Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 februari 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Soedanese man, heeft een asielaanvraag ingediend, maar deze is door de minister van Asiel en Migratie niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 23 januari 2025, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. H.J. Metselaar, en een tolk aanwezig was. De minister werd vertegenwoordigd door mr. J.M. Bell.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser internationale bescherming geniet in Frankrijk, zoals blijkt uit Eurodac-resultaten van 18 november 2024, die aangeven dat hij per 24 juni 2022 in Frankrijk bescherming heeft gekregen. De minister heeft zich op het standpunt gesteld dat eiser naar Frankrijk kan terugkeren, en de rechtbank oordeelt dat de minister op de Eurodac-informatie mag afgaan, mits deze informatie recent genoeg is en voldoende duidelijkheid biedt over de verblijfsrechtelijke positie van eiser.
Eiser betwist de Eurodac-resultaten en stelt dat hij in 2024 via Italië Europa is binnengekomen, maar de rechtbank oordeelt dat de minister niet verplicht was om verder onderzoek te doen naar de verblijfsrechtelijke positie van eiser in Frankrijk, aangezien de Eurodac-resultaten voldoende recent en duidelijk waren. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.