Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het verdere verloop van de procedure
mr. D.G.M. van den Hoogen benoemd tot bijzondere curator over [de minderjarige] .
- de beschikking van 26 november 2024;
- het bericht van de advocaat van [de minderjarige] van 30 januari 2025;
- verzoekschrift II met bijlagen (
- het voorlopige verslag met bevindingen van de bijzondere curator van 4 maart 2025;
- de brief van de ouders met bijlagen van 4 maart 2025;
- de brief van de ouders met bijlage van 5 maart 2025;
- [naam 1] (jeugdbeschermer) en [naam 2] (jurist) namens de gecertificeerde instelling;
- de advocaat van [de minderjarige] ;
- de ouders, bijgestaan door hun advocaat;
- de bijzondere curator.
2.De feiten
3.De verzoeken
24 februari 2025 (verzoekschrift II) verzocht een machtiging te verlenen om [de minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden, zijnde voor de duur van de ondertoezichtstelling.
4.De standpunten
5.De beoordeling
C/09/673976 / JE RK 24-1843) toewijzen zoals verzocht. Dat betekent dat er een gesloten machtiging wordt verleend tot 15 mei 2025. In aansluiting daarop zal de rechtbank het andere verzoek tot de gesloten machtiging (
C/09/680873 / JE RK 25-331) toewijzen voor de duur van twee maanden, te weten tot
15 juli 2025, en dat verzoek aanhouden voor het overige. Dat betekent dat er vóór 15 juli 2025 een nieuwe zitting gepland zal worden. De rechtbank verzoekt de gecertificeerde instelling uiterlijk één week voorafgaand aan de te plannen zitting een schriftelijke update aan de rechtbank en de belanghebbenden te zenden. In deze schriftelijke update dient onder meer informatie te staan over hoe het met [de minderjarige] gaat, hoe de behandeling verloopt, hoe het zit met de schoolgang van [de minderjarige] , hoe het gaat met (het opbouwen van) verlof bij ouders thuis en of de maatwerkplaatsing gefinancierd wordt door de gemeente. Ook verzoekt de rechtbank de bijzondere curator uiterlijk één week voor de nieuwe zitting een voorlopig verslag aan de rechtbank, de verzoeker en de belanghebbenden te zenden waarin wordt opgenomen wat de bijzondere curator tot die tijd heeft gedaan. Ook van de zijde van de ouders kan voorafgaand aan de zitting hun standpunt en zienswijze schriftelijk worden ingediend, indien zij dit wensen. [de minderjarige] zelf zal weer voorafgaand aan de zitting mondeling of schriftelijk zijn mening kunnen geven.
6.De beslissing
gelegen vóór 15 juli 2025;
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.