Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
2.De feiten
Stallinggebruiker maakt gebruik van een plaats in de stalling voor bovenstaande boot.
De overeenkomst is aangegaan voor de periode maximaal tussen 1-10-2023 tot en met 30-04-2024.
De gestalde vaartuigen zijn/worden niet door stallinghouder verzekerd. Stallinggebruiker dient zelf zorg te dragen voor een afdoende verzekering. Het door de stallinggebruiker niet afdoende verzekeren van het vaartuig komt voor risico van de stallinggebruiker. Met ondertekenen van deze overeenkomst verklaart de stallinggebruiker dat bovenstaand vaartuig allrisk, wa-casco of casco is verzekerd.
Stallinghouder is slechts aansprakelijk voor schade indien hem ten aanzien van een schade voldoende mate van schuld kan worden verweten.
De Hiswa voorwaarden zijn van toepassing op deze overeenkomst.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
toerekenbaaris tekortgeschoten jegens [eisende partij]. Daarvoor is vereist dat Bola Maritiem niet heeft gehandeld als een ‘goed bewaarder’ (art. 7:602 BW). De stelplicht en bewijslast daarvan rusten op [eisende partij].
nietwas losgekoppeld van het laadsysteem – het causaal verband tussen de normschending en het ontstaan van de brand (behoudens tegenbewijs) moet worden aangenomen (de zogenoemde ‘omkeringsregel’). [4]
5.De beslissing
woensdag 9 april 2025voor uitlating door [eisende partij] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
geenbewijs door het horen van getuigen wil leveren maar wel
bewijsstukkenwil overleggen, hij die stukken dan direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, hij de getuigen en de verhinderdagen van
beidepartijen en hun advocaten in de maanden
meitot en met
septemberdan direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,