ECLI:NL:RBDHA:2025:22105
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing machtiging voorlopig verblijf voor jongvolwassenen op basis van gezinsbanden
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) met het verblijfsdoel 'familie- of gezinslid bij [referent]'. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag op 14 juli 2023 afgewezen, en het bezwaar van eiseres is bij het besluit van 13 november 2024 ongegrond verklaard. Eiseres, geboren in 2004 en van Syrische nationaliteit, wenst in Nederland te verblijven bij haar moeder, mevrouw [referent], die sinds 2021 asielstatus heeft. De rechtbank heeft op 22 juli 2025 de zaak behandeld, waarbij ook de referente en een tolk aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft geconcludeerd dat eiseres niet onder het jongvolwassenenbeleid valt, omdat de gezinsband tussen eiseres en referente doorbroken is. Eiseres heeft sinds 2012 niet meer met referente samengewoond en heeft in die periode bij verschillende familieleden verbleven. De rechtbank stelt vast dat de minister de afwijzing van de mvv-aanvraag op goede gronden heeft gedaan, omdat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden van het jongvolwassenenbeleid, dat vereist dat een jongvolwassene met de ouder(s) in gezinsband samenleeft en niet in zijn eigen onderhoud voorziet. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.