In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 28 november 2025, is het beroep van eiser, die een asielaanvraag had ingediend op 24 december 2023, aan de orde. Eiser stelde dat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig had beslist op zijn aanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn was verstreken en dat de minister niet had gereageerd op het verzoek van eiser om binnen twee weken alsnog te beslissen. Hierdoor was het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond. De rechtbank oordeelde dat de minister een nieuw besluit moest nemen op de aanvraag, rekening houdend met het ‘8+8 wekenmodel’. Aangezien de bovengrens van 21 maanden was overschreden, werd een kortere beslistermijn van vier weken opgelegd, te rekenen vanaf de bekendmaking van de uitspraak. De rechtbank legde een dwangsom op van € 100,- per dag bij overschrijding van deze termijn, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast werd de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 453,50.