ECLI:NL:RBDHA:2025:22087
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 november 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Marokkaanse nationaliteit, had op 3 september 2025 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de minister van Asiel en Migratie niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag, aangezien eiser eerder op 3 juni 2025 in Duitsland een asielaanvraag had ingediend. De rechtbank oordeelde dat de minister terecht had besloten om de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Duitsland op basis van de Dublinverordening verantwoordelijk was. Eiser voerde aan dat hij niet in de gelegenheid was gesteld om een zienswijze in te dienen en dat de besluitvorming onzorgvuldig was. De rechtbank oordeelde echter dat de minister voldoende had gemotiveerd waarom de aanvraag niet in behandeling werd genomen en dat eiser niet had aangetoond dat er sprake was van systeemfouten in Duitsland die zijn overdracht aan Duitsland onredelijk zouden maken. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en wees de proceskosten af.