In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 28 oktober 2025, wordt het handhavingsverzoek van eiseres, [bedrijf 1] B.V., behandeld. Eiseres heeft een handhavingsverzoek ingediend tegen het college van burgemeester en wethouders van Westland, omdat zij meent dat [derde-partijen], gevestigd naast haar perceel, in strijd met het bestemmingsplan detailhandelsactiviteiten ontplooit. Het college heeft het verzoek afgewezen, stellende dat er geen sprake is van detailhandel, omdat de activiteiten van [derde-partijen] zich richten op het ontwerpen en aanleggen van tuinen en niet op de verkoop van producten. De rechtbank oordeelt dat het college terecht heeft geoordeeld dat er geen uitstalling ten verkoop plaatsvindt en dat er dus geen sprake is van detailhandel. De rechtbank volgt de argumenten van het college en concludeert dat eiseres geen gelijk krijgt. De uitspraak benadrukt dat de aanwezigheid van tuinvoorbeelden op het perceel van [derde-partijen] enkel ter inspiratie dient en niet voor directe verkoop. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de proceskosten af.