ECLI:NL:RBDHA:2025:2926
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens verblijf in het buitenland zonder goede reden
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 februari 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, die de Somalische nationaliteit heeft, had op 10 september 2024 asiel aangevraagd in Nederland. De aanvraag werd echter niet in behandeling genomen door de minister van Asiel en Migratie, omdat Duitsland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft op 8 januari 2025 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.
Eiser heeft op 30 januari 2025 de opvanglocatie verlaten en is met onbekende bestemming vertrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in Frankrijk verblijft, maar geen goede reden heeft voor zijn vertrek uit Nederland. De gemachtigde van eiser heeft aangegeven dat er contact is via WhatsApp, maar de rechtbank concludeert dat eiser geen rechtens te beschermen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep.
De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat eiser zich doelbewust niet beschikbaar heeft gehouden voor de Nederlandse autoriteiten en geen bescherming meer nastreeft. De uitspraak is gedaan door mr. F.A. Groeneveld, rechter, en is openbaar gemaakt. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.