Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.[naam 2] [woonplaats] ,2. [naam 3] [woonplaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- de driehoek
- de riolering
- de melkglazen ruiten
- het betreden van het perceel
- het oprichten van een schutting
- de beplanting
“de bomen en struiken op het perceel van [naam 1] en bij de erfgrens allemaal meer dan 20 jaar oud zijn”.Indien wordt uitgegaan van de juistheid van de inschatting van de leeftijd van de bomen, volgt daaruit nog niet dat de bomen al 20 jaar op de locatie staan waarop de bomen thans staan. Daarbij betrekt de rechtbank dat [namen] c.s. heeft aangevoerd dat de bomen er nog niet stonden toen zijn woning in 2009 werd opgeleverd. De verklaring van Quercus boomexperts over de leeftijd van de bomen laat onverlet dat de bomen al een aantal jaar oud kunnen zijn geweest op het moment dat zij op de huidige locatie werden aangeplant. De verklaring van Quercus boomexperts is dus onvoldoende om te kunnen aannemen dat de bomen al 20 jaar op de huidige locatie staan en dat sprake zou zijn van verjaring van de vordering tot verwijdering. [naam 1] heeft verder niets aangedragen dat zijn stelling dat sprake is van verjaring onderbouwt. Het beroep op verjaring slaagt dus niet. Dat betekent dat [naam 1] de twee essen moet verwijderen. De rechtbank zal aan de gevorderde verwijdering een termijn van vier weken na betekening van het vonnis koppelen en acht het opleggen van een dwangsom als prikkel tot nakoming aangewezen. De gevorderde dwangsom zal worden gemaximeerd.