In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 20 november 2025, wordt de asielaanvraag van eiser 2, een Noord-Macedonische nationaliteit, behandeld. De rechtbank heeft eerder een besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat de asielaanvragen van de eisers als kennelijk ongegrond heeft afgewezen, onder de loep genomen. De eisers, waaronder eiser 2, hebben hun asielaanvragen ingediend vanwege discriminatie op basis van hun Roma etniciteit en de daaruit voortvloeiende problemen in hun land van herkomst. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eerdere afwijzing van de asielaanvraag van eiser 2 onvoldoende gemotiveerd was, vooral met betrekking tot de status van Noord-Macedonië als veilig land van herkomst. De rechtbank oordeelt dat de minister niet tijdig een herbeoordeling heeft uitgevoerd van de situatie in Noord-Macedonië, wat betekent dat de eerdere beoordeling niet meer geldig is. De rechtbank heeft de minister de gelegenheid gegeven om het gebrek in de beoordeling te herstellen binnen een termijn van zes weken. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de veiligheidssituatie in het land van herkomst van asielzoekers en de noodzaak om de rechten van deze individuen te waarborgen.