In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, gaat het om een beroep dat eiseres heeft ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiseres had op 3 januari 2025 een asielaanvraag ingediend, maar de minister had niet tijdig beslist. Na het verstrijken van de beslistermijn heeft eiseres de minister verzocht om binnen twee weken alsnog te beslissen, maar dit verzoek is niet ingewilligd. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De rechtbank legt de minister op om alsnog binnen zestien weken na de uitspraak een besluit te nemen op de aanvraag, met inachtneming van het ‘8+8 wekenmodel’. Indien de minister deze termijn overschrijdt, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiseres vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.