ECLI:NL:RBDHA:2025:20785

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 oktober 2025
Publicatiedatum
6 november 2025
Zaaknummer
NL25.30849
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag en niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens vertrek met onbekende bestemming

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 23 oktober 2025 wordt het beroep van eiseres, een Colombiaanse vrouw, tegen de afwijzing van haar asielaanvraag beoordeeld. De minister van Asiel en Migratie had de aanvraag op 7 juli 2025 als ongegrond afgewezen. Tijdens de zitting op 23 oktober 2025 was de gemachtigde van de minister aanwezig, terwijl de gemachtigde van eiseres zich had afgemeld. Na de zitting deed de rechtbank onmiddellijk uitspraak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, omdat eiseres op 18 september 2025 met onbekende bestemming is vertrokken en geen contact meer heeft onderhouden met haar gemachtigde. De rechtbank overweegt dat uit vaste rechtspraak volgt dat wanneer een vreemdeling met onbekende bestemming vertrekt, er in principe vanuit kan worden gegaan dat deze geen prijs meer stelt op bescherming in Nederland. De gemachtigde van eiseres had weliswaar geprobeerd contact op te nemen, maar zonder resultaat. Aangezien eiseres niet is verschenen en geen rechtens te beschermen belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling, wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten en er wordt melding gemaakt van de mogelijkheid tot hoger beroep binnen één week na ontvangst van het proces-verbaal van deze uitspraak. De uitspraak is openbaar gedaan en bekendgemaakt op 23 oktober 2025.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Amsterdam
Bestuursrecht
Zaaknummer: NL25.30849
[V-Nummers]
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] ,

geboren op [geboortedatum 1] 1981, van Colombiaanse nationaliteit, eiseres
mede namens haar minderjarige kind,
[minderjarige],
geboren op [geboortedatum 2] 2013, van Colombiaanse nationaliteit, eiser
(gemachtigde: mr. S. Sewnath),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. Y.M. van de Lei).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag.
1.1.
De minister heeft deze aanvraag met het besluit van 7 juli 2025 (het bestreden besluit) als ongegrond afgewezen.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres op 23 oktober 2025 op zitting aan de orde gesteld. Hieraan heeft de gemachtigde van de minister deelgenomen. De gemachtigde van eiseres heeft zich voorafgaand aan de zitting afgemeld.
1.3.
Na afloop van zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

2. De minister heeft de rechtbank op 28 september 2025 bericht dat eiseres op 18 september 2025 met onbekende bestemming is vertrokken.
3. De rechtbank ziet zich dan ook voor de vraag gesteld of eiseres nog belang heeft bij een inhoudelijke behandeling van haar beroep.
4. Uit vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State volgt dat wanneer een vreemdeling die een asielaanvraag heeft ingediend, met onbekende bestemming vertrekt zonder te laten weten waar hij verblijft, er in principe vanuit kan worden gegaan dat de vreemdeling geen prijs meer stelt op bescherming in Nederland. Dat is anders als een vreemdeling nog contact met zijn gemachtigde heeft. [1]
5. De rechtbank heeft gelet hierop op 16 oktober 2025 een bericht in het dossier geplaatst met de vraag of de gemachtigde van eiseres op dit moment nog contact heeft met eiseres.
6. De gemachtigde heeft op dezelfde dag laten weten dat zij tot begin september 2025 met eiseres heeft gecommuniceerd over de zaak. Verder heeft de gemachtigde per e-mail als via WhatsApp contact met eiseres proberen op te nemen, maar zonder resultaat. Aangezien de gemachtigde geen opdracht heeft ontvangen om het beroep in te trekken, blijft het beroep gehandhaafd. Wel geeft de gemachtigde toestemming om de zaak buiten zitting af te doen.
7. Eiseres is niet verschenen. Omdat eiseres met onbekende bestemming is vertrokken en nadien geen contact meer heeft onderhouden met haar gemachtigde, gaat de rechtbank ervan uit dat eiseres geen prijs meer stelt op de door haar aanvankelijk gezochte bescherming in Nederland. Gelet hierop heeft zij geen rechtens te beschermen belang bij een inhoudelijke beoordeling van haar beroep. De rechtbank verklaart het beroep daarom niet-ontvankelijk.
8. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.
9. Hoger beroep kan worden ingesteld binnen één week na ontvangst van het proces-verbaal van deze uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan en uitgesproken in het openbaar op 23 oktober 2025 door
mr. C.A.R. Bleijendaal, rechter, in aanwezigheid van mr. K. Mertens, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen één week na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld de uitspraken van 1 juli 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2662 en 19 december 2024, ECLI:NL:RVS:2024:5282.