ECLI:NL:RBDHA:2025:20476

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 november 2025
Publicatiedatum
4 november 2025
Zaaknummer
NL25.32636
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake verblijf bij moeder in Nederland

In deze zaak heeft verzoekster, een persoon met een V-nummer, een aanvraag ingediend voor verblijf bij haar moeder in Nederland. De Minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 15 juli 2025 afgewezen met het bestreden besluit, waarop verzoekster beroep heeft ingesteld. Tevens heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De zitting vond plaats op 14 oktober 2025 in Groningen, waar verzoekster, haar gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister aanwezig waren.

De voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in een gerelateerde zaak met nummer NL25.32635, waarin het beroep van verzoekster is behandeld. Aangezien er in die zaak al een uitspraak is gedaan, is de voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. P.G. Wijtsma, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt door middel van gepseudonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.32636

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , V-nummer: [nummer] , verzoekster

(gemachtigde: mr. E.J.P. Cats),
en

de Minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. I. van Es).

Procesverloop

1. Verzoekster heeft een aanvraag ingediend tot verblijf bij haar moeder in Nederland. De minister heeft deze aanvraag met het bestreden besluit van 15 juli 2025 afgewezen als ongegrond. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
1.1.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met het beroep met zaaknummer NL25.32635, op 14 oktober 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekster, de gemachtigde van verzoekster, een tolk en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.32635, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2.1.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.G. Wijtsma, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M. Veenstra, griffier, en openbaar gemaakt door middel van gepseudonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Openbaar gemaakt en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.