ECLI:NL:RBDHA:2025:2623

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 januari 2025
Publicatiedatum
21 februari 2025
Zaaknummer
AWB 24/10505
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de ROV-maatregel opgelegd aan asielzoeker wegens filmen van medebewoner zonder toestemming

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen een maatregel van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) beoordeeld. Eiser, een asielzoeker, had op 29 mei 2024 een medebewoner zonder toestemming gefilmd, wat leidde tot de oplegging van een ROV-maatregel 1. Deze maatregel houdt in dat de wekelijkse vergoeding van €14,47 wordt ingehouden. Eiser was het niet eens met deze maatregel en stelde dat het verbod op het maken van opnames discriminerend was en zijn recht op zelfverdediging aantastte. De rechtbank heeft het beroep op 23 december 2024 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van het COa aanwezig waren.

De rechtbank oordeelt dat het COa terecht de maatregel heeft opgelegd. De rechtbank wijst erop dat de huisregels van het COa het maken van opnames zonder toestemming verbieden, en dat deze regels zijn opgesteld ter bescherming van de privacy van bewoners. Eiser heeft niet betwist dat hij zonder toestemming heeft gefilmd, maar stelde dat hij dit deed om bewijs te verzamelen van geluidsoverlast door een medebewoner. De rechtbank concludeert dat de gedraging van eiser, hoewel hij een reden aanvoert, niet rechtvaardigt dat hij de huisregels overtreedt. De rechtbank benadrukt dat de privacy van bewoners in een opvanglocatie van groot belang is en dat eiser zich had moeten richten tot het COa voor hulp.

Daarnaast heeft eiser een beroep gedaan op een arrest van de Hoge Raad, maar de rechtbank oordeelt dat dit arrest niet van toepassing is op zijn situatie. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de opgelegde maatregel in stand blijft. De uitspraak is gedaan door mr. G.W.B. Heijmans en is openbaar uitgesproken op 31 januari 2025.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 24/10505

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 januari 2025 in de zaak tussen

[eiser], v-nummer: [nummer 1], eiser

en

het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, het COa

(gemachtigde: mr. D. Gökcan).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) van 30 mei 2024 (nummer: [nummer 2]) om aan eiser een maatregel 1 op grond van het Reglement onthouding verstrekkingen (ROV) op te leggen.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 23 december 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser en de gemachtigde van het COa.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt het beroep tegen de aan eiser opgelegde ROV-maatregel. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
2.1.
Het beroep is ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het bestreden besluit
3. Het COa heeft aan eiser een ROV-maatregel 1 opgelegd. Deze maatregel houdt in dat met ingang van 30 mei 2024 éénmaal de wekelijkse vergoeding van €14,47 wordt ingehouden. De aanleiding voor het opleggen van deze maatregel is dat eiser op 29 mei 2024 een medebewoner zonder zijn toestemming heeft gefilmd. Door deze gedraging is een overlast van geringe impact ontstaan. Het COa meent dat de gedraging van eiser wat betreft aard en omvang zodanig ernstig is dat dit de aan eiser op te leggen maatregel rechtvaardigt.
4. Op grond van 5 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers staat er tegen het bestreden besluit beroep open bij de rechtbank.
Mocht het COa de ROV-maatregel 1 opleggen?
5. Eiser is het niet eens met de opgelegde maatregel. Hij betoogt dat het verbod tot het maken van audio- en video-opnames op het grondgebied van het AZC discriminerende regels zijn die specifiek zijn opgesteld om vluchtelingen het recht op zelfverdediging en de mogelijkheid om schending van rechten te bewijzen te ontnemen.
6. Het betoog van eiser slaagt niet. De rechtbank motiveert haar oordeel als volgt. Op grond van de artikelen 10 en 19 van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva 2005) heeft het COa de bevoegdheid om bij wijze van maatregel verstrekkingen te onthouden, onder meer als een bewoner zich niet aan de huisregels van de opvangvoorziening houdt. Gelet op artikel 6 van de huisregels van het COa is het verboden om zonder toestemming beeld- en geluidsopnamen te maken op een locatie van het COa. De werkwijze van het COa bij het opleggen van maatregelen is neergelegd in het Maatregelenbeleid COa. Hieruit volgt dat als sprake is van een incident met geringe impact, het COa aan een bewoner een ROV-maatregel 1 kan opleggen. Dit houdt in dat gedurende de maximale periode van een week het leefgelddeel van het weekgeld wordt ingehouden.
7. Gelet op het bovenstaande kader stelt het COa zich naar het oordeel van de rechtbank terecht op het standpunt dat uit feitenonderzoek is gebleken dat eiser zonder toestemming een medebewoner heeft gefilmd en daarmee de huisregels van het COa heeft overtreden. Eiser ontkent niet dat hij zonder toestemming heeft gefilmd, maar hij betoogt dat hij daar een valide reden voor had. Er waren op dat moment namelijk geen medewerkers van het COa bereid of in staat om met eiser mee te lopen en hij wilde bewijsmateriaal verzamelen van een medebewoner die voor geluidsoverlast zorgde. Dat een medebewoner geluidsoverlast veroorzaakt vormt nog geen rechtvaardiging om de huisregels van het COa te overtreden. In die huisregels komt duidelijk tot uitdrukking dat het maken van beeld- of geluidsopnamen zonder toestemming is verboden vanwege de grote waarde die wordt gehecht aan de privacy. De rechtbank acht dat redelijk, temeer nu in een opvanglocatie zich doorgaans veel mensen in een relatief beperkte ruimte bevinden, waardoor de privacy van de aanwezigen toch al onder druk staat. Eiser zal zich in een dergelijk geval moeten richten tot het COa en proberen om op een andere manier aandacht te vragen voor de door hem ondervonden problemen. Dat medewerkers op het moment dat eiser daar om heeft gevraagd niet met hem mee zijn gelopen, kan frustrerend voor hem zijn, maar geeft hem niet het recht om de huisregels naast zich neer te leggen.
8. Eiser heeft nog een beroep gedaan op een arrest van de Hoge Raad van 18 april 2014 [1] waaruit volgens hem volgt dat geluidsopnamen bewijs vormen dat niet genegeerd kan worden. Dit arrest gaat echter, voor zover van belang, over de toelaatbaarheid van onrechtmatig verkregen bewijs. Ook hierin is geen rechtvaardiging te vinden om in dit geval de huisregels te overtreden. Ook dit beroep slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiser ongelijk krijgt en dat het bestreden besluit en daarmee de opgelegde ROV-maatregel 1 in stand blijven.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.W.B. Heijmans, rechter, in aanwezigheid van F. Metz, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 31 januari 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen vier weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.