ECLI:NL:RBDHA:2025:21931
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van geloofwaardigheidsbeoordeling van seksuele gerichtheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 20 november 2025, wordt de afwijzing van de asielaanvraag van eiser, een Nigeriaanse man, behandeld. Eiser heeft op 28 september 2021 asiel aangevraagd in Nederland, na eerdere aanvragen in Duitsland en Frankrijk. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag op 3 april 2025 afgewezen, omdat hij de seksuele gerichtheid van eiser niet geloofwaardig achtte. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelt dat de minister voldoende heeft gemotiveerd waarom hij de seksuele gerichtheid van eiser ongeloofwaardig vindt. De rechtbank heeft het beroep op 14 oktober 2025 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren. Eiser stelt dat hij homoseksueel is en vreest voor vervolging in Nigeria vanwege zijn seksuele gerichtheid. De rechtbank concludeert dat de minister in zijn beoordeling van de geloofwaardigheid van eisers relaas niet in strijd heeft gehandeld met het Unierecht. De rechtbank wijst erop dat de minister een integrale beoordeling van het asielrelaas heeft verricht, ondanks dat de werkwijze van de minister niet altijd een integrale beoordeling voorschrijft. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.