In deze zaak heeft verzoekster, een persoon met een V-nummer, een aanvraag ingediend voor verblijf bij haar moeder in Nederland. De Minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 15 juli 2025 afgewezen met het bestreden besluit, waarop verzoekster beroep heeft ingesteld. Tevens heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De zitting vond plaats op 14 oktober 2025 in Groningen, waar verzoekster, haar gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister aanwezig waren.
De voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in een gerelateerde zaak met nummer NL25.32635, waarin het beroep van verzoekster is behandeld. Aangezien er in die zaak al een uitspraak is gedaan, is de voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. P.G. Wijtsma, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt door middel van gepseudonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.