ECLI:NL:RBDHA:2025:4577
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Niet tijdig beslissen op aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf
Op 19 maart 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak over het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf door eiseres, die in het kader van nareis bij haar referent wilde verblijven. Eiseres had op 7 februari 2024 haar aanvraag ingediend, maar verweerder, de minister van Asiel en Migratie, heeft geen besluit genomen binnen de wettelijk vereiste termijn van 90 dagen. Eiseres heeft verweerder op 9 oktober 2024 rechtsgeldig in gebreke gesteld en heeft op 7 februari 2025 beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat de beslistermijn is overschreden zonder dat er een besluit is genomen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak een besluit bekend te maken, met een dwangsom van € 100 per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, tot een maximum van € 15.000. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat verweerder € 1.442 aan bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd en veroordeelt hij in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.