Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
hij op of omstreeks 14 september 2024 te Nieuwveen, gemeente Nieuwkoop, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, [straatnaam] , zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, als volgt te handelen:
verdachte
- heeft zijn aandacht niet voortdurend en/of voldoende op die weg en/of die zich aldaar bevindende verkeersdeelnemers gehad en/of gehouden, en/of
- heeft een fietser (te weten [slachtoffer] ), die zich aldaar, voor hem, verdachte in dezelfde rijrichting, op de fietssuggestiestrook van dezelfde weg bevond, niet tijdig opgemerkt, en/of over het hoofd gezien, en/of bij het passeren van die fietser onvoldoende afstand tot die fietser gehouden, en/of
- heeft zijn, verdachtes, voertuig niet tijdig tot stilstand gebracht binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en/of waarover deze vrij was, ten gevolge waarvan een aanrijding is ontstaan met de aldaar rijdende fietser, te weten [slachtoffer] , waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten
- drie gebroken kiezen waarbij bij een van de breuken ook de tandzenuw betrokken was, en/of,
- meerdere breuken aan het aangezicht, onder andere van de oogkasranden en oogkasbodem
en/of
- weke delen letsel met tijdelijke verhoogde druk op de oogspieren en oogbol links, met als gevolg abnormale uitpuiling van het oog met een dwangstand, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan,
terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste, tweede, derde, vierde of vijfde lid van de Wegenverkeerswet 1994;
dat hij, als degene die al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden in Nieuwveen, gemeente Nieuwkoop op/aan [straatnaam] , op of omstreeks 14 september 2024 de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl daardoor, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, een ander (te weten [slachtoffer] ), aan wie bij dat ongeval letsel was toegebracht, in hulpeloze toestand werd achtergelaten;
hij op of omstreeks 14 september 2024 te Waddinxveen, althans in Nederland, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 495 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn.
3.De bewijsbeslissing
hij op 14 september 2024 te Nieuwveen, gemeente Nieuwkoop, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, [straatnaam] , zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend, als volgt te handelen:
verdachte
- heeft zijn aandacht niet voortdurend en/of voldoende op die weg en die zich aldaar bevindende verkeersdeelnemer gehad en/of gehouden, en
- heeft een fietser (te weten [slachtoffer] ), die zich aldaar, voor hem, verdachte in dezelfde rijrichting, op de fietssuggestiestrook van dezelfde weg bevond, niet tijdig opgemerkt, en/of over het hoofd gezien, en
- drie gebroken kiezen waarbij bij een van de breuken ook de tandzenuw betrokken was, en
- meerdere breuken aan het aangezicht, onder andere van de oogkasranden en oogkasbodem
en
- weke delen letsel met tijdelijke verhoogde druk op de oogspieren en oogbol links, met als gevolg abnormale uitpuiling van het oog met een dwangstand werd toegebracht terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, tweede, lid van de Wegenverkeerswet 1994;
dat hij, als degene die als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden in Nieuwveen, gemeente Nieuwkoop op/aan [straatnaam] , op 14 september 2024 de voornoemde plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl daardoor, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, een ander (te weten [slachtoffer] ), aan wie bij dat ongeval letsel was toegebracht, in hulpeloze toestand werd achtergelaten;
hij op 14 september 2024 in Nederland als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 495 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De toepasselijke wetsartikelen
8.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (DRIE) MAANDEN;
niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaardedat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
taakstrafvoor de tijd van
240 (TWEEHONDERDVEERTIG) UREN;
120 (HONDERDTWINTIG) DAGEN;
18
6 (ZES) MAANDEN, niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.