ECLI:NL:RBDHA:2025:4900
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit tot bewaring van een Nigeriaanse asielzoeker in het kader van vreemdelingenrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 maart 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een Nigeriaanse asielzoeker. De eiser, die stelt Nigeriaanse nationaliteit te hebben, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, waarbij hem de maatregel van bewaring is opgelegd op grond van artikel 59 van de Vreemdelingenwet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser niet is verschenen op de zitting, terwijl de minister zich wel heeft laten vertegenwoordigen. De rechtbank heeft de gronden voor de bewaring beoordeeld en geconcludeerd dat er voldoende risico is dat de eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen zicht is op uitzetting naar Nigeria binnen een redelijke termijn, maar dat dit niet betekent dat de maatregel van bewaring onterecht is opgelegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de eiser onvoldoende meewerkt aan zijn uitzetting en dat de maatregel van bewaring gerechtvaardigd is. Het beroep van de eiser is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.