In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 6 november 2025, is het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag behandeld. Eiser had eerder al een procedure aangespannen, waarbij de rechtbank de minister van Asiel en Migratie had opgedragen om binnen acht weken een besluit te nemen op de asielaanvraag. De rechtbank had daarbij een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 7.500,-. In deze nieuwe procedure stelt eiser dat de minister niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag van 12 juni 2023. De rechtbank oordeelt dat de minister opnieuw een beslistermijn moet krijgen, maar nu met een kortere termijn van vier weken, te rekenen vanaf de bekendmaking van deze uitspraak. De rechtbank legt opnieuw een dwangsom op van € 100,- per dag, met een maximum van € 15.000,-, en veroordeelt de minister tot betaling van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige besluitvorming in asielzaken en de gevolgen van het niet naleven van termijnen door de minister.