In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 27 maart 2025, wordt het beroep van eiser, een voormalige medewerker van de Afghan Security Guard (ASG), tegen de afwijzing van zijn verzoek om overbrenging naar Nederland op grond van de Tolkenregeling beoordeeld. Eiser heeft verzocht om overbrenging, omdat hij gevaar zou lopen als gevolg van zijn werkzaamheden voor de ASG. De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht heeft geconcludeerd dat eiser geen tolk is in de zin van de Tolkenregeling, omdat zijn werkzaamheden niet in een extra kwetsbare positie hebben gebracht. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd dat hij als gevolg van zijn werkzaamheden persoonlijk gevaar loopt. De rechtbank stelt vast dat de werkzaamheden van eiser niet als hoog profielwerkzaamheden kunnen worden aangemerkt en dat hij niet voldoet aan de criteria voor bescherming onder de Tolkenregeling. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat verweerder zich niet hoeft in te spannen om eiser en zijn gezin naar Nederland over te brengen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een substantiële periode van werkzaamheden en het aannemelijk maken van persoonlijk risico om in aanmerking te komen voor de Tolkenregeling.