Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,V-nummer: [V-nummer],
het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 juli 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een asielzoeker (eiser) en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (verweerder) over de hoogte van de eigen bijdrage in de kosten van opvang. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van verweerder waarin werd bepaald dat hij een eigen bijdrage van €337,50 verschuldigd was voor de opvangkosten in de peilmaand augustus 2021, omdat hij inkomen had gegenereerd uit loondienst. Eiser was het niet eens met de hoogte van deze bijdrage en voerde aan dat hij had ingestemd met de bijdrage onder de voorwaarde van overplaatsing naar een ander opvangcentrum en dat hij geen reiskostenvergoeding had ontvangen van het COa.
De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht had vastgesteld dat eiser een eigen bijdrage verschuldigd was. De rechtbank wees erop dat de hoogte van de eigen bijdrage was berekend op basis van de economische waarde van de verstrekkingen die eiser had ontvangen, en dat de vrijstelling van 25% van het inkomen van eiser correct was toegepast. Eiser had een netto inkomen van €450, waaruit na vrijstelling een bedrag van €337,50 resteerde dat hij aan verweerder moest betalen. De rechtbank verwierp ook de argumenten van eiser over de reiskostenvergoeding en de onredelijkheid van de uitkomst, en concludeerde dat het beroep ongegrond was. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, binnen vier weken na verzending van de uitspraak.