In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen de minister van Asiel en Migratie behandeld. Eiser had eerder een beroep ingesteld dat gegrond werd verklaard, waarbij de minister werd opgedragen om binnen twee weken een besluit te nemen op de asielaanvraag. Eiser heeft nu een derde beroep ingediend omdat de minister niet tijdig heeft beslist op de aanvraag van 15 mei 2023. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De rechtbank legt de minister een nieuwe beslistermijn op van vier weken, te rekenen vanaf de bekendmaking van deze uitspraak. Indien de minister niet binnen deze termijn beslist, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank motiveert deze dwangsom als een prikkel voor de minister om tijdig een besluit te nemen. Daarnaast wordt de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 453,50.