ECLI:NL:RBDHA:2025:21603

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 november 2025
Publicatiedatum
17 november 2025
Zaaknummer
NL25.30719
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak

Op 10 juli 2025 heeft verzoeker beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat op 4 juli 2025 was genomen. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL25.30718. Tegelijkertijd heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat uitzetting achterwege zou blijven totdat er een beslissing op het beroep zou zijn genomen.

De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van 17 november 2025 het connexe beroep niet-ontvankelijk verklaard. Dit betekent dat er geen juridische basis is voor het beroep, waardoor er ook geen aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft zich gebaseerd op artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat bepaalt dat een voorlopige voorziening alleen kan worden getroffen indien er onverwijlde spoed is en de betrokken belangen dat vereisen.

Aangezien het beroep met zaaknummer NL25.30718 niet-ontvankelijk is verklaard, heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. P.G. Wijtsma, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer, griffier, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.30719

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker,

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. M. Pater),
en

de minister van Asiel en Migratie

(gemachtigde: mr. I. van Es).

Procesverloop

1. Bij beroepschrift van 10 juli 2025 heeft verzoeker beroep ingesteld bij de rechtbank tegen het besluit van de minister van 4 juli 2025. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL25.30718.
2. Bij verzoekschrift van 10 juli 2025 heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat uitzetting achterwege wordt gelaten tot op het beroep is beslist.
3. Bij uitspraak van heden is het connexe beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Overwegingen

4. Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, indien tegen een besluit bij de bestuursrechter beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de bestuursrechter, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
5. Aangezien het beroep met zaaknummer NL25.30718 bij uitspraak van heden niet-ontvankelijk is verklaard, bestaat er geen aanleiding een voorlopige voorziening te treffen.
6. Het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening dient om die reden te worden afgewezen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.G. Wijtsma, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer, griffier, en openbaar gemaakt door middel van gepseudonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.