ECLI:NL:RBDHA:2025:4697
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning regulier op basis van schijnhuwelijk en tegenstrijdige verklaringen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 12 maart 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier onder de beperking ‘verblijf bij familie- of gezinslid’ behandeld. De aanvraag was afgewezen door de minister van Asiel en Migratie op 8 december 2022, en het bezwaar daartegen werd op 6 maart 2024 eveneens afgewezen. Eiseres, van Surinaamse nationaliteit, was getrouwd met de referent, een Nederlandse man, maar de rechtbank concludeert dat er sprake is van een schijnhuwelijk. Eiseres en referent hebben op essentiële punten tegenstrijdige verklaringen afgelegd over hun relatie, wat de geloofwaardigheid van hun huwelijk in twijfel trekt. De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht heeft geconcludeerd dat eiseres en referent niet aannemelijk hebben gemaakt dat hun relatie duurzaam en exclusief is. De rechtbank wijst het beroep van eiseres af, waardoor de afwijzing van de verblijfsvergunning in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.