ECLI:NL:RBDHA:2025:3242

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 maart 2025
Publicatiedatum
4 maart 2025
Zaaknummer
09/127316-23
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak verkrachting minderjarige en veroordeling voor ontucht en kinderpornografie

Op 4 maart 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van verkrachting, ontucht en het bezit van kinderpornografie. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de aanklacht van verkrachting van een minderjarige, omdat de verklaringen van het slachtoffer onvoldoende concreet waren om tot wettig en overtuigend bewijs te komen. Echter, de verdachte werd wel veroordeeld voor meermalen plegen van ontucht en aanranding van twee minderjarige slachtoffers. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan ontuchtige handelingen met een minderjarige, waarbij het aanmerkelijke leeftijdsverschil tussen de verdachte en het slachtoffer een belangrijke factor was. Daarnaast werd vastgesteld dat de verdachte in het bezit was van een aanzienlijke hoeveelheid kinderpornografisch en dierenpornografisch materiaal, wat leidde tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan negen maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar en reclasseringstoezicht. De rechtbank legde ook een contactverbod op met de slachtoffers en andere minderjarigen, en bepaalde dat de verdachte zich moest houden aan specifieke voorwaarden om herhaling van strafbare feiten te voorkomen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/127316-23
Datum uitspraak: 4 maart 2025
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 1967 te [geboorteplaats] ,
verblijfadres: [adres] , [postcode] [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting 18 februari 2025 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. P. de Mos, en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman, mr. V. Mes, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft namens de verdachte vrijspraak van het onder feit 1, 3, 4 en 5 ten laste gelegde bepleit. Met betrekking tot het onder feit 2 ten laste gelegde heeft de raadsman partiële vrijspraak bepleit van het onderdeel ‘
benen’en zich voor het overige gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Met betrekking tot feit 3 heeft de raadsman subsidiair partiële vrijspraak bepleit van de (strafverzwarende) onderdelen
‘verspreid, aangeboden, verworven’ en ‘terwijl hij daar een gewoonte van heeft gemaakt’.
Op specifieke standpunten van de verdediging wordt – voor zover relevant – hierna nader ingegaan.
3.3.
Vrijspraak feit 1
De rechtbank is met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde feit van oordeel dat dit feit niet wettig en overtuigend is bewezen.
De rechtbank stelt voorop dat de verklaringen van [naam 1] in grote lijnen betrouwbaar zijn . In de kern heeft [naam 1] namelijk consistent verklaard over dat zij wakker werd, terwijl de verdachte in haar slaapkamer was en met een (telefoon)lamp scheen en dat zij de hand van de verdachte bij haar vagina zag. In zoverre is daarover weinig twijfel.
De verklaringen van [naam 1] over het specifieke (seksuele) binnendringen zijn echter weinig concreet en op onderdelen wisselend. Uit haar verklaringen valt immers niet duidelijk af te leiden wat de verdachte precies met zijn hand en/of vingers zou hebben gedaan, en wat zij precies van het door haar genoemde seksueel binnendringen zou hebben gevoeld en/of gezien. De verklaringen van [naam 1] zijn dan ook onvoldoende specifiek om tot wettig en overtuigend bewijs te komen van het seksueel binnendringen door de verdachte. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de verdachte vrijspreken van de tenlastegelegde verkrachting.
Aan de verdachte zijn verder (slechts) tenlastegelegd handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van [naam 1] . Omdat het seksueel binnendringen niet kan worden bewezen, komt de rechtbank niet toe aan beoordeling van het in de tenlastelegging als onderdeel van het seksueel binnendringen benoemde
‘betasten van de vagina’.
3.4.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2023315912, van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 437).
Ten aanzien van feit 2:
1. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 2] , opgemaakt op 8 februari 2022, voor zover inhoudende (p. 39 - 46):
Pleegdatum: Zaterdag 25 oktober 2014
Ik doe aangifte van aanranding. Het was in de laatste week van oktober 2014, van vrijdag op zaterdag. In Zoetermeer hadden we verzameld. Het gebeurde in de bus naar Londen. We waren nog in Frankrijk met de bus.
Op een gegeven moment viel ik slaap in de bus. Ik voelde ineens een hand over mijn been glijden. Hij schoof mijn haar weg en hij raakte mijn linker borst aan. Hij ging toen weer verder naar mijn bovenbenen en begon opnieuw mijn bovenbeen te aaien. Daarna stopte hij. Met zijn rechterhand aaide hij over mijn borst heen, van boven naar benden over mijn kleding. In mijn beleving was dit een paar minuten. Het was geen hele korte aanraking. In ieder geval duurde het 1 minuut. Net als de eerste keer, wreef hij opnieuw over mijn linkerbeen. Hij deed dit met zijn rechterhand.
2. Het proces-verbaal van verhoor van de verdachte, van 20 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 387 - 399):
In de bus kwam [naam 2] naast mij zitten. Tijdens de reis heb ik over haar linkerborst gestreken..
Ten aanzien van feit 3:
1. Het proces-verbaal van aangifte [naam 3] , opgemaakt op 6 december 2022, voor zover inhoudende (p. 62-66):
Ik doe aangifte tegen [verdachte] . Er zijn twee grote dingen gebeurd. Het eerste was toen [verdachte] mij op zijn schoot trok. Mijn tante zag aan mij dat ik daar niet zo blij van werd. Ik vertelde toen aan mijn tante dat ik niet zo fijn vond dat hij me altijd zoende. Mijn tante reageerde verbaasd en zei : ' Zoent??' Ik zei toen dat hij me vaak probeerde te zoenen, ook als ik mijn gezicht wegdraaide.
Ik was toen ongeveer 13 jaar oud. Dat hij me zoende, heeft ongeveer twee jaar geduurd, ik denk tussen mijn 11e en mijn 13e of 14e.
Hij zoende mij heel vaak, als we op visite waren en ook in de zaal.
Hij zoende me op mijn mond. Het speelde zich af in een periode van twee jaar. Het gebeurde wanneer we elkaar zagen, dit was minimaal twee keer per week. Hij heeft me ook wel eens in mijn billen geknepen.​​​​​​​ Pas later had ik door dat dit seksueel getint was. Door alle andere dingen die hij ook had gedaan. Hij kneep mij in mijn billen bijvoorbeeld tijdens het spelen, gewoon random momenten. Hij deed dit wanneer hij hier zin in had.
2. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 18 februari 2025, voor zover inhoudende:
Er stonden mensen in de hal en daar begroetten wij elkaar en zo deed ik dat ook bij haar. Toen ik mijn hoofd draaide voor een wangkus, kuste zij mij op de mond. Bij de Jehova’s begroet je elkaar steeds met omhelzen en wangkussen. U vraagt mij of dit op een zodanige manier gebeurt dat je daarbij ook iemands billen aanraakt. Dat zou kunnen ja.
Ten aanzien van de feiten 4 en 5:
1. Het geschrift, te weten proces-verbaal van doorzoeking/fouillering d.d. 26 september 2023 voor zover inhoudende (p. 168-172):
Bij de doorzoeking betrokken persoon
Naam [verdachte]
Voornamen [verdachte]
Plaats van de doorzoeking Trier
Tijdens de doorzoeking werden de volgende voorwerpen in beslag genomen:
• Bewijsstuk 01: apple iPhone
• Bewijsstuk 17: WD harde schijf
USB-sticks
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 20 maart 2024, voor zover inhoudende (p. 359-360):
goednummer Goednaam
3042570 Apple Iphone 13 Pro Max
3022572 Ext hdd WD Mybook 10 TB
Er werden 674 foto’s en 252 video’s geclassificeerd als strafbare afbeeldingen. 134 foto’s en 180 video’s op deze locaties waren benaderbaar voor de gebruiker. Afbeeldingen in andere pathnamen waren dus niet benaderbaar voor de gemiddelde gebruiker en is niet inzichtelijk te maken zonder speciale handelingen dan wel speciale software. De afbeeldingen (foto's en/of video’s) zijn dus niet benaderbaar, maar ze zijn wel benaderbaar geweest en de gebruiker heeft ze dus wel in bezit gehad, verworven of zich de toegang daartoe verschaft.
De periode waarop de als kinderpornografisch geclassificeerde foto’s en video’s op de externe HDD WD MyBook 10 TB zijn geplaatst lag hoogstwaarschijnlijk tussen 4-11-2021 en 26-9-2023. Deze zijn op verschillende datums binnengekomen.
De periode waarop de als kinderpornografisch geclassificeerde foto’s en video’s op de Apple iPhone 13 Pro Max zijn geplaatst lag hoogstwaarschijnlijk tussen 18-6-2023 en 26-9-2023. Deze zijn op verschillende datums binnengekomen.
3. Het proces-verbaal van Beschrijving kinderpornografisch materiaal, inclusief bijlagen, opgemaakt op 27 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 362-384):
De voorwerpen met de onderstaande beslagcodes zijn onderzocht en daarop is wel strafbaar of anderszins relevant materiaal aangetroffen:
IBN-nummer
Soort voorwerp
3042570
Iphone 13 Pro Max
3042572
harde schijf Western Digital
3042680
USB
In totaal zijn er 926 afbeeldingen (674 foto’s en 252 video’s) aangetroffen die door ons zijn beoordeeld als kinderpornografisch.
Penetratie
Op ongeveer 20% van de aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen is te zien hoe het lichaam van een minderjarige vaginaal/anaal of oraal wordt gepenetreerd door de penis van een volwassen man of een andere minderjarige met een penis, vinger of voorwerp.
Op andere strafbare afbeeldingen is te zien dat de minderjarige zichzelf vaginaal of anaal penetreert met een vinger of een voorwerp, zoals een tandenborstel.
(afbeelding #01 en #02 in de toonmap, bijlage III)
Ontuchtige handelingen
Op ongeveer 39% van de aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen zijn ontuchtige handelingen te zien zoals het betasten van de borsten, schaamlippen en anus van de minderjarige, of het spreiden van de schaamlippen, billen of anus van de minderjarige.
Dit wordt gedaan door een volwassene bij een minderjarige, of minderjarigen doen dit bij elkaar, of de minderjarige doet dit bij zichzelf.
(afbeelding #03 en #04 in de toonmap, bijlage III)
Dieren en minderjarigen
Er werd één afbeelding (video) aangetroffen, vermoedelijk gemaakt door de minderjarige zelf, waarbij het meisje haar onderlichaam ontbloot heeft en een hond haar schaamstreek likt.
(afbeelding #05 in de toonmap, bijlage III)
Poseren
Op ongeveer 39% van de strafbare afbeeldingen staan de minderjarigen poserend afgebeeld. Op enkele afbeeldingen na zijn deze afbeeldingen (foto’s) door een ander dan de minderjarige gemaakt. Op de afbeeldingen is met name te zien dat de meisjes, geheel of deels ontkleed, al dan niet een sexy pose aannemen en de focus op de blote billen ligt of de camera zodanig gesitueerd is dat de focus wordt gelegd op de ontblote borsten en/of vagina van de minderjarige. Op een groot aantal van de afbeeldingen dragen de minderjarige meisjes niet bij de leeftijd passende kleding zoals doorschijnende bovenkleding, netkousen, een SM-outfit of dragen zij make-up.
(afbeelding #06 en #07 in de toonmap, bijlage III)
Overige seksuele gedragingen:
Op ongeveer 1% van de aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen zijn seksuele handelingen te zien waarbij een stijve penis van een volwassen man bij het gezicht of lichaam van een minderjarige wordt gehouden of waarbij de volwassen man klaarkomt op/in het lichaam van de minderjarige en het sperma op het lichaam van de minderjarige te zien is.
(afbeelding #08 en #09 in de toonmap, bijlage III)
Van 926 van de kinderpornografische afbeeldingen achten wij het, vanwege de locatie van de bestanden op de gegevensdrager, de manier waarop de bestanden daar zijn gekomen en de rol van verdachte daarbij, aannemelijk dat verdachte die in bezit heeft gehad, heeft verworven of zich de toegang daartoe heeft verschaft.
214 van de kinderpornografische afbeeldingen waren, vanwege de locatie van de bestanden op de gegevensdrager, de manier waarop de bestanden daar gekomen zijn en de rol van verdachte daarbij, voor de gebruiker benaderbaar. Het is dan ook aannemelijk dat de verdachte moet hebben geweten dat die bestanden zich op zijn gegevensdragers bevonden en dat hij ze derhalve in bezit heeft gehad.
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 27 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 385-386):
Naast de kinderpornografische afbeeldingen werden er ook 33 dierenpornografische afbeeldingen aangetroffen (1 foto en 32 video’s) waarvan 3 uniek, waarbij sprake was van ontuchtige handelingen tussen mens en dier. Op deze strafbare afbeeldingen is onder andere te zien dat een man zijn hand om de penis van een hond heeft en de hond aftrekt.
Op de navolgende goederen werden dierenpornografische afbeeldingen aangetroffen:
IBN-nummer
Soort voorwerp
3042570
Apple Iphone
3042680
USB
Eén van de video’s is als bijlage in de toonmap gevoegd onder
nummer #11en ter beschikking gesteld aan de officier van justitie.
3.5.
Bewijsoverwegingen
Feit 2
De rechtbank is van oordeel dat [naam 2] (hierna: [naam 2] ) consistent en authentiek, en daarmee betrouwbaar heeft verklaard over de gebeurtenissen, in de bus, tijdens de reis naar Londen. Zij heeft daarbij gedetailleerd verklaard dat de verdachte meermaals, zowel over haar been als haar borst heeft gestreken. Ook heeft zij uitgebreid verklaard over de omstandigheden waaronder dit zou zijn gebeurd. De rechtbank gaat dan ook uit van de verklaring van [naam 2] . Die verklaring vindt steun in de eigen verklaring van de verdachte zelf, dat hij [naam 2] in de bus over haar borst gestreken heeft. Nu de verklaring van [naam 2] betrouwbaar is en (op onderdelen) voldoende steun vindt in ander objectief steunbewijs, kan wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte [naam 2] heeft aangerand, door over haar borst en been te strijken.
Feit 3
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat hij ontucht heeft gepleegd met [naam 3] door haar op de mond te zoenen en haar billen te betasten. [naam 3] heeft bij de politie verklaard dat de verdachte haar gedurende een periode van twee jaar wekelijks op haar mond heeft gezoend en haar wel eens in haar billen heeft geknepen. De rechtbank is van oordeel dat [naam 3] helder en consistent over deze gebeurtenissen heeft verklaard en acht haar verklaring dan ook betrouwbaar. Zo heeft [naam 3] consistent verklaard over de plaats waar deze handelingen hebben plaatsgevonden, wanneer dat gebeurde en hoe zij probeerde te voorkomen dat ze plaatsvonden. Daarbij komt dat [naam 3] in de periode dat dit gebeurde onder meer haar tante over de handelingen van de verdachte heeft ingelicht. Dat [naam 3] slechts één verklaring heeft afgelegd bij de politie doet niet af aan de betrouwbaarheid van wat zij heeft verklaard.
De verklaring van [naam 3] vindt (op onderdelen) steun in de eigen verklaring van de verdachte zelf. De verdachte heeft immers verklaard dat het de gewoonte was om elkaar als Jehova’s getuigen te begroeten met omhelzingen en wangkussen en dat hij [naam 3] inderdaad een keer (naar eigen zeggen per ongeluk) op de mond heeft gekust. Verder heeft de verdachte verklaard dat het zou kunnen dat hij bij omhelzingen de billen van [naam 3] heeft aangeraakt.
Naar het oordeel van de rechtbank kan dan ook bewezen worden dat de verdachte [naam 3] meermaals op de mond heeft gekust en haar billen heeft betast.
De vraag is of het handelen van de verdachte een ontuchtige handeling oplevert in de zin van artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht.
Ontuchtige handelingen
Ontuchtige handelingen zijn handelingen gericht op seksueel contact, althans contact van seksuele aard in strijd met de sociaal-ethische norm. Een precieze afbakening van wat wel en niet onder ‘ontuchtige handelingen’ valt, kan niet worden gegeven. De beoordeling of een handeling als ontuchtig heeft te gelden, hangt niet alleen af van de subjectieve beleving van het slachtoffer, maar ook van de aard van de gedraging en de omstandigheden van het geval. Ook de bedoeling van de dader is daarbij een relevante factor.
De rechtbank acht in dit geval doorslaggevend het aanmerkelijke leeftijdsverschil tussen de verdachte en de destijds tussen de 11- en 14-jarige [naam 3] . Voor zover het sociaal-ethisch is aanvaard dat meisjes van die leeftijd experimenteren met zoenen, geldt dat vooral in relatie tot leeftijdsgenoten. De verdachte was ten tijde van het ten laste gelegde tussen de 40 en 43 jaar en dus ruim drie keer zo oud als [naam 3] . [naam 3] was blijkens haar verklaring dan ook niet gediend van de handelingen van de verdachte. De verdachte had zich naar maatschappelijke opvatting derhalve moeten onthouden van het geven van zoenen op de mond en het betasten van de billen van [naam 3] . Voor zover [naam 3] , in aanmerking genomen het leeftijdsverschil, niet in staat was om weerstand te bieden aan het handelen van de verdachte, maakt dat het voorgaande op geen enkele wijze anders.
Er is dan ook sprake van ontuchtige handelingen, zodat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte ontuchtige handelingen heeft gepleegd jegens [naam 3] , door haar meermalen op de mond te zoenen en haar billen te betasten.
Feiten 4 en 5
De officier van justitie heeft ter terechtzitting van 18 februari 2025 de door de rechter-commissaris afgegeven machtiging tot doorzoeking van de woning van de verdachte overgelegd, zodat de rechtbank reeds daarom het onrechtmatigheidsverweer van de raadsman verwerpt.
Op basis van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de verdachte in de periode van 4 november 2021 tot en met 23 september 2023 kinderpornografische foto’s en video’s heeft verworven en in zijn bezit heeft gehad en in de periode van 12 september 2023 tot en met 23 september 2023 dierenpornografische foto en video’s in bezit heeft gehad.
Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat eveneens kan worden vastgesteld dat de verdachte van het verwerven en het in bezit hebben een gewoonte heeft gemaakt. Voor de vaststelling van een ‘gewoonte’ is niet vereist dat de verdachte ‘de neiging’ had om telkens weer zich schuldig te maken aan het verwerven en in bezit hebben of dat die gedragingen zich met een bepaalde minimumfrequentie hebben voorgedaan. Wel komt betekenis toe aan de aard van de gedragingen en de omstandigheden waaronder deze zijn verricht, alsmede aan het aantal gedragingen en het tijdsbestek waarbinnen deze zich hebben afgespeeld. Het gaat om 926 kinderpornografische afbeeldingen die door de verdachte gedurende een periode van bijna twee jaar op verschillende data zijn verzameld. De afbeeldingen stonden op drie verschillende gegevensdragers, waaronder op de telefoon van de verdachte die hij dagelijks in gebruik had. De rechtbank ziet in het dossier geen aanwijzingen waaruit zou kunnen volgen dat de verdachte een periode gestopt is met verzamelen. Het dossier laat juist het tegendeel zien. De afbeeldingen, aangetroffen op de telefoon van de verdachte zijn slechts drie maanden voor zijn aanhouding nog op zijn telefoon geplaatst.
De rechtbank kan op basis van het dossier niet vaststellen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verspreiden en/of aanbieden van kinderpornografisch materiaal, zodat de rechtbank de verdachte van die onderdelen zal vrijspreken.
3.6.
De bewezenverklaring
De rechtbank is met betrekking tot de onder 2 tot en met 5 ten laste gelegde feiten van oordeel dat deze feiten wettig en overtuigend zijn bewezen. De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
2
hij omstreeks 24 oktober 2014 te Frankrijk (in de bus van Zoetermeer naar Londen, Engeland), [naam 2] door een andere feitelijkheid, te weten het onverhoeds betasten van
die [naam 2] , heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten het betasten van de borst en het been van die [naam 2] ;
3
hij in de periode van 22 juni 2007 tot en met 21 juni 2010 te Monnickendam, gemeente Waterland, met [naam 3] , geboren op [geboortedag 2] 1996, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd,
bestaande uit het betasten van de billen en zoenen op de mond van die [naam 3] ;
4
hij in de periode van 4 november 2021 tot en met 23 september 2023 in een of meerdere plaatsen in Duitsland, Luxemburg en/of België (meermalen) (telkens)
- afbeeldingen, te weten foto's en video's en
- gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te weten een harde schijf (merk Western Digital beslagcode 3042572), en een telefoon (Apple iPhone 13 Pro Max, beslagcode 3042570)
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft, verworven, in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het met de/een penis oraal, vaginaal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
- het met de/een penis, vinger en voorwerp oraal, vaginaal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
- het met een voorwerp en vinger vaginaal en anaal penetreren van het eigen lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
(proces-verbaal pagina 368 afbeelding 1 en 2)
en
- het betasten en/of aanraken van de borsten, het geslachtsdeel, de billen en de anus van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
- het betasten en/of aanraken van de borsten, het geslachtsdeel, de billen en de anus van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
- het betasten en/of aanraken van de eigen borsten, het geslachtsdeel, de billen en de anus van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
(proces-verbaal pagina 368 afbeelding 3 en 4)
en
-het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
(proces-verbaal pagina 368 afbeelding 5)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en opgemaakt is en poseert in een omgeving, en in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en de wijze van kleden van deze persoon en de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel in beeld gebracht wordt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,
(proces-verbaal pagina 368 en 369 afbeelding 6 en 7)
en
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt waarbij op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
(proces-verbaal pagina 369 afbeelding 8 en 9)
terwijl hij, verdachte, van het plegen van bovengenoemde feit(en) een gewoonte
heeft gemaakt;
5
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 12 september 2023 tot en met 23 september 2023 te Trier, Duitsland, in elk geval in Duitsland, telkens
- afbeeldingen, te weten
eenfoto en video’s en
- gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een telefoon (Apple iPhone
beslagcode 3042570) en een USB (beslagcode 3042680)
in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeelding(en) (een) ontuchtige handeling(en)
zichtbaar is/zijn waarbij een mens en een dier is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn
betrokken,
welke ontuchtige handelingen bestonden uit het door een persoon betasten van de
penis van een of meerdere dieren;
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De oplegging van de straf en maatregel

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd en als bijkomende bijzondere voorwaarde het vermijden van dierenporno. Daarbij heeft de officier van justitie gevorderd de oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v Sr, inhoudende een contactverbod met alle aangeefsters, voor de duur van vijf jaren met bepaling van vervangende hechtenis van twee weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van zes maanden.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht een gevangenisstraf op te leggen, waarvan het onvoorwaardelijk deel gelijk is aan het voorarrest en eventueel in combinatie met een taakstraf.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De ernst van de feiten
De verdachte heeft zich meermalen schuldig gemaakt aan het plegen van ontucht met de destijds tussen de 11- en 14-jarige [naam 3] en aan aanranding van [naam 2] door onverhoeds haar borst en been te betasten. Dit gebeurde telkens in een vertrouwde omgeving, namelijk in de Jehovagemeenschap. Een plek waar de meisjes zich veilig en vertrouwd mochten voelen. De verdachte heeft met zijn handelen de lichamelijke integriteit van [naam 3] en [naam 2] ernstig aangetast. Dit soort feiten kan langdurige negatieve gevolgen hebben voor de psychische, emotionele en seksuele ontwikkeling van jonge slachtoffers. Door de wetgever wordt de geestelijke en lichamelijke integriteit van jeugdigen jonger dan zestien jaar uitdrukkelijk beschermd. De rechtbank rekent het de verdachte zeer aan dat hij misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen dat [naam 3] en [naam 2] in hem hadden. Verder neemt de rechtbank het de verdachte kwalijk dat hij geen verantwoordelijkheid neemt voor zijn handelen. De verdachte heeft zelfs tijdens zijn schorsing contact gezocht met een van de aangeefsters.
Daarnaast is bij de verdachte thuis een hoeveelheid kinderporno en dierenporno aangetroffen op verschillende gegevensdragers. Voor de productie van kinderporno worden kinderen seksueel misbruikt en uitgebuit. Zij worden voor een camera gezet om te poseren en seksuele handelingen bij zichzelf en anderen te verrichten en/of te ondergaan. Handelingen, die gelet op hun geestelijke en lichamelijke ontwikkeling, niet passend zijn voor hun leeftijd. Kinderen die seksuele handelingen moeten verrichten ten behoeve van de kinderporno-industrie kunnen aanzienlijke psychische schade oplopen die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat. Ook kunnen zij nog lange tijd achtervolgd worden door de gevolgen van de verspreiding van de beelden, doordat het vrijwel onmogelijk is om een afbeelding of video die op het internet is gezet, daarvan af te halen. Dit vergroot de schade voor deze kinderen. De rechtbank weegt ook de niet benaderbare afbeeldingen mee in de ernst van het feit. De verdachte weet namelijk als ICT-expert, en zo heeft hij ook ter zitting verklaard, hoe hij de afbeeldingen moet verbergen en derhalve ook hoe hij deze weer benaderbaar moet maken. Voor de vervaardiging van dierenporno zijn dieren misbruikt en geëxploiteerd ten behoeve van een onzedelijke behoeftebevrediging van personen. Het bezit van dierenporno is door de wetgever strafbaar gesteld ter bescherming van de goede zeden en de integriteit van het dier. Ook deze norm heeft de verdachte met het bezit van dierenporno geschonden. Door het handelen van de verdachte blijft de productie van kinderporno en dierenporno in stand. Dat rekent de rechtbank hem aan.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 17 januari 2025, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
De persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van een reclasseringsadvies over de verdachte van 25 april 2024, waaruit volgt dat sprake is van een matig tot laag recidiverisico van een zedendelict. De reclassering adviseert bij veroordeling van de verdachte hem op te leggen een deels voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling, het vermijden van contact met minderjarigen en kinderporno.
Tevens heeft de rechtbank kennisgenomen van een enkelvoudig Pro Justitia rapportage van 20 april 2024. De psycholoog rapporteert dat de resultaten van het onderzoek niet betrouwbaar zijn. Op basis van de informatie kan een seksuele dan wel parafiele stoornis niet vastgesteld dan wel uitgesloten worden.
De op te leggen straf
Gelet op wat hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die deels onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van na te melden duur met zich brengt.
Alles afwegend is de na te melden straf passend en geboden, waarbij de rechtbank een deel van die straf voorwaardelijk zal opleggen, met een proeftijd van drie jaren en daaraan de door de reclassering geadviseerde voorwaarden verbinden, om de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken.
De vrijheidsbeperkende maatregel
Ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten wordt aan de verdachte de maatregel in de zin van artikel 38v Sr opgelegd, strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van vijf jaren, inhoudende een contactverbod met [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] . Dit contactverbod omvat mede het bekijken of bezoeken van de profielen van de aangeefsters op social media. De rechtbank zal de vervangende hechtenis van twee weken bepalen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van zes maanden.
Ten aanzien van het contactverbod met aangeefster [naam 1] , overweegt de rechtbank nog als volgt. Op grond van artikel 38v, eerste lid, onder 1 Sr, kan een vrijheidsbeperkende maatregel worden opgelegd in het geval iemand wegens een strafbaar feit wordt veroordeeld. Hoewel de verdachte zal worden vrijgesproken van het eerste feit, waarvan [naam 1] aangifte heeft gedaan, zal de verdachte in dit vonnis worden veroordeeld voor een viertal (andere) strafbare feiten. Die concrete vrijspraak staat oplegging van een contactverbod met [naam 1] niet in de weg. Daarbij geldt echter wel de in het eerste lid genoemde beperking in het toepassingsbereik, die is gelegen in het doel waarmee deze maatregel wordt opgelegd, namelijk “ter beveiliging van de maatschappij of ter voorkoming van strafbare feiten”. Volgens de memorie van toelichting
(Kamerstukken II, 32 551, nr. 3, paragraaf 4.1)betekent dit dat de rechter een vrijheidsbeperkende maatregel “
alleen kan opleggen indien hij oordeelt dat er rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen dan wel zich belastend naar personen toe zal gedragen”. Ook als “gegronde vrees” bestaat voor ernstig belastend gedrag van de verdachte jegens het slachtoffer of als het slachtoffer dergelijk gedrag “redelijkerwijs kan vrezen”, is er ruimte voor het opleggen van deze maatregel. Uit het verhandelde ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte bewust en specifiek het TikTok-profiel van aangeefster [naam 1] heeft bekeken, en dat zij daarvan melding heeft gekregen. Dit gegeven is voor de rechtbank aanleiding geweest om het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis ter terechtzitting op te heffen, wegens handelen in strijd met het als schorsingsvoorwaarde opgelegde contactverbod. Gelet op dat gedrag is er gegronde vrees bestaat dat de verdachte zich jegens aangeefster [naam 1] belastend zal gedragen, en zal de rechtbank de verdachte ook een contactverbod met [naam 1] opleggen.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De rechtbank ziet aanleiding te bevelen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is, nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend jegens aangeefsters zal gedragen.

7.De vordering van de benadeelde partijen

[naam 1] en [naam 2] hebben zich als benadeelde partijen gevoegd in het strafproces en vorderen een schadevergoeding.
Benadeelde [naam 1] vordert een schadevergoeding van € 3.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. Benadeelde [naam 2] vordert een schadevergoeding van € 2.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente.
7.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat voor de afzonderlijke benadeelde partijen, het gehele gevorderde bedrag aan schadevergoeding kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman is van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij [naam 1] , gelet op de bepleite vrijspraak, niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Ten aanzien van de benadeelde partij [naam 2] stelt de raadsman zich primair op het standpunt dat die vordering, wegens onvoldoende onderbouwing, niet-ontvankelijk verklaard moet worden en subsidiair gematigd moet worden.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
[naam 1]
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, aangezien
de verdachte van het feit waarop de vordering betrekking heeft, zal worden vrijgesproken.
Dit brengt mee dat de rechtbank zal bepalen dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen proceskosten dragen.
[naam 2]
Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks immateriële schade heeft geleden door het onder 2 bewezen verklaarde feit. Vast is komen te staan dat zij schade heeft geleden door het oplopen van een acute stressstoornis en de PTSS die zij heeft ontwikkeld. De benadeelde partij voelt zich erg angstig. De rechtbank zal de geleden immateriële schade naar billijkheid vaststellen op een bedrag van € 750,-. De rechtbank zal de vordering tot vergoeding van immateriële schade voor het overige afwijzen.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 24 oktober 2014, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Nu de vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
De schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor het onder 2 bewezenverklaarde strafbare feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor de schade die door dit feit aan haar is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 750,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 14 oktober 2014 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [naam 2] .

8.De inbeslaggenomen voorwerpen

8.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen (beslaglijst) onder 1 tot en met 3 genoemde voorwerpen zullen worden onttrokken aan het verkeer.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de op de beslaglijst onder 1 tot en met 3 genoemde voorwerpen onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien met betrekking deze voorwerpen de onder 4 en 5 bewezenverklaarde feiten zijn begaan.

9.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen:
- 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 36f, 38v, 38w, 57, 240b (oud), 246 (oud), 247 (oud) en 254a (oud) van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 2 tot en met 5 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.6 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 2:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
ten aanzien van feit 3:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 4:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
ten aanzien van feit 5:
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken in bezit hebben;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
36 (ZESENDERTIG) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
9 (NEGEN) MAANDEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op drie jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij de Reclassering Nederland, Bezuidenhoutseweg 179, 2594 AH Den Haag op door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zolang deze de reclassering dat noodzakelijk acht;
- zich laat behandelen door de forensische polikliniek de Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- op geen enkele wijze contact zoekt met minderjarigen. De veroordeelde vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt de veroordeelde dat daar een door de reclassering specifiek aangewezen persoon bij aanwezig zal zijn;
- vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. De veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
• het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
De veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. De veroordeelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. De veroordeelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. De veroordeelde verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of de veroordeelde kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van de veroordeelde. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen.
legt aan de veroordeelde op de maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, inhoudende dat de veroordeelde voor de duur van
5 (VIJF) JAREN:
-op
geenenkele wijze – direct of indirect –
contact zal opnemen, zoeken of hebben met
[naam 1] , geboren op [geboortedag 3] 2005;
[naam 2] , geboren op [geboortedag 4] 1998;
[naam 3] , geboren op [geboortedag 2] 1996;
beveelt, gelet op artikel 38v, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 2 weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van zes maanden;
toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op;
de vordering benadeelde partij [naam 1]
bepaalt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen proceskosten dragen;
de vordering benadeelde partij [naam 2]
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij deels toe tot een bedrag van € 750,- en veroordeelt de verdachte om dit bedrag , vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 24 oktober 2014 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [naam 2] ;
wijst de vordering voor het overige af;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
de schadevergoedingsmaatregel
legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 750,- vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 24 oktober 2014 tot de dag waarop dit bedrag is betaald ten behoeve van [naam 2] ;
bepaalt dat, als de verdachte niet het volledige bedrag betaalt en/of niet het volledige bedrag op hem kan worden verhaald, gijzeling zal worden toegepast voor de duur van 15 dagen. Het toepassen van gijzeling ontslaat de verdachte niet van zijn betalingsverplichting aan de Staat;
bepaalt dat als de verdachte de toegewezen schadevergoeding deels of geheel aan de benadeelde partij heeft betaald, de verdachte niet verplicht is om dat deel te betalen aan de Staat en dat als de verdachte het toegewezen bedrag deels of geheel aan de Staat heeft betaald, de verdachte niet verplicht is om dat deel aan de benadeelde partij te betalen.
de inbeslaggenomen goederen
verklaart onttrokken aan het verkeer de op de beslaglijst onder 1 tot en met 3 genoemde voorwerpen, te weten:
1. STK USB-stick (memorykaart);
1. STK Telefoontoestel;
1. STK Harddisk.
Dit vonnis is gewezen door
mr. B.J. van de Griend, voorzitter,
mr. G.H.M. Smelt, rechter,
mr. J.J. Balfoort, rechter,
in tegenwoordigheid van V. Grampon, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 maart 2025.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
1
hij in of omstreeks de periode van 17 juli 2013 tot en met 16 juli 2015 te Zoetermeer,
met [naam 1] , geboren op [geboortedag 3] 2005, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam 1] , te weten:
- het brengen, duwen, houden en/of heen en weer bewegen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [naam 1] en/of
- het betasten van de vagina van die [naam 1] ;
2
hij in of omstreeks de periode van 23 oktober 2014 tot en met 24 oktober 2014 te Frankrijk (in de bus van Zoetermeer naar Londen, Engeland), [naam 2] door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten het onverhoeds betasten van de borst(en) en/of benen van die [naam 2] ,
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het betasten van de borst(en) en/of benen van die [naam 2] ;
3
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 juni 2007 tot en met 21 juni 2010 te Monnickendam, gemeente Waterland, althans in Nederland met
[naam 3] , geboren op [geboortedag 2] 1996, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het betasten van de billen en/of zoenen op de mond van die [naam 3] ;
4
hij in of omstreeks de periode van 4 november 2021 tot en met 23 september 2023 te
Trier, Duitsland, althans in een of meerdere plaatsen in Duitsland, Luxemburg en/of België (meermalen) (telkens)
- afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of
- gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te weten een harde schijf (merk Western Digital beslagcode 3042572), en/of een telefoon (Apple iPhone 13 Pro Max, beslagcode 3042570)
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid, aangeboden, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het met de/een penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
- het met de/een penis, vinger en/of voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
- het met een voorwerp en/of vinger vaginaal en/of anaal penetreren van het eigen lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
(proces-verbaal pagina 368 afbeelding 1 en 2)
en/of
- het betasten en/of aanraken van de borsten, het geslachtsdeel, de billen en/of de anus van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
- het betasten en/of aanraken van de borsten, het geslachtsdeel, de billen en/of de anus van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
- het betasten en/of aanraken van het de eigen borsten, het geslachtsdeel, de billen en/of de anus van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
(proces-verbaal pagina 368 afbeelding 3 en 4)
en/of
-het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
(proces-verbaal pagina 368 afbeelding 5)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving, en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel in beeld gebracht wordt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,
(proces-verbaal pagina 368 en 369 afbeelding 6 en 7)
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt waarbij op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
(proces-verbaal pagina 369 afbeelding 8 en 9)
terwijl hij, verdachte, van het plegen van bovengenoemde feit(en) een gewoonte
heeft gemaakt;
5
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 september 2023 tot en met 23 september 2023 te Trier, Duitsland, in elk geval in Duitsland, telkens
- afbeeldingen, te weten foto's en/of video’s en/of
- gegevensdrager(s), bevattende afbeeldingen, te weten een telefoon (Apple iPhone beslagcode 3042570) en/of een USB (beslagcode 3042680)
in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeelding(en) (een) ontuchtige handeling(en) zichtbaar is/zijn waarbij een mens en een dier is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken, welke ontuchtige handelingen bestonden uit het door een persoon betasten van de penis van een of meerdere dieren.