In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers tegen een opgelegde last onder dwangsom. Deze last is opgelegd omdat de inrichting op het perceel niet beschikt over een doelmatige ontgeuringsinstallatie. Het college van burgemeester en wethouders van Leiden heeft verzoeken om handhaving van belanghebbenden afgewezen, waarna verzoekers een last onder dwangsom met een begunstigingstermijn van 12 weken hebben ontvangen. Verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 21 februari 2025 hebben de verzoekers aangegeven de overtreding te betwisten, maar wel aan de last te willen voldoen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat de begunstigingstermijn van 12 weken voldoende is om de benodigde ontgeuringsinstallatie aan te schaffen en te plaatsen. De voorzieningenrechter oordeelt dat bedrijfseconomische belangen geen rol mogen spelen bij het vaststellen van de begunstigingstermijn. De uitspraak is openbaar gedaan op 21 februari 2025, waarbij partijen zijn gewezen op het feit dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat.