ECLI:NL:RBDHA:2025:22546

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 november 2025
Publicatiedatum
28 november 2025
Zaaknummer
C/09/666989 / HA ZA 24-461
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Collectieve actie van Stichting React tegen Sara Mart c.s. inzake inbreuk op intellectuele eigendomsrechten

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 november 2025 uitspraak gedaan in een collectieve actie van Stichting Namaakbestrijding React (hierna: Stichting React) tegen verschillende rechtspersonen, waaronder Sara Mart Limited en Doop Tech Limited, inzake inbreuken op intellectuele eigendomsrechten. Stichting React, die de belangen van haar leden behartigt, vordert dat de rechtbank vaststelt dat de gedaagden inbreuk maken op de merken van de leden door het aanbieden van producten zonder toestemming. De rechtbank heeft vastgesteld dat Stichting React voldoet aan de ontvankelijkheidseisen van de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA) en heeft haar aangewezen als exclusieve belangenbehartiger. De rechtbank heeft ook bepaald dat de gedaagden binnen bepaalde termijnen maatregelen moeten nemen om de inbreuken te staken en dat zij hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de proceskosten. De zaak is van belang voor de handhaving van intellectuele eigendomsrechten en de bescherming van de belangen van merkhouders.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaak- / rolnummer: C/09/666989 / HA ZA 24-461
Vonnis van 26 november 2025
in de zaak van
STICHTING NAMAAKBESTRIJDING REACTte Amsterdam,
hierna te noemen: Stichting React,
eiseres,
advocaat mr. T. Brohm te Amsterdam,
tegen
1. de rechtspersoon naar buitenlands recht
SARA MART LIMITEDte Hong Kong, Volksrepubliek China,
hierna te noemen: Sara Mart HK,
2. de rechtspersoon naar buitenlands recht
GUANGZHOU DUOLA INFORMATION TECHNOLOGY CO., LTD., te Guangzhou, Volksrepubliek China,
hierna te noemen: Sara Mart China,
3. de rechtspersoon naar buitenlands recht
DOLAKA INTERNATIONAL LIMITEDte Bromley, Verenigd Koninkrijk,
hierna te noemen: Sara Mart UK,
4. de rechtspersoon naar buitenlands recht
DOOP TECH LIMITEDte Hong Kong, Volksrepubliek China,
hierna te noemen: Doop Tech,
hierna samen te noemen: Sara Mart c.s.,
gedaagden,
advocaat mr. S.M. Wertwijn te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het procesdossier bestaat uit de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 27 mei 2024, met producties EP1 tot en met EP24;
  • de akte houdende toelichting op nadere producties, met producties EP25 tot en met EP27, van Stichting React;
  • de (tot de ontvankelijkheid van eiser) beperkte conclusie van antwoord van Sara Mart c.s. van 12 februari 2025;
  • de akte houdende toelichting op producties (EP) 28 t/m 33, met producties EP28 tot en met EP33, van Stichting React;
  • de brief van 6 juni 2025, met daarbij een digitale drager met de Conclusie van Antwoord en een opgave van de proceskosten (GP01), van Sara Mart c.s.
1.2.
Op 19 juni 2025 heeft de mondelinge behandeling van de zaak plaatsgevonden over de ontvankelijkheid van Stichting React als belangenbehartiger voor de collectieve actie.

2.De feiten

2.1.
Stichting React maakt deel uit van een groep van rechtspersonen, die alle vallen onder de coöperatie SNB-REACT u.a. (hierna: Coöperatie React). Coöperatie React behartigt sinds 1991 de belangen van haar leden (hierna: de leden) bij het handhaven van intellectuele eigendomsrechten, waaronder met name het bestrijden van namaak.
2.2.
Stichting React is opgericht om een collectieve bestrijding van inbreuk op intellectuele eigendomsrechten van de leden van Coöperatie React mogelijk te maken. Artikel 2.1 van de statuten van Stichting React luidt als volgt:

Doelstelling van de Stichting is het bestrijden van het onrechtmatig gebruik van merken, handelsnamen en andere intellectuele eigendomsrechten in de ruimste zin van het woord en het te dien einde behartigen van belangen van ondernemingen, met name zijnde leden van coöperatieve vereniging SNB-REACT uitgesloten aansprakelijkheid of anderzijds gelieerd aan de Stichting, en de vertegenwoordiging van de gezamenlijke belangen met betrekking tot het bestrijden van namaak en piraterij van genoemde rechten en producten en bovendien al hetgeen daar direct en indirect mee verband houdt.
2.3.
De leden van Coöperatie React bestaan uit een breed scala van houders van intellectuele eigendomsrechten, waaronder veel merkhouders. Dit zijn voornamelijk internationale, maar ook nationale, bedrijven uit allerlei sectoren zoals de kleding-, auto-, elektronica, verzorgingsmiddelen- en farmaceutische industrie.
2.4.
Sara Mart c.s. exploiteert via de in Nederland toegankelijke domeinnamen ‘saramart.eu’, ‘saramart.pl/nl-NL/’ en ‘hacoo.pl/nl-NL/’ en de mobiele telefoon applicatie ‘SARAMART’, die in 2023 is hernoemd naar ‘Hacoo - sara lower price mart’ (hierna gezamenlijk: het Sara Mart Platform), een e-commerce platform waarop een groot aantal goederen, onder meer kleding, schoenen, elektronica en luxegoederen, wordt aangeboden.
Doop Tech is de uitgever van voormelde app.

3.Het geschil

3.1.
Stichting React vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
i. voor recht te verklaren:
a. dat gedaagden inbreuk maken op de Merken van de Leden, door het aanbieden
van, adverteren met en beschikbaar stellen van de Inbreukmakende Producten, zonder dat daarvoor toestemming van de rechthebbenden is verkregen, en;
b. dat gedaagden onrechtmatig handelen tegen Stichting React c.q. de Leden door het faciliteren of bevorderen van inbreuken op de Merken van de Leden;
ii. gedaagden beveelt, binnen 7 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis, de inbreuken op de Merken van de Leden, in het bijzonder door het gebruiken van de Merken van de Leden, waaronder het (laten) plaatsen van verkoopaanbiedingen en advertenties op haar platforms en platforms van derden, waaronder begrepen sociale media platforms en online content sharing platforms, en het aanbieden of in de handel brengen, zoals omschreven in het lichaam van de dagvaarding, zonder dat daarvoor toestemming is verkregen van de Leden, te staken en gestaakt te houden;
iii. gedaagden beveelt, binnen 7 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis, het onrechtmatig handelen jegens Stichting React c.q. de Leden zoals in deze dagvaarding omschreven, in het bijzonder het "blurren" (vervagen of wissen van merken in advertenties en verkoopaanbiedingen) c.q. het gebruik van "hidden links", "donkere patronen" en het inschakelen en sponsoren van influencers met Inbreukmakende producten, affiliate links, en kortingscodes, te staken en gestaakt te houden;
iv. gedaagden beveelt, binnen 14 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis op kosten van gedaagden de Inbreukmakende Producten terug te roepen van haar afnemers
in het bijzonder van de ingeschakelde influencers, niet zijnde consumenten, onder vermelding van het gewezen vonnis als reden, en vervolgens te verwijderen uit het
handelsverkeer en/of te vernietigen;
v. Subsidiair, voor zover de vorderingen onder i) a. en i) b., ii en iii worden afgewezen:
gedaagden beveelt om, binnen 14 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis:
a. actief de identiteit van de natuurlijke persoon of rechtspersoon in wiens opdracht de commerciële communicatie (de aanbiedingen) gericht op afnemers die zich bevinden op het
grondgebied van de Europese Unie respectievelijk de Benelux, geschiedt op het Sara Mart platform te vermelden, en;
b. maatregelen te treffen die tot gevolg hebben dat de identiteit van de natuurlijke persoon of
rechtspersoon in wiens opdracht de commerciële communicatie (de aanbiedingen) gericht op afnemers die zich bevinden op het grondgebied van de Europese Unie respectievelijk de Benelux, via het Sara Mart platform geschiedt, aan de hand van objectieve gegevens wordt
geverifieerd, in het bijzonder door de wijze zoals toegelicht in punt 6.5 - 6.8 van de
dagvaarding;
vi. gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot het betalen van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 20.000,-, althans een door de rechtbank vast te stellen bedrag, voor iedere dag (een gedeelte van de dag daaronder begrepen), dat gedaagden (gedeeltelijk) in strijd handelen met de onder ii) t/m v) geformuleerde bevelen, met een maximum van € 1.000.000,-;
vii. Gedaagden, voor zover een of meerdere vorderingen onder i t/m iii worden toegewezen, hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de als gevolg van de merkinbreuk door gedaagden geleden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet -
te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de bedoelde termijn voor nakoming;
viii. gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de volledige proceskosten van dit geding in de zin van artikel 1019h Rv [1] , subsidiair betaling van het maximumtarief voor complexe zaken overeenkomstig de indicatietarieven voor intellectuele eigendomszaken, en zowel primair als subsidiair gedaagden te veroordelen in de nakosten, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, en voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf de bedoelde termijn voor voldoening.
3.2.
Stichting React legt aan haar vorderingen, kort gezegd, ten grondslag dat op het Sara Mart Platform goederen worden aangeboden, voorzien van tekens gelijk aan de Merken van haar leden, zonder toestemming van de leden. Hierdoor wordt inbreuk gemaakt op de intellectuele eigendomsrechten van de leden. Daarnaast adverteert Sara Mart c.s. zelf dan wel door middel van door haar ingeschakelde hulppersonen, waaronder
influencers, met namaakartikelen via haar eigen officiële accounts op platforms van derden, waaronder op Facebook, TikTok en YouTube. De vorderingen van Stichting React zijn erop gericht dat gedaagden de inbreuken op de intellectuele eigendomsrechten van de leden staken en gestaakt houden.
3.3.
Sara Mart c.s. heeft aangevoerd dat Stichting React niet voldoet aan de voorwaarden voor ontvankelijkheid onder de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (hierna: WAMCA).
3.4.
Op de standpunten van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4.De beoordeling

Bevoegdheid

4.1.
Stichting React stoelt haar vorderingen op inbreuken op verscheidene Uniemerken. De internationale bevoegdheid van de rechtbank volgt ten aanzien van Sara Mart HK, Sara Mart China en Doop Tech uit de artikelen 123 lid 1, 124 onder a en 125 lid 2 UMVo [2] in verbinding met artikel 3 van de Uitvoeringswet E.G.-verordening inzake het Gemeenschapsmerk, omdat Sara Mart HK, Sara Mart China en Doop Tech geen woon- of vestigingsplaats hebben in een van de lidstaten en Stichting React haar vestigingsplaats heeft in Nederland. Die bevoegdheid strekt zich op grond van artikel 126 lid 1 UMVo uit tot het grondgebied van de gehele Europese Unie. Ten aanzien van Sara Mart UK volgt de internationale bevoegdheid van de rechtbank uit de artikelen 123 lid 1, 124 onder a en 125 lid 5 UMVo, omdat de gestelde inbreuk in Nederland heeft plaatsgevonden of dreigt plaats te vinden. Die bevoegdheid is op grond van artikel 126 lid 2 UMVo territoriaal beperkt tot Nederland.
De ontvankelijkheid van Stichting React
4.2.
Stichting React heeft vorderingen ingesteld waarmee zij stelt op te komen voor de belangen van anderen als bedoeld in artikel 3:305a BW [3] , ook wel aangeduid als een collectieve actie of collectieve vordering. Daarvoor gelden de specifieke regels die zijn neergelegd in dat artikel en in titel 14A van Boek III Rv, zoals dat per 1 januari 2020 is ingevoerd met de WAMCA.
Voor de ontvankelijkheid van een collectieve actie geldt een aantal – ook ambtshalve – te beoordelen vereisten, die hierna worden besproken.
4.3.
De rechtbank stelt vast dat is voldaan aan de op straffe van niet-ontvankelijkheid voorgeschreven handelingen als bedoeld in artikel 1018c lid 2 Rv, namelijk het binnen twee dagen na dagvaarding indienen van de dagvaarding ter griffie van de rechtbank en het doen aantekenen van de vordering in het centraal register voor collectieve vorderingen. Deze aantekening heeft er niet toe geleid dat een andere belangenorganisatie als bedoeld in artikel 3:305a van het Burgerlijk Wetboek ook een collectieve vordering heeft ingesteld voor dezelfde gebeurtenis(sen) waarop de onderhavige collectieve actie is gebaseerd en over gelijksoortige feitelijke en rechtsvragen.
4.4.
Op grond van artikel 1018c lid 5 Rv kan inhoudelijke behandeling van de collectieve vordering alleen plaatsvinden indien en nadat de rechtbank heeft beslist:
dat Stichting React voldoet aan de ontvankelijkheidseisen van artikel 3:305a lid 1 tot en met 3 BW (Stichting React doet geen beroep op het lichte regime van lid 6 van voornoemd artikel);
dat aannemelijk is gemaakt dat het voeren van deze collectieve vordering efficiënter en effectiever is dan het instellen van een individuele vordering, doordat de te beantwoorden feitelijke en rechtsvragen in voldoende mate gemeenschappelijk zijn, het aantal personen tot bescherming van wier belangen de vordering strekt voldoende is en, indien de vordering strekt tot schadevergoeding, dat zij alleen dan wel gezamenlijk een voldoende groot financieel belang hebben;
dat niet summierlijk van de ondeugdelijkheid van de collectieve vordering blijkt op het moment waarop het geding aanhangig wordt.
4.5.
De vordering van Stichting React voldoet aan het vereiste van artikel 3:305a lid 1 BW. De vordering past binnen het statutaire doel van de Stichting React en strekt tot bescherming van gelijksoortige belangen van andere personen, met name de leden van de Coöperatie React.
4.6.
De vordering van de Stichting React voldoet ook aan het vereiste van artikel 3:305a lid 2 BW dat de behartigde belangen voldoende zijn gewaarborgd, gelet op het volgende.
4.7.
Stichting React is voldoende representatief; dat kan worden opgemaakt uit het feit dat Stichting React opkomt voor leden die bekende grote merken voeren. Stichting React heeft verder gesteld dat:
zij een toezichthoudend orgaan heeft, te weten React B.V., dat een Supervisory Counsel heeft bestaande uit vertegenwoordigers van de leden. Het bestuur van React B.V. wordt benoemd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, tevens zijnde de leden;
de leden in voldoende mate worden betrokken bij de besluitvorming over de wijze waarop de belangen beschermd moeten worden. Coöperatie React houdt een jaarlijkse ledenvergadering en informeert haar leden doorlopend over relevante ontwikkelingen;
zij over voldoende middelen beschikt om de kosten voor het instellen van de onderhavige procedure te dragen, die zij genereert middels contributie van de leden aan Coöperatie React, waarbij de zeggenschap over de onderhavige rechtsvorderingen bij (het bestuur van) Stichting React ligt;
zij een openbaar toegankelijke internetpagina heeft waarop alle informatie als bedoeld in artikel 3:305a lid 2 sub d BW te raadplegen is (https://www.react.org/solutions/react-foundation/);
zij voldoende ervaring en deskundigheid heeft bij het instellen en voeren van de rechtsvordering. Zo is de React-groep al sinds 1993 actief wat betreft collectieve vorderingen. Stichting React beschikt in dit verband niet alleen over decennialange expertise die is opgedaan door de React-groep bij de bestrijding van de handel in namaak, maar ook over de expertise van haar advocaten.
4.8.
Naar aanleiding van de door Stichting React overgelegde producties heeft Sara Mart c.s. tijdens de mondelinge behandeling alleen haar verweer ten aanzien van de internetpagina gehandhaafd. Zij heeft aangevoerd dat Stichting React geen openbaar toegankelijke internetpagina heeft waarop alle informatie als bedoeld in artikel 3:305a lid 2 sub d BW te raadplegen is (4.7 onder 4). Sara Mart c.s. heeft echter nagelaten te specificeren welke informatie volgens haar op de internetpagina van Stichting React zou ontbreken. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Stichting React er nog op gewezen dat uit recente rechtspraak volgt dat de ontvankelijkheidseisen
ex nuncmoeten worden beoordeeld, dus naar het moment waarop een oordeel wordt gevraagd over de ontvankelijkheid. Nu ten tijde van de mondelinge behandeling Stichting React een openbaar toegankelijke internetpagina heeft met informatie als bedoeld in artikel 3:305a lid 2 sub d BW en Sara Mart c.s. niet heeft aangevoerd welke informatie nog zou ontbreken, is de rechtbank van oordeel dat Stichting React eveneens aan het vereiste van artikel 3:305a lid 2 sub d BW voldoet. Gelet hierop is Stichting React voldoende representatief.
4.9.
De vordering voldoet ook aan de vereisten als bedoeld in artikel 3:305a lid 3 BW, gelet op het volgende. Stichting React heeft toegelicht dat is voldaan aan het vereiste van artikel 3:305a lid 3 aanhef en onder a BW dat de bestuurders betrokken bij de oprichting van de rechtspersoon en hun opvolgers geen winstoogmerk hebben dat via de rechtspersoon wordt gerealiseerd. De vorderingen hebben voorts de in artikel 3:305a lid 3 aanhef en onder b BW vereiste voldoende nauwe band met de Nederlandse rechtssfeer, nu de gestelde onrechtmatige handelingen waarop de vordering betrekking heeft (ook) plaatsvinden in Nederland. Verder is in voldoende mate gebleken van het in artikel 3:305a lid 3 aanhef en onder c BW vereiste overleg over de vordering voordat tot dagvaarding is overgegaan.
4.10.
Gelet op de doelstelling van Stichting React en de daarop aansluitende vordering in deze zaak is voldoende aannemelijk dat het voeren van deze collectieve vordering efficiënter en effectiever is dan het instellen van een individuele vordering (artikel 1018c lid 5 sub b Rv), ook omdat de rechtsvraag in iedere procedure gelijk zou zijn. De rechtbank gaat voorbij aan het verweer van Sara Mart c.s. dat Stichting React te weinig heeft gesteld voor merkinbreuk op meerdere merken van de leden zodanig dat een collectieve actie efficiënter en effectiever is dan het instellen van individuele vorderingen. Op dit punt van de procedure heeft Stichting React voldoende gesteld voor de vermeende inbreuk door Sara Mart c.s. op meerdere merken van haar leden, zoals Louis Vuitton, Lacoste, Tommy Hilfiger en Nike en dat dit ook gaat over aanbiedingen in Nederland, dan wel zendingen naar Nederland. Gelet hierop kan niet worden geoordeeld dat de vordering van Stichting React op voorhand al ondeugdelijk is gebleken (artikel 1018c lid 5 sub c Rv). Of al dan niet sprake is van merkinbreuk door het aanbieden van producten voorzien van tekens gelijk aan de merken van de leden van Stichting React is onderwerp van het inhoudelijke geschil en zal tijdens de inhoudelijke behandeling aan de orde komen.
4.11.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Stichting React voldoet aan de voorwaarden voor ontvankelijkheid onder de WAMCA.
De aanwijzing van een exclusieve belangenbehartiger
4.12.
De rechtbank zal Stichting React als exclusieve belangenbehartiger als bedoeld in artikel 1018e Rv aanwijzen. Op grond van het bepaalde in artikel 1018e lid 5 Rv moet Stichting React dit vonnis, inhoudende deze beslissing – in geanonimiseerde vorm – laten aantekenen in het centrale register voor collectieve vorderingen.
4.13.
Artikel 1018f Rv verbindt aan de aanwijzing van Stichting React als exclusief belangenbehartiger een aantal voorschriften die ertoe strekken dat de personen voor wier belangen zij opkomt van die aanwijzing in kennis worden gesteld en zich kunnen beraden over hun positie (‘opt-out’, lid 1, dan wel ‘opt-in’, lid 5). Tijdens de mondelinge behandeling is de praktische invulling daarvan reeds met Stichting React besproken. Stichting React heeft hiervoor verwezen naar het vonnis van deze rechtbank van 30 augustus 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:12742 en heeft de rechtbank verzocht de voorschriften zoals geformuleerd in dat vonnis over te nemen, omdat de situatie (afgezien van de gedaagde partijen) identiek is. De rechtbank stemt hiermee in.
Nauw omschreven groep personen
4.14.
Het voorgaande brengt mee dat de rechtbank zal bepalen dat tot de nauw omschreven groep personen wier belangen Stichting React in deze collectieve procedure behartigt behoren “alle rechthebbenden op intellectuele eigendomsrechten, met name zijnde leden van Coöperatie SNB-REACT U.A., op wier intellectuele rechten volgens Stichting React inbreuk is gemaakt door Sara Mart c.s. via ‘saramart.eu’, ‘saramart.pl/nl-NL/’ en ‘hacoo.pl/nl-NL/’ en de mobiele telefoon applicaties ‘SARAMART’, en ‘Hacoo - sara lower price mart’, met name door de verkoop van namaakproducten (counterfeit)”.
Opt-out regime voor buitenlandse rechthebbenden (artikel 1018f lid 5 Rv)
4.15.
Stichting React heeft aldus verzocht te bepalen dat voor rechthebbenden die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben niet het opt-in regime geldt, maar het opt-out regime van artikel 1018f lid 1 Rv. Hiertoe heeft Stichting React naar voren gebracht dat de benadeelden in deze zaak bestaan uit grote internationale merkhouders, die de activiteiten van Stichting React – onder meer het voeren van collectieve acties om de handel in namaakproducten te bestrijden – steunen. Als de leden niet met deze procedure willen instemmen, is een opt-out verklaring voldoende om dat kenbaar te maken. Het is zeer bewerkelijk en tijdsintensief en daardoor praktisch ondoenlijk om van (veelal grote internationale) rechthebbenden voor elke collectieve procedure een opt-in verklaring te verlangen. De rechtbank acht deze motivering toereikend. Daarom zal de rechtbank bepalen dat voor rechthebbenden die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben het opt-out regime als bedoeld in artikel 1018f lid 1 Rv van toepassing is.
Advertentie in landelijk dagblad
4.16.
De rechtbank stemt in met de door Stichting React voorgestelde advertentietekst en plaatsing hiervan in (uitsluitend) het dagblad Trouw, zoals bepaald in voormeld vonnis van 30 augustus 2023. Dat betekent dat de advertentietekst als volgt komt te luiden:

Collectieve actie van Stichting Namaakbestrijding React tegen Sara Mart Limited te Hong Kong, Volksrepubliek China, Guangzhou Duola Information Technology CO., Ltd te Guangzhou, Volksrepubliek China, Dolaka International Limited te Bromley, Verenigd Koninkrijk en Doop Tech Limited te Hong Kong, Volksrepubliek China (hierna samen: Sara Mart c.s.) inzake de handhaving van intellectuele eigendomsrechten, waaronder met name de bestrijding van namaak.
Stichting Namaakbestrijding React (hierna: Stichting React) voert bij de rechtbank Den Haag een procedure tegen Sara Mart c.s. over hun beweerdelijke inbreukmakende activiteiten via ‘saramart.eu’, ‘saramart.pl/nl-NL/’ en ‘hacoo.pl/nl-NL/’ en de mobiele telefoon applicaties ‘SARAMART’, en ‘Hacoo - sara lower price mart’. De dagvaarding is op 28 mei 2024 aangetekend in het register voor collectieve vorderingen (https://www.rechtspraak.nl/Registers/centraal-register-voor-collectieve-vorderingen).
Wilt u niet dat ook uw belangen in deze procedure worden behartigd, stuur dan een bericht aan de rechtbank Den Haag, team Handel, postbus 20302, 2500 EH Den Haag. Vermeld daarin dat uw verzoek betrekking heeft op zaak/rolnummer C/09/666989 / HA ZA 24-461. U kunt dit doen tot en met 28 februari 2026.
Aanschrijving van bekende personen (artikel 1018f lid 3 Rv) en tekst van de mededeling
4.17.
Stichting React heeft in voormeld vonnis ook aangegeven op welke wijze aan ‘bekende personen’ mededeling wordt gedaan als bedoel in artikel 1018f lid 3 Rv. Volgens Stichting React is aanschrijving bij ‘gewone brief’ niet zinvol omdat zij de internationale belanghebbenden het beste kan bereiken via haar eigen kanalen en die van Coöperatie React. Stichting React verzoekt te bepalen dat de mededeling, in de Engelse taal, onder de aandacht wordt gebracht via haar eigen digitale nieuwsbrief (per e-mail) en via haar website https://www.react.org/solutions/react-foundation. De rechtbank heeft hiermee ingestemd en zal dat in deze zaak ook doen.
4.18.
De tekst van de mededeling in het centraal register voor collectieve vorderingen, in de nieuwsbrief en op de website van Stichting React komt als volgt te luiden:

Collectieve actie van Stichting Namaakbestrijding React tegen Sara Mart Limited te Hong Kong, Volksrepubliek China, Guangzhou Duola Information Technology CO., Ltd te Guangzhou, Volksrepubliek China, Dolaka International Limited te Bromley, Verenigd Koninkrijk en Doop Tech Limited te Hong Kong, Volksrepubliek China (hierna samen: Sara Mart c.s.) inzake de handhaving van intellectuele eigendomsrechten, waaronder met name de bestrijding van namaak.
Stichting Namaakbestrijding React (hierna: Stichting React) voert bij de rechtbank Den Haag een procedure tegen Sara Mart c.s. over hun beweerdelijke inbreukmakende activiteiten. Stichting React is door de rechtbank aangewezen als exclusieve belangenbehartiger.
Niet meedoen of juist wel meedoen.
Als u behoort tot de groep van personen of ondernemingen voor wie Stichting React opkomt en u vindt het goed dat Stichting React ook uw belangen behartigt, dan hoeft u niets te doen.
Als u niet wilt dat ook uw belangen in deze procedure worden behartigd (bijvoorbeeld omdat u hiervoor zelf een procedure wilt voeren), dan kunt u dat aan de rechtbank kenbaar maken. [U bent dan niet aan de uitspraak in deze zaak gebonden, maar u kunt er ook geen rechten aan ontlenen.] Stuur dan een brief aan de rechtbank Den Haag, team Handel, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag. U kunt dit doen tot en met 28 februari 2026.
U kunt de volgende tekst gebruiken:
“Ik wil niet dat in de collectieve actie van Stichting React (zaak/rolnummer C/09/666989 / HA ZA 24-461) mijn belangen worden behartigd en wens mij daarvan te bevrijden.”
De rechtbank zal bepalen dat Stichting React deze mededeling/aankondiging (i) zal plaatsen in het centraal register voor collectieve vorderingen, (ii) zal opnemen in haar nieuwsbrief en (iii) zal plaatsen op haar website https://www.react.org/solutions/react-foundation.
Termijn voor het beproeven van een minnelijke regeling of het aanvullen van de gronden van de vordering (artikel 1018g Rv)
4.19.
Stichting React heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat zij geen behoefte heeft aan het bepalen van een termijn voor een minnelijke regeling. Daarom zal de rechtbank alleen een termijn bepalen voor het aanvullen van de gronden van de vordering.
De rechtbank geeft Stichting React desgewenst de gelegenheid om bij akte de gronden van haar vordering aan te vullen. De rechtbank verwijst de zaak daartoe naar de rol van 10 december 2025.
Het vervolg van de procedure
4.20.
Partijen mogen zich, voor zover nodig en voor zover zij onjuistheden constateren of aanvullingen hebben, bij akte uitlaten over de voorgenomen teksten en over het landelijke dagblad waarin de bedoelde advertentie zou moeten worden geplaatst.
Daartoe zal de rechtbank de zaak verwijzen naar de rol van 24 december 2025.
4.21.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verklaart Stichting React ontvankelijk in haar collectieve vorderingen;
5.2.
wijst Stichting React aan als exclusieve belangenbehartiger;
5.3.
draagt Stichting React op van dit vonnis aantekening te maken in het centraal register voor collectieve vorderingen;
5.4.
verwijst de zaak naar de rol van
24 december 2025voor akte van beide partijen als bedoeld in 4.20;
5.5.
verwijst de zaak naar de rol van
10 december 2025voor akte van Stichting React als bedoeld in 4.19;
5.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.D. Overbeek en in het openbaar uitgesproken op 26 november 2025.

Voetnoten

1.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
2.Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk
3.Burgerlijk Wetboek