AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse eiser met lhbti-achtergrond
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, op 10 januari 2025, wordt het beroep van een Nigeriaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 10 oktober 2024, waarbij de eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister van Asiel en Migratie aanwezig waren. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waarbij zij de afwijzing van het asielverzoek van eiser aan de hand van zijn beroepsgronden beoordeelt. De minister heeft de verklaringen van eiser over zijn identiteit, nationaliteit, herkomst en politieke overtuiging als geloofwaardig beoordeeld, maar concludeert dat deze niet leiden tot een gegronde vrees voor vervolging of een reëel risico op ernstige schade bij terugkeer naar Nigeria. De rechtbank legt uit dat de minister de verklaringen van eiser over zijn homoseksuele gerichtheid en transseksualiteit niet geloofwaardig acht, en dat de minister voldoende rekening heeft gehouden met het referentiekader van eiser in de beoordeling van zijn geloofwaardigheid. De rechtbank concludeert dat de minister niet ten onrechte heeft gesteld dat eiser onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn persoonlijke beleving en dat de verklaringen over zijn seksuele gerichtheid en de problemen die hij ondervindt niet geloofwaardig zijn. De rechtbank oordeelt verder dat de minister zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat eiser niet op individuele gronden aannemelijk heeft gemaakt dat hij een reëel risico loopt bij terugkeer naar Nigeria, en dat de beroepsgronden van eiser niet slagen. De uitspraak wordt openbaar gemaakt en er wordt informatie gegeven over de mogelijkheid van hoger beroep.
Voetnoten
1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zowel de minister als de staatssecretaris worden voor de leesbaarheid van deze uitspraak aangeduid als de minister.
2.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 26 april 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:1622). 3.Pagina 13, nader gehoor.
4.Zie bijvoorbeeld p. 4 eerste alinea, p. 5 derde alinea, p. 7 onderaan, p.8 onderaan, van het eerste voornemen.
5.Medisch advies, 24 januari 2023.
6.Pagina 11, nader gehoor.
7.Pagina 12, nader gehoor.
8.Pagina 12, nader gehoor.
9.Pagina 13, nader gehoor.
10.Pagina 10, nader gehoor.
11.Pagina 7 en 26, nader gehoor en pagina 18, eerste aanvullend gehoor.
12.Pagina 9 en 11, nader gehoor.
13.Paragraaf C2/3.3.2.2 van de Vreemdelingencirculaire 2000.
15.Pagina 14-15, tweede aanvullend nader gehoor.
16.Vgl. de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 24 november 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:2615). 18.Pagina 29, nader gehoor.