Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer op het verzet van
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 25 februari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een verzetzaak, geregistreerd onder zaaknummer AWB 22/718 V. De zaak betreft een opposant die in verzet is gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank van 23 juli 2024, waarin zijn beroep tegen een besluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) ongegrond werd verklaard. Dit besluit betrof de vaststelling van een eigen bijdrage van €337,50 voor de peilmaand augustus 2021. De rechtbank heeft in de eerdere uitspraak geoordeeld dat het COA terecht deze bijdrage heeft vastgesteld en dat de toepassing van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 in dit geval niet kennelijk onredelijk is.
In het verzet heeft de opposant zijn bezwaren herhaald, maar de rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die de eerdere beslissing in twijfel kunnen trekken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opposant niet heeft verzocht om op zitting te worden gehoord en dat de inhoud van de beroepsgronden pas aan de orde komt als het verzet gegrond is. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen redelijke twijfel bestaat over het oordeel in de aangevallen uitspraak, en heeft het verzet ongegrond verklaard. Dit betekent dat de eerdere uitspraak in stand blijft en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.