Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 maart 2025 in de zaak tussen
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank wijst in dit verband bijvoorbeeld naar de woning aan de Prinses Annalaan 301 te Leidschendam. Deze woning is verhuurd aan een woningzoekende met een kortere inschrijfduur. Voor zover eiseres stelt dat zij vanwege haar knieproblemen is aangewezen op een traploze woning, geldt dat verweerder heeft aangegeven dat eiseres ook gereageerd heeft op woningen met een trap en traploze woningen heeft geweigerd. Daar komt bij dat eiseres ook woningen heeft geweigerd vanwege andere niet-medische redenen, terwijl zij haar aanvraag juist vanwege medische redenen heeft ingediend. Zo heeft zij de woning aan de [adres 2] geweigerd vanwege de hoge servicekosten en de woning aan de [adres 1] heeft zij geweigerd omdat zij van omwonenden te horen kreeg dat sprake was van geluidsoverlast en de lift het regelmatig niet deed. Verweerder heeft daarover overwogen dat bij het aanbieden van een woning altijd rekening wordt gehouden met het inkomen van een woningzoekende en dat de door eiseres aangevoerde omstandigheden niet maken dat de geweigerde woningen niet als passend voor haar zijn aan te merken. Ook heeft eiseres haar verklaring over de gang van zaken met betrekking tot de woning aan de [adres 5] niet onderbouwd. De aangeboden woningen aan de [adres 3] en de [adres 4] voldeden kennelijk wel aan het voor eiseres vastgestelde zoekprofiel en de eerdere urgentieverklaring uit 2011 maakt dat niet anders. Dat toen is bepaald dat sprake is van een uitgesloten stadsdeel, betekent niet dat dat nu weer geldt. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder dan ook in redelijkheid het standpunt kunnen innemen dat eiseres binnen drie maanden zelf een woning zou kunnen vinden.