in het weekend (zoals opgenomen in, naar de rechtbank begrijpt, punt 24 van het verzoekschrift), althans een zodanige zorgregeling als de rechtbank in goede justitie acht;
  • in het geval dat zijn verzoek voor vervangende toestemming om met [de minderjarige] naar Polen te verhuizen wordt afgewezen, een zorgregeling vast te stellen, inhoudende dat:
  • [de minderjarige] in de even jaren bij de vader is in de eerste drie weken van de zomervakantie en twee weken in de kerstvakantie, en in de oneven jaren de laatste drie weken van de zomervakantie;
  • er videobelcontact is tussen [de minderjarige] en de vader,
voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De moeder voert verweer, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.
Daarnaast verzoekt de moeder zelfstandig te bepalen dat:
  • de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] bij de moeder in [plaats] zal zijn;
  • de vader zijn medewerking dient te verlenen aan de inschrijving van [de minderjarige] op het woonadres van de moeder in [plaats] , althans de moeder hiervoor toestemming te verlenen die de toestemming van de vader vervangt;
  • in het geval dat het verzoek van de vader voor vervangende toestemming om met [de minderjarige] naar Polen te verhuizen wordt toegewezen, een zorgregeling vast te stellen, inhoudende dat:
  • [de minderjarige] tweederde van de Poolse schoolvakanties bij de moeder in Nederland is;
  • [de minderjarige] minstens twee keer per week videobelt met de moeder via telefoon of Skype;
  • de vader de vliegtickets van [de minderjarige] (en indien van toepassing: zijn begeleider) dient te betalen, met een maximum van € 500,- per retourticket,
voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

Beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
Nu de gewone verblijfplaats van [de minderjarige] in Nederland is, is de Nederlandse rechter bevoegd om naar Nederlands recht te beslissen op de verzoeken tot vervangende toestemming voor verhuizing, de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] , inschrijving op het woonadres van de moeder en de zorgregeling.
Vervangende toestemming verhuizing
Juridisch kader
Op grond van artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek (BW) kunnen geschillen omtrent de gezamenlijke uitoefening van het gezag aan de rechtbank worden voorgelegd. De rechtbank kan op verzoek van de ouders of één van hen onder meer een beslissing nemen ten aanzien van een verhuizing.
De rechtbank dient, gelet op artikel 1:253a BW, een zodanige beslissing te nemen als haar in het belang van de minderjarige wenselijk voorkomt. Uit vaste jurisprudentie volgt dat hieruit niet mag worden afgeleid dat het belang van het kind bij geschillen als deze altijd zwaarder weegt dan andere belangen. Bij de beoordeling dient de rechtbank alle omstandigheden van het geval in aanmerking te nemen en tegen elkaar af te wegen.
Uit de jurisprudentie (Hoge Raad, 25 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC5901) blijken de volgende criteria die een rol kunnen spelen bij de beoordeling van een verzoek om vervangende toestemming tot verhuizing:
  • de vrijheid van een ouder om zijn/haar leven opnieuw in te richten;
  • de noodzaak om te verhuizen;
  • de mate waarin de verhuizing is voorbereid en doordacht;
  • het recht van de andere ouder en het kind op onverminderd contact met elkaar in hun vertrouwde omgeving;
  • de door de verhuizende ouder aangeboden alternatieven dan wel compensatie om de gevolgen van de verhuizing (zoals vermindering van contact en extra kosten) te verzachten;
  • de bestendigheid van een nieuwe relatie van de verhuizende ouder;
  • de mate waarin de ouders in staat zijn tot onderling overleg;
  • de leeftijd van het kind, hun mening en de mate waarin het kind is geworteld in zijn omgeving;
  • het feit dat een ouder aangeeft niet te zullen verhuizen als de rechtbank geen vervangende toestemming geeft.
Bij de te maken belangenafweging gaat het enerzijds om het belang van de vader om zelf zijn leven in te vullen en samen met [de minderjarige] in Polen een nieuw leven op te bouwen en anderzijds om het belang van de moeder om de zorgregeling op vergelijkbare wijze vorm te kunnen blijven geven en onbelemmerd contact met [de minderjarige] te kunnen hebben. Ook het belang van [de minderjarige] dat zijn ouders in overleg kunnen treden over de gevolgen van de verhuizing weegt zwaar mee.
Standpunten van de ouders
De vader geeft aan dat [de minderjarige] , sinds zijn ouders uit elkaar zijn, zijn hoofdverblijf bij de vader heeft. In het verzoekschrift is het verzoek van de vader als volgt toegelicht. Vanwege de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties en de handhaving daarop is het voor de vader en zijn echtgenote financieel niet langer mogelijk om in Nederland te blijven wonen. Hij heeft ook schulden door eerdere juridische procedures. Om [de minderjarige] een stabiele toekomst te bieden is het noodzakelijk om zijn woning te verkopen, de schulden af te lossen en met [de minderjarige] naar Polen te verhuizen. Op de zitting heeft de vader mondeling toegelicht dat de voornaamste reden voor de verhuizing gelegen is in de taalontwikkeling van [de minderjarige] . De vader stelt dat [de minderjarige] communicatieproblemen in het Nederlands heeft op school, dat er thuis Pools wordt gesproken en dat een school in Polen het leerproces van [de minderjarige] zal vergemakkelijken. Ook zal [de minderjarige] in Polen omringd zijn door familie. Daarnaast zal [de minderjarige] in de stabiele thuissituatie blijven die hij nu ook heeft, namelijk bij de vader en zijn echtgenote. De vader is bereid om de omgang tussen [de minderjarige] en de moeder op alternatieve wijze te faciliteren, bijvoorbeeld tijdens schoolvakanties, door middel van videobellen en bezoeken aan [de minderjarige] wanneer de moeder in Polen is.
De moeder vindt het in het belang van [de minderjarige] dat hij in Nederland blijft, omdat hij hier is geboren en geworteld. De vader heeft aan haar laten weten dat hij sowieso met zijn vrouw naar Polen gaat verhuizen en dat, als er geen vervangende toestemming wordt verleend, [de minderjarige] bij de moeder zal moeten wonen. Een verhuizing naar Polen zal het contact tussen de moeder en [de minderjarige] ernstig belemmeren. De door de vader voorgestelde compensatie compenseert het verlies aan contact niet. Daarnaast heeft [de minderjarige] hier vriendjes en vriendinnetjes en naschoolse activiteiten, waaronder zwem- en tekenlessen. Volgens de moeder is er geen noodzaak om te verhuizen en onderbouwt de vader dit ook niet, bijvoorbeeld door zijn schulden aan te tonen of zijn inzet voor het vinden van een andere passende baan in Nederland. De moeder betwist dat de problemen in de taalontwikkeling van [de minderjarige] gelegen zijn in of veroorzaakt worden door de omstandigheid dat [de minderjarige] de Poolse taal beter zou spreken dan de Nederlandse taal. [de minderjarige] heeft op zich geen communicatieprobleem en is op school een enthousiaste en sociale jongen die altijd een kletspraatje wil houden met de juffrouw. Hij heeft wel een taalachterstand en er bestaat het vermoeden dat hij dyslexie en/of dysgrafie heeft en hier krijgt hij hulp voor. Overigens geeft moeder ook aan dat [de minderjarige] thuis bij haar Nederlands spreekt en geen Pools. Volgens de moeder is de verhuizing onvoldoende voorbereid en doordacht, bijvoorbeeld met betrekking tot de school waar [de minderjarige] naartoe zou gaan en of er in Polen ook adequate hulp voor [de minderjarige] kan worden ingeschakeld. De moeder geeft verder aan dat er sprake is van verstoorde communicatie tussen de ouders. Bij een verhuizing naar Polen zal de moeder daardoor steeds verder buitenspel worden gezet.
Inhoudelijke beoordeling
De rechtbank stelt bij haar beoordeling voorop dat de vader in beginsel het recht heeft zijn leven (opnieuw) in te richten. Op de zitting heeft de vader aangegeven dat hij zijn huis al heeft verkocht en dat vaststaat dat hij met zijn echtgenote half april 2025 naar Polen zal verhuizen.
Op grond van de stukken, dat wat op de zitting is besproken en de belangen van alle betrokkenen tegen elkaar afwegend, is de rechtbank van oordeel dat het verzoek van de vader tot vervangende toestemming voor verhuizing met [de minderjarige] naar Polen moet worden afgewezen. De rechtbank legt daaraan de volgende motivering ten grondslag.
Niet is gebleken dat er voor de vader een noodzaak bestaat om naar Polen te verhuizen. De vader heeft op de zitting verklaard dat hij werkzaam is als elektricien. Hij heeft op geen enkele manier onderbouwd of aangetoond dat hij vanwege de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties geen inkomen zou kunnen genereren als elektricien in Nederland en/of zo veel minder zou verdienen dat hij niet langer in Nederland zou kunnen wonen. Ook heeft hij geen bewijs geleverd van de gestelde schulden. Daarnaast heeft de vader niet onderbouwd dat [de minderjarige] ’s taalontwikkeling zou nopen tot een verhuizing naar Polen. Bij [de minderjarige] is recentelijk dyslexie vastgesteld, waarvoor hij hier in Nederland ook hulp krijgt. De vader heeft niet aangetoond dat de dyslexie verband houdt met het feit dat [de minderjarige] op school Nederlands moet praten en schrijven en/of dat hij door een verhuizing naar Polen geen of minder last zal hebben van zijn dyslexie. Daarnaast zal een verhuizing naar Polen zeer ingrijpende gevolgen hebben voor het contact tussen [de minderjarige] en de moeder. [de minderjarige] is iedere woensdagmiddag en een weekend per twee weken bij de moeder en gebleken is dat de moeder zeer betrokken is bij [de minderjarige] ’s school en zijn vrijetijdsbesteding. Bovendien is de communicatie tussen de ouders al jaren heel slecht. Vanwege zijn leeftijd is [de minderjarige] voor contact met de moeder afhankelijk van de vader. Als [de minderjarige] naar Polen zou verhuizen zou de verstoorde communicatie tussen de ouders niet positief uitwerken op het contact tussen [de minderjarige] en de moeder. De kwaliteit van de communicatie tussen de ouders is veruit onvoldoende om een basis te creëren voor [de minderjarige] op grond waarvan hij een band met zijn moeder kan onderhouden terwijl hij door grote afstand van haar gescheiden is.
Nu de vader de noodzaak om te verhuizen onvoldoende heeft onderbouwd en een verhuizing van [de minderjarige] naar Polen de rol en de zorg van de moeder ernstig zal beperken, wijst de rechtbank het verzoek van de vader af.
Wijziging hoofdverblijfplaats en wijziging zorgregeling
Op grond van artikel 1:253a lid 4 BW, in samenhang met artikel 1:377e BW, kan de rechtbank op verzoek van de ouders of één van hen een beslissing inzake de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling onder meer wijzigen op grond van nadien gewijzigde omstandigheden.
De rechtbank is van oordeel dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden, nu de vader zeer binnenkort naar Polen zal verhuizen.
Hoofdverblijfplaats en inschrijving woonadres
In het geval dat er geen vervangende toestemming voor een verhuizing naar Polen wordt verleend, verzoekt de moeder de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] te wijzigen en te bepalen dat die bij haar zal zijn. Daarnaast verzoekt de moeder te bepalen dat de vader zijn medewerking verleent aan de inschrijving van [de minderjarige] op haar woonadres, althans vervangende toestemming te verlenen.
De vader heeft geen verweer gevoerd tegen deze (voorwaardelijke) verzoeken van de moeder. Hij heeft aangegeven dat als hem geen vervangende toestemming wordt verleend, [de minderjarige] in dat geval bij de moeder moet wonen.
De rechtbank zal, nu de vader geen verweer heeft gevoerd en de rechtbank dit ook in het belang van [de minderjarige] acht, de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] bij de moeder vaststellen. Daarbij zal de rechtbank vaststellen dat dit per 15 april 2025 ingaat, nu de vader heeft aangegeven dat hij een week na de overdracht van het huis – welke op 9 april 2025 plaatsvindt – naar Polen zal verhuizen. Aangezien de vader heeft aangegeven dat vaststaat dat hij naar Polen zal verhuizen, gaat de rechtbank ervan uit dat hij zijn medewerking zal verlenen aan de inschrijving van [de minderjarige] op het woonadres van de moeder. De rechtbank zal, voor het geval de vader daar niet aan meewerkt binnen twee weken na deze beschikking, voorwaardelijk aan de moeder vervangende toestemming verlenen.
Zorgregeling
Op de zitting heeft de vader zijn verzoeken aangevuld met een verzoek voor een zorgregeling voor het geval dat hem geen vervangende toestemming voor verhuizing met [de minderjarige] naar Polen wordt verleend. De ouders zijn het eens over de in dat geval door de vader verzochte vakantieregeling, zodat de rechtbank deze regeling in het belang van [de minderjarige] zal vaststellen.
Daarnaast heeft de vader verzocht om dagelijks, dan wel om de dag, videobelcontact met [de minderjarige] te hebben. De moeder heeft zich hiertegen verweerd en aangegeven dat twee keer per week passender is.
Namens de Raad is op de zitting aangegeven dat van belang is dat er regelmatig contactmomenten zijn tussen [de minderjarige] en de vader, maar dat dagelijks (video)bellen veel is voor een jongen van acht jaar. Dit is moeilijk in te passen in zijn dagelijkse bezigheden.
De rechtbank is met de Raad van oordeel dat het vaststellen van dagelijks (video)belcontact te veel zou zijn voor [de minderjarige] . De rechtbank zal daarom als basisregeling vaststellen dat er iedere donderdag om 19.00 uur en zondag om 10.00 uur videobelcontact is tussen de vader en [de minderjarige] . De rechtbank gaat ervan uit dat als [de minderjarige] op andere momenten aangeeft dat hij met de vader wil (video)bellen, de moeder dat zal faciliteren, zoals zij ook op de zitting heeft toegezegd.
De rechtbank licht in een aparte brief aan [de minderjarige] de beslissing toe. [de minderjarige] is pas acht jaar oud. Omdat er op korte termijn veel voor hem gaat veranderen en de communicatie tussen de ouders moeizaam verloopt, acht de rechtbank noodzakelijk dat [de minderjarige] een toelichting van de rechtbank ontvangt, zodat hij die ook op een later moment nog eens kan lezen als hij zichzelf en zijn omgeving vragen stelt. De inhoud van die brief luidt als volgt:
Beste [de minderjarige] ,
Jouw ouders zijn bij de rechtbank in Den Haag geweest. Ze hebben ons daar ontmoet: drie rechters en een griffier. Dat is iemand die alles opschrijft en ons helpt. Verder hadden jouw ouders allebei een advocaat. Jouw ouders zitten op dit moment in een moeilijke situatie, omdat zij het niet eens zijn met elkaar. Ze waren bij ons om daarover te praten. In deze brief willen we jou uitleggen wat er aan de hand is en wat wij daarvan vinden.
Jouw ouders zijn gescheiden toen jij nog heel klein was. Sinds die tijd is er veel gedoe. Dat vinden wij erg voor jou. Kinderen moeten niet te veel gedoe aan hun hoofd hebben. Als ouders niet aardig kunnen doen tegen elkaar, is dat heel ingrijpend voor kinderen. Net als jij, zijn er veel kinderen die dat meemaken. Dat is moeilijk en verdrietig. Wij zouden graag zien dat jouw ouders op een fijne manier met elkaar omgaan, maar dat kunnen wij helaas niet voor jou regelen.
Nu is er iets nieuws aan de hand. Jouw vader heeft besloten dat hij naar Polen gaat verhuizen, samen met [naam 2] . Jouw vader heeft aan ons verteld dat dat nodig is voor zijn werk. Hij heeft ook verteld dat Polen een betere plek zou zijn voor jou. Daarom wil hij jou meenemen naar Polen. Jij woont op dit moment bij je vader en [naam 2] . Je moeder zie je ook vaak. Een verhuizing van jou naar Polen zou alles veranderen. Jouw ouders zijn het niet eens over de vraag of jij naar Polen moet verhuizen. Zo kwamen ze bij ons.
Nou zit het zo in elkaar: jouw vader heeft besloten dat hij met [naam 2] gaat verhuizen naar Polen. Daar kunnen wij niets aan doen. Wij beslissen niet over de vraag of jouw vader mag verhuizen. Grote mensen maken die keuzes voor zichzelf. Wij kinderrechters kijken naar de vraag wat dat voor JOU betekent. Is het voor jou, in jouw situatie beter om mee te verhuizen naar Polen of niet?
De allerhoogste rechter in Nederland heeft bedacht hoe er beslist moet worden over de verhuizing van kinderen als ouders het niet eens zijn. Wij hebben nog eens goed gekeken naar wat de hoogste rechter heeft bedacht voor alle kinderen die in jouw situatie zitten. Daarna hebben wij met z’n vieren gepraat over wat dat voor jou betekent. [de minderjarige] , wij vinden dat jij niet naar Polen moet verhuizen. Dat is onze beslissing: jij blijft hier. Dat heeft te maken met de redenen die jouw vader noemt voor de verhuizing, jouw leefsituatie in Nederland, en de manier waarop jouw ouders met elkaar praten.
Jij gaat hier in Nederland naar school. Je hebt hier vriendjes. Er zijn leuke dingen die je na school doet en je wordt geholpen met taal. Jij woont al je hele leven in Nederland. Dat zijn dingen die belangrijk zijn voor onze beslissing. Verder zou de verhuizing verdrietige gevolgen hebben voor het contact tussen jou en jouw moeder. Omdat jouw ouders het niet goed met elkaar kunnen vinden, is de kans groot dat het contact tussen jou en jouw moeder minder wordt als jullie alleen nog met elkaar kunnen bellen. En als jullie elkaar maar heel weinig kunnen zien. Nou is dat omgekeerd ook zo. Als jouw vader in Polen woont en jij hier, zien jullie elkaar ook veel minder vaak. Dat is natuurlijk net zo verdrietig. We nemen jou nog even mee naar wat we eerder schreven: jouw vader heeft het besluit genomen om naar Polen te verhuizen. Jij woont hier. Jouw moeder ook. Jouw vader is er duidelijk over geweest naar ons: hij gaat sowieso, ook als wij zeggen dat jij in Nederland blijft.
Wij vinden dit een hele moeilijke situatie voor jou. Als jouw vader met [naam 2] naar Polen gaat, en jij blijft hier in Nederland, dan betekent dat ook dat jij niet meer bij jouw vader kunt wonen. Jouw moeder heeft aan ons gevraagd te beslissen dat je bij haar gaat wonen. Zij heeft hierom gevraagd nadat zij van jouw vader hoorde dat hij naar Polen wil gaan verhuizen. Wij hebben beslist dat je bij haar gaat wonen. Het is belangrijk dat jij een thuis hebt, zoals je dat de afgelopen jaren hebt gehad bij jouw vader en [naam 2] . Ze houden allemaal veel van jou, maar hebben het met elkaar een beetje moeilijk. Dat vraagt veel van jou en dat is niet eerlijk. Misschien kun jij ze ooit uitleggen hoe het anders kan.
Wij hebben ook bedacht hoe het contact tussen jou en jouw vader eruit kan zien als hij verhuisd is. Je gaat in elk geval iedere donderdag (om 19.00 uur) en iedere zondag (om 10.00 uur) met hem videobellen. Als je dat vaker wil, vraag je dat aan je moeder. Zij wil jou graag helpen. Verder ga je de helft van de zomervakanties naar je vader en om het jaar ook de hele kerstvakantie. Zo kun je ook tijd in Polen doorbrengen.
De veranderingen die eraan komen, zijn groot. Daarom vinden wij het belangrijk dat we dit goed aan jou hebben uitgelegd. Wij hopen dat deze beslissing het meest past bij wat jij nodig hebt. Het allerbelangrijkste is dat jij blijft genieten van alle dingen in je leven die je leuk vindt en dat je je best doet op school. Als je verdrietig bent of het moeilijk hebt, mag je dat zeggen tegen iemand die je vertrouwt. Er zullen altijd mensen zijn die jou willen helpen.
Met hartelijke groeten,
De kinderrechters en de griffier

Beslissing

De rechtbank:
bepaalt dat de minderjarige:
- [de minderjarige] , geboren op [geboortedatum 1] 2016 in [geboorteplaats 1] ,
met ingang van 15 april 2025 de hoofdverblijfplaats zal hebben bij de moeder;
*
verleent – onder de voorwaarde dat de vader niet binnen twee weken na de datum van deze beschikking schriftelijk zijn toestemming heeft gegeven – toestemming aan de moeder, [de moeder] , geboren op [geboortedatum 2] 1977 in [geboorteplaats 2] , Polen – welke de toestemming van de vader vervangt – om [de minderjarige] in te schrijven op haar woonadres;
*
stelt als zorgregeling tussen [de minderjarige] en de vader vast dat:
  • [de minderjarige] bij de vader is in de even jaren in de eerste drie weken van de zomervakantie en twee weken in de kerstvakantie, en in de oneven jaren de laatste drie weken van de zomervakantie;
  • er videobelcontact is tussen [de minderjarige] en de vader iedere donderdag om 19.00 uur en zondag om 10.00 uur;
*
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
*
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. A.C. Olland, S.J. Huizenga en T.M. Coppes, kinderrechters, bijgestaan door mr. P.M.A. van Oosten als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 18 maart 2025.