AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Afwijzing opvolgende asielaanvraag en geloofwaardigheidsbeoordeling van verklaringen over problemen met het Ogboni-genootschap
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 18 maart 2025, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn opvolgende asielaanvraag beoordeeld. Eiser had eerder asiel aangevraagd, maar zijn aanvraag werd afgewezen omdat de minister van Asiel en Migratie de verklaringen van eiser over zijn problemen met het Ogboni-genootschap niet geloofwaardig achtte. Eiser had geclaimd dat hij uit Nigeria was gevlucht vanwege bedreigingen van het genootschap, maar de minister vond zijn verklaringen inconsistent en onvoldoende onderbouwd. Eiser diende op 8 november 2023 een nieuwe aanvraag in, gesteund door nieuwe documenten die zijn vrees voor het genootschap zouden onderbouwen. De minister weigerde echter de aanvraag opnieuw, wederom met de stelling dat de verklaringen van eiser niet geloofwaardig waren. De rechtbank bevestigt de afwijzing van de minister en oordeelt dat de minister terecht geen geloof hecht aan de nieuwe stukken, omdat deze niet voldoende bewijs leveren voor de gestelde vrees van eiser. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat de minister de aanvraag terecht als kennelijk ongegrond heeft afgewezen. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.
Voetnoten
1.Zaaknummer NL24.47878.
2.Rb. Den Haag (zp. Rotterdam) 29 oktober 2019, zaaknummer NL19.23511 (niet gepubliceerd).
3.Rb Den Haag (zp. Amsterdam) 23 december 2021, zaaknummer NL21.18643 (niet gepubliceerd).
4.De minister doet dat onder verwijzing naar artikel 31, eerste lid, gelezen in samenhang met artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder g, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000).
5.Artikel 31, zesde lid, aanhef en onder c, van de Vw 2000.
6.Artikel 31, zesde lid, aanhef en onder e, van de Vw 2000.
8.Het resultaat van het onderzoek van Bureau Documenten bevindt zich niet in het dossier. Op de zitting licht de minister toe dat de werkwijze van Bureau Documenten in die zin is gewijzigd dat wanneer geen aanvullende opmerkingen over het onderzochte document te maken zijn, Bureau Documenten geen rapport opmaakt van haar onderzoek, maar in het systeem van de minister enkel het resultaat van haar onderzoek vermeldt. Als de conclusie van het onderzoek is dat het document echt is, vermeldt Bureau Documenten dat in het systeem van de minister, maar wordt geen rapport opgemaakt. Als de conclusie van het onderzoek is dat geen uitspraak kan worden gedaan over de echtheid, opmaak, afgifte en inhoud van het document, vermeldt Bureau Documenten dat in het systeem van de minister, maar wordt geen rapport opgemaakt. Als de conclusie van het onderzoek is dat het document niet echt is, maakt Bureau Documenten wel een rapport van onderzoek op.
9.In het rapport staat vermeld: “Case accepted and referred for investigation. Detective mine swung into action. At the end of the day, investigation proved that the report was true (…)”
10.De minister verwijst ter onderbouwing van zijn standpunt terecht naar ABRvS 14 februari 2024, ECLI:NL:RVS:2024:611.