AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie omdat deze niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag van 10 april 2023. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld. De rechtbank constateert dat de beslistermijn is verstreken en dat de minister in beginsel binnen zes maanden een beslissing had moeten nemen. Eiser heeft op 9 juli 2024 een ingebrekestelling gestuurd, welke door de minister is ontvangen. De rechtbank oordeelt dat de ingebrekestelling geldig is en dat de minister niet binnen de gestelde termijn heeft beslist. Hierdoor is het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond. De rechtbank legt de minister op om binnen vier weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag. Indien de minister deze termijn overschrijdt, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiser vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.
Voetnoten
1.Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 42 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
3.Besluit van 26 januari 2023, nummer WBV 2023/3, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000, Stcrt. 2023, 3235.
4.ECLI:EU:C:2025:326, alsmede de conclusie van de advocaat-generaal: ECLI:EU:C:2024:1028.
5.Artikel 6:12, tweede lid aanhef en onder a, van de Awb.
6.Artikel 6:12, tweede lid aanhef en onder b, van de Awb.
7.Artikel 8:72, vierde lid, aanhef en onder b, van de Awb.
9.Artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn.
11.Artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb.
12.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door de gemachtigde verleende rechtsbijstand, waarbij 1 punt is gerekend voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor van 0,5.